21 501-04 Ontwikkelingsraad

Nr. 252 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 mei 2022

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 20 mei 2022.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher

VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING VAN 20 MEI 2022

Introductie

Op 20 mei nam de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking deel aan de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking in Brussel. De Raad sprak uitgebreid over de wereldwijde gevolgen van de oorlog in Oekraïne, met name op het gebied van voedselzekerheid. Eurocommissaris Urpilainen gaf onder Any Other Business een toelichting op de stand van zaken met betrekking tot de Europese Financiële Architectuur voor Ontwikkeling en op de voorbereidingen voor de VN Onderwijstop in september. De Raad nam conclusies aan over «Een hernieuwd partnerschap met de Minst Ontwikkelde Landen1» en conclusies over het «Jaarverslag 2021 over de uitvoering van de instrumenten voor extern optreden van de Europese Unie in 20202

Wereldwijde gevolgen van de oorlog in Oekraïne

In zijn inleiding op het agendapunt «wereldwijde gevolgen van de oorlog in Oekraïne» gaf Hoge Vertegenwoordiger Borrell aan dat de wereldwijde voedselzekerheid reeds voor de oorlog tegen Oekraïne onder druk stond. Deze is door de oorlog verder verslechterd. Er zal stevig ingezet moeten worden op het verbeteren van de voedselzekerheid, zowel op de korte als middellange termijn. Borrell gaf aan dat er reeds verschillende coördinerende initiatieven zijn op het gebied van voedselzekerheid, zoals de UN Global Crisis Group on Food, Energy and Finance, de G7 Global Alliance for Food Security (GAFS) en het Food and Agriculture Resilience Mission (FARM) initiatief, dat wordt getrokken door Frankrijk. Deze initiatieven moeten allen gesteund worden waarbij we als EU zoveel mogelijk gezamenlijk moeten optrekken, zo stelde Borrell. Hiertoe vroeg de Hoge Vertegenwoordiger steun voor een Team Europe benadering voor een EU «Mondiale Voedselzekerheid», bestaande uit vier onderdelen. Ten eerste betoont de EU-solidariteit met het steunen van kwetsbaren in partnerlanden via humanitaire hulp en inzet op de betaalbaarheid van voedsel. Zo heeft de EU EUR 225 miljoen beschikbaar gesteld voor Food and Resilience Facility in het Zuidelijk Nabuurschap ten behoeve van de korte termijn voedselzekerheid. Ten tweede zet de EU in op het versterken van voedselproductie en -weerbaarheid op de middellange termijn, in lijn met de Green Deal en de Farm to Fork strategie. Ten derde zet de EU in op het faciliteren van de handel in voedsel. Zo heeft de Europese Commissie op 12 mei jl. een mededeling uitgebracht om graan, zonnebloemolie en landbouwproducten via alternatieve transportroutes uit Oekraïne te krijgen3. Ook zet de EU in op het voorkomen van handelsbeperkende maatregelen; deze leiden doorgaans tot tegenmaatregelen en prijsstijgingen. Ten vierde zet de EU in op het bevorderen van effectief multilateralisme, onder meer via steun aan VN-organisaties en internationale financiële instellingen. De Hoge Vertegenwoordiger riep lidstaten op om aan te sluiten bij deze Team Europe benadering en zoveel mogelijk gecoördineerd op te treden. Voorts benadrukte de Hoge Vertegenwoordiger het belang van strategische communicatie vanuit de EU, mede om Russische desinformatie tegen te gaan. De wereldwijde voedselcrisis is niet het gevolg van westerse sancties, zoals Rusland suggereert, maar het gevolg van de door Rusland gestarte oorlog tegen Oekraïne.

Eurocommissaris Urpilainen noemde de mededelingen die de Europese Commissie recentelijk uitbracht over voedselzekerheid4 en het reduceren van energie-afhankelijkheid5. In beide mededelingen wordt ook ingegaan op de inzet buiten de EU. Urpilainen gaf aan dat de focus nu sterk op Oekraïne ligt, maar zij riep de Raad op om aandacht te blijven houden voor de rest van de wereld, in het bijzonder voor de partnerlanden die te maken hebben met een negatieve impact van de oorlog tegen Oekraïne. De EU moet laten zien dat we deze partnerlanden (blijven) steunen, zo stelde de Eurocommissaris. Urpilainen reisde hiertoe recentelijk naar de Sahel, Ivoorkust en Ghana. Tevens onderstreepte Urpilainen het belang van het versterken van de lokale productiecapaciteit van partnerlanden. Zo importeren Afrikaanse landen nu 80% van hun voedsel. Tijdens de COVID-19 crisis constateerde de EU volgens Urpilainen dat Afrikaanse landen het overgrote deel van hun vaccins en gezondheidsproducten importeerden. Om hen meer zelfvoorzienend te maken, is de EU een Team Europe initiatief gestart op het gebied van Health Manufacturing.6 Urpilainen gaf aan dat hetzelfde moet gebeuren op het gebied van voedselproductie waarvoor aanvullende financiering nodig zal zijn. De Europese Commissie wil hiervoor niet-gebruikte fondsen uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) inzetten en vroeg hiervoor steun van de Raad.

Veel lidstaten spraken steun uit voor de inzet van de Commissie om graan, zonnebloemolie en andere landbouwproducten uit Oekraïne te krijgen, via alternatieve routes, de zogenoemde Solidarity Lanes. Zoals aangegeven in het Schriftelijk Overleg naar aanleiding van de Geannoteerde Agenda voor deze Raad, komt de kabinetsappreciatie van deze mededeling uw Kamer binnen de daarvoor geldende termijn toe. Ook was er brede steun binnen de Raad voor een Team Europe benadering op het gebied van mondiale voedselzekerheid, onder meer door de EU-coördinatie op een aantal terreinen te versterken. Ook Nederland riep op tot optimale internationale coördinatie en riep op om zoveel mogelijk aan te sluiten bij het werk van de VN Global Crisis Response Group. VN-organisaties die actief zijn op het gebied van voedselzekerheid zouden volgens Nederland gesteund moeten worden, het liefst ongeoormerkt. Nederland noemde de recente steun van EUR 10 miljoen aan het International Fund for Agricultural Development (IFAD). Voorts riep Nederland op om te werken aan weerbare voedselsystemen, met specifieke aandacht voor de rol van vrouwen als consumenten en producenten. Daarnaast benoemde Nederland het belang van het openhouden van de wereldhandel op het gebied van voedsel.

Met betrekking tot steun aan Oekraïne benadrukte Nederland het belang van internationale coördinatie, zowel tijdens de korte termijn steun als bij de wederopbouw. De mededeling van de Commissie van 18 mei jl.7 acht Nederland een goed startpunt voor verdere discussie hierover. Ook pleitte Nederland ervoor om de Oekraïense autoriteiten eigenaarschap te geven van het wederopbouwproces en om te voorkomen dat zij in de toekomst te maken krijgen met een onhoudbare schuldenlast. Tenslotte riep Nederland op om financiering gerelateerd aan Oekraïne zoveel mogelijk additioneel te laten zijn aan bestaande ontwikkelingsbudgetten, om steun aan de Minst Ontwikkelde Landen en fragiele staten zoveel mogelijk overeind te houden en bestaande verplichtingen en toezeggingen op het gebied van bijvoorbeeld klimaatfinanciering en het EU-Afrika partnerschap na te komen.

Any Other Business

Eurocommissaris Urpilainen gaf een korte toelichting op de implementatie van de Raadsconclusies over het versterken van de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling (EFAD)8. De Commissie bracht hierover op een zogenoemde Roadmap uit9. Uw Kamer is hierover nader geïnformeerd in de jaarlijkse brief over EU Ontwikkelingssamenwerking10. Urpilainen gaf aan dat de Commissie op de vier onderdelen van deze Roadmap actie onderneemt. Ten eerste via het geven van een policy steer aan de betrokken banken op basis van het policy first principe. Ten tweede via het versterken van de coördinatie tussen de betrokken banken. Ten derde via het realiseren van meer inclusiviteit en een rol voor de (kleinere) nationale ontwikkelingsbanken; en ten vierde via het werken aan zichtbaarheid.

Succes op EFAD is volgens Urpilainen essentieel om de Global Gateway tot een succes te maken, maar ook om te leveren op externe aspecten van de Green Deal. De COVID-19 response liet volgens Urpilainen zien dat de EU meer impact behaalt als in Team Europe verband wordt samengewerkt. Nu is het van belang om dat bij de Oekraïne crisis weer te doen. Urpilainen gaf aan dat de Commissie intensieve (wekelijkse) afstemming heeft met de Europese Investeringsbank (EIB), de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD), de Wereldbank en het IMF over steun aan Oekraïne.

Urpilainen stond ook kort stil bij de voorbereiding voor de UN Transforming Education Summit in september. Dit is volgens haar een goede gelegenheid voor de EU en lidstaten om ons politieke commitment aan onderwijs te tonen. EU en lidstaten zijn gezamenlijk met 55% de grootste donor wereldwijd op het terrein van ODA-financiering voor onderwijs. Het is belangrijk om die bijdragen onderling goed te coördineren en zichtbaar te maken, onder andere via Team Europe initiatieven.

Informele lunch met HV UNHCR Grandi

Tijdens een informele lunch met VN Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen Filippo Grandi wisselde de Raad van gedachten over de wereldwijde vluchtelingensituatie, met specifieke aandacht voor Oekraïne, Afghanistan, Myanmar, de Sahel, Libië en Jemen. Eurocommissaris Urpilainen noemde enkele voorbeelden van de goede samenwerking met UNHCR. Zo wordt in Oekraïne samengewerkt op het gebied van cash assistance en contingency planning. Zij refereerde ook aan het Team Europe Initiatief in Afghanistan en buurlanden dat gericht is op steun aan vluchtelingen en ontheemden, met deelname van 13 EU-lidstaten.

Grandi schetste een somber beeld van de wereldwijde vluchtelingensituatie. Voor het eerst in de geschiedenis zijn meer dan 100 miljoen mensen ontheemd. Voor de oorlog in Oekraïne stond het totaal aantal op 84 miljoen ontheemden. Het is nog onzeker of de piek van het aantal ontheemden in Oekraïne bereikt is. Contingency planning is nodig om voorbereid te zijn op een eventuele nieuwe vluchtelingstroom naar de buurlanden. UNHCR is zeer actief in deze omringende landen, via onder meer cash-steun aan vluchtelingen, psychosociale hulp en steun aan het onderwijssysteem en kinderen die gescheiden zijn van hun familie. Het feit dat deze vluchtelingencrisis in Europa plaatsvindt, vraagt om een aanpassing van de modus operandi van UNHCR, zo stelde Grandi. Grandi sprak waardering uit voor de tijdelijke beschermingsstatus die de EU aan Oekraïense vluchtelingen biedt.

De mondiale impact van de oorlog in Oekraïne zorgt voor verslechtering van de dynamiek van andere crises, via afnemende voedselzekerheid, toename van brandstofkosten, inflatie et cetera. Grandi betoonde zich in het bijzonder bezorgd om de situatie in de Sahel, een regio die in hoge mate afhankelijk is van voedselimporten, terwijl de regio ook sterk geraakt wordt door klimaatgerelateerde veranderingen. Grandi gaf vier aanbevelingen aan de Raad. Ten eerste zouden donoren hun ODA-bijdragen niet moeten verlagen, vanwege nieuwe crises zoals die in Oekraïne. Ten tweede zouden donoren zoveel mogelijk een flexibele inzet van hulporganisaties als UNHCR mogelijk moeten maken, door meerjarige programmering en zoveel mogelijk ongeoormerkte steun. Ten derde vond Grandi dat de EU ook humanitair geëngageerd zou moeten blijven in landen met regimes die we niet erkennen, zoals de Taliban in Afghanistan. Ten vierde gaf hij aan dat ontheemding niet alleen als een humanitair maar ook als een ontwikkelingsprobleem beschouwd zou moeten worden. Elke ontheemding zorgt voor het vertragen van economische en menselijke ontwikkeling. Daarom is het essentieel om humanitaire hulp en ontwikkelingssamenwerking hand in hand te laten gaan, via werk aan de zogenoemde nexus-benadering (humanitair, ontwikkelingssamenwerking en vrede). Hij noemde als voorbeeld het werken aan zelfvoorziendheid van ontheemden op het gebied van voedsel, in plaats van voedsel uit te delen.

Lidstaten gaven aan de analyse van Grandi grotendeels te delen en benadrukten de noodzaak om aandacht te blijven geven aan alle humanitaire crises, ondanks de urgente noden gerelateerd aan Oekraïne. In hun interventies was er onder meer aandacht voor het belang van de nexus humanitair, ontwikkelingssamenwerking en vrede, het verbreden van de donorbasis, de noodzaak voor flexibele financiering van humanitaire organisaties en samenwerking met internationale financiële instellingen zoals de Wereldbank en het IMF. Nederland sprak onder meer waardering uit voor de wijze waarop UNHCR aandacht geeft aan Mental Health and Psychosocial Support (MHPSS), onder andere in het door Nederland gesteunde Prospects Partnerschap en nu ook in de Oekraïne response.

Nederland heeft in het kader van crisispreventie in een kwetsbare regio voorts gebruik gemaakt van de gelegenheid om aandacht te vragen voor de berging van de tanker Safer voor de kust van Jemen en vroeg lidstaten en de Europese Commissie om hieraan financieel bij te dragen. Op 11 mei jl. vond een door Nederland en de VN georganiseerde pledging conferentie plaats om fondsen te vergaren voor de reddingsoperatie. Ongeveer de helft van het benodigde bedrag voor de eerste fase werd daarbij opgehaald (ong. USD 40 miljoen van de benodigde USD 80 miljoen). Nederland steunt de VN in het ophalen van het resterende bedrag om een desastreuze olieramp te voorkomen (kosten zijn in totaal USD 144 miljoen).

In zijn afsluitende woorden gaf Grandi aan dat niet aangenomen kan worden dat er wereldwijd meer vrede in de toekomst dan nu zal zijn. Conflicten worden minder opgelost en de VN Veiligheidsraad is minder efficiënt in het voorkomen en oplossen van conflicten. Dit betekent dat de behoeften op het gebied van humanitaire hulp en opvang van vluchtelingen mogelijk verder zullen toenemen.

Naar boven