21 501-04 Ontwikkelingsraad

Nr. 193 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 maart 2017

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 16 maart 2017.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING VAN 16 MAART 2017

EU Consensus on Development

De informele Raad zal spreken over de nieuwe EU Consensus on Development, waarover op 22 november jl. een Mededeling is verschenen. De inzet van het kabinet in de onderhandelingen over de nieuwe Consensus is vastgelegd in BNC-fiche dat uw Kamer eerder toeging (Kamerstuk 22 112, nr. 2271). Met de herziening van de Consensus zal in het EU-ontwikkelingssamenwerkingsbeleid handen en voeten worden gegeven aan de coherentieagenda die het hart vormt van de Global Goals.

Gedegen beleid van de EU op ontwikkelingssamenwerking is van essentieel belang; de EU-programmering zal in de komende jaren een duidelijkere bijdrage moeten leveren aan het wegnemen van de grondoorzaken van irreguliere migratie en het bereiken van stabiliteit aan de grenzen van de EU. Aanpak van de grondoorzaken van conflict, instabiliteit en irreguliere migratie vraagt om een multidimensionale, lange-termijn inzet waarin de EU de verschillende componenten van het buitenlands beleid harmoniseert. Daarbij blijft het van belang dat er aandacht geschonken wordt aan voor Nederland belangrijke punten binnen het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. Het kabinet zal zich inzetten om het belang van thema’s als fragiliteit, ongelijkheid, bevolkingsgroei, internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, gendergelijkheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) in de nieuwe Consensus te onderstrepen. Daarnaast blijft het kabinet zich bij de bespreking van de herziening inzetten voor coherentie tussen beleidsterreinen. Dat is essentieel voor de implementatie van de Global Goals en voor een sterk extern optreden van de Unie.

De verwachting is dat tijdens de European Development Days in juni a.s. een Gezamenlijke Verklaring over de nieuwe EU Consensus zal worden ondertekend door de Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie. Het kabinet zal zich inzetten om medeondertekening van de Consensus door derde partijen, zoals ngo’s, private sector en denktanks, mogelijk te maken.

EU-Afrika partnership

De informele Raad zal naar verwachting spreken over de voorbereidingen voor de EU-Afrika Top (29–30 november a.s. in Abidjan, Ivoorkust). Begin mei a.s. verschijnt naar verwachting een gezamenlijke Mededeling van de Europese Commissie en de Europese Dienst voor Extern Optreden over een hernieuwing van het partnerschap tussen de EU en Afrika in de aanloop naar de Top.

Het overkoepelende thema van de Top is «Jeugd op beide continenten», en de nadruk zal liggen op jeugd en werkgelegenheid. Vrede en veiligheid, alsook migratie en mobiliteit op het Afrikaanse continent zullen een belangrijke rol spelen in de besprekingen. De EU streeft naar een inclusief voorbereidingsproces van de Top, met outreach vanuit de instellingen en de EU-lidstaten. Het kabinet onderschrijft de noodzaak van nauwe betrokkenheid van Afrikaanse partners. Naast de EU-Afrika Top zal op 12–13 juni a.s. de Afrika Conferentie van de G20 (Berlijn) plaatsvinden. Hier zal eveneens de vernieuwing van het partnerschap met het Afrikaanse continent besproken worden.

Het komende jaar zullen de EU-lidstaten verder proberen overeenstemming te bereiken over een EU onderhandelingsmandaat voor het hernieuwde partnerschap. In lijn met de kabinetsreactie op het AIV-advies post-Cotonou en BNC-fiche over de Mededeling van 22 november 2016 «Hernieuwd partnerschap met de landen uit Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan» (Kamerstuk 22 112, nr. 2264) zal het kabinet zich blijven inzetten voor een moderne en inclusieve toekomstige samenwerking, gebaseerd op ontwikkelingsperspectieven van partnerlanden. De coherentie van het EU OS-beleid staat daarbij centraal.

Migratie en ontwikkeling

De informele Raad zal spreken over migratie en ontwikkeling. In dat perspectief worden ook de recent door de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger voorgestelde maatregelen1 gericht op Noord-Afrika en Libië in het bijzonder, maar ook de langere termijn trajecten, zoals de Valletta-agenda en de migratiepartnerschappen met landen in Sub-Sahara Afrika, besproken. Het kabinet acht het van belang dat de EU gezamenlijk tot een duurzame en effectieve aanpak van irreguliere migratie via de centrale Middellandse Zeeroute komt, mede om het hoge aantal verdrinkingen van migranten te verminderen. Het kabinet steunt de door de Commissie ingezette lijn. Nederland vraagt daarbij in het bijzonder aandacht voor het verbeteren van de omstandigheden van migranten in Libië en het bieden van een uitweg uit deze vaak moeilijke omstandigheden via de ondersteuning van vrijwillige terugkeer naar hun thuisland. Daarnaast is het kabinet van mening dat ook de lange termijn dimensie niet uit het oog moet worden verloren. Uiteindelijk moeten mensen voor henzelf en hun kinderen een veilige toekomst kunnen opbouwen in eigen land of regio. Dat is de enige duurzame oplossing.

Om dit te kunnen bereiken moet nauw worden samengewerkt met landen in Afrika. Het EU-partnerschapsraamwerk biedt volgens het kabinet een goed kader hiervoor op basis van gedeelde belangen en verantwoordelijkheden. Er is brede steun van lidstaten voor deze aanpak. Hoewel deze benadering al resultaten oplevert – zoals de aanpak van mensensmokkel en transitmigratie in Niger – vertaalt de vooruitgang zich nog niet in een vermindering van het aantal verdrinkingen en van de irreguliere instroom via de Centrale Mediterrane route. Nederland zal daarom blijven benadrukken dat de lidstaten en de EU hun inspanningen onverminderd voortzetten op de gehele route, met aandacht voor de aanpak van mensensmokkel, verbeterd grensbeheer, betere opvang in de regio, de aanpak van grondoorzaken en het bevorderen van de terugkeer.

Daarnaast zal de informele Raad in dit kader ook spreken over het Extern Investeringsplan. Met het Extern investeringsplan beoogt de Commissie in de periode 2017–2020 investeringen in Afrika en de nabuurschapsregio te stimuleren om zo bij te dragen aan onder andere de aanpak van de grondoorzaken van migratie. De inzet van het kabinet op het Extern Investeringsplan is vastgelegd in een BNC-fiche dat uw Kamer reeds toeging (Kamerstuk 22 112, nr. 2225).


X Noot
1

JOIN(2017)4.

Naar boven