21 501-03 Begrotingsraad

Nr. 94 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 maart 2016

Op 9 maart jl. publiceerde de Europese Commissie de eerste aanvullende begroting van 2016. Met de aanvullende begroting wordt een voorstel gedaan voor de financiering van het instrument voor noodsteun binnen de Europese Unie (EU). Daarnaast ziet de aanvullende begroting toe op het uitbreiden van de financiële middelen voor het European Counter Terrorist Centre (ECTC) van EuropOL. De aanvullende begroting heeft geen effect op de totale omvang van de vastleggingen en betalingen van de EU-begroting in 2016; de aanvullende begroting heeft evenmin effect op de afdrachten van lidstaten.

Vanwege de urgente noodzaak om de humanitaire situatie van migranten in de EU te verlichten, wordt over deze aanvullende begroting besloten via een versnelde schriftelijke procedure met als uiterste reactietermijn woensdag 16 maart. Zo kan nog voor de Europese Raad van 17 en 18 maart een besluit genomen worden. De Raad beslist met eenparigheid van stemmen over de versnelde, schriftelijke procedure. Over de aanvullende begroting wordt met gekwalificeerde meerderheid besloten, waarna deze ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het Europese Parlement. In deze brief informeer ik uw Kamer over de inhoud van dit voorstel en de Nederlandse inzet voor de onderhandelingen over deze begroting.

Noodsteun-instrument

De Europese Commissie stelde op 2 maart voor om een instrument op te richten om binnen de EU noodsteun te kunnen verlenen in het geval van crises met ernstige humanitaire gevolgen. De Europese Raad van 7 maart heeft dit voorstel verwelkomd en in de Raad Algemene Zaken van 15 maart wordt hierover naar verwachting een akkoord bereikt.1 Met het nieuwe instrument kan over een periode van drie jaar in totaal 700 miljoen euro aan vastleggingen ter beschikking gesteld worden voor noodhulp, waarvan 300 miljoen euro in 2016 en 200 miljoen euro per jaar in 2017 en 2018.

Het noodsteun-instrument is een aanvulling op eerder overeengekomen Europese maatregelen. Het initiële budget voor de aanpak van de migratiecrisis in 2015 en 2016 is verdubbeld van 4,6 mrd naar ruim 10 mrd euro. Belangrijke mijlpalen voor de intensivering van het budget zijn:

  • Op 23 mei 2015 presenteerde de Europese Commissie de mededeling «Een Europese Migratieagenda» van 23 mei 2015, die door middel van de vijfde aanvullende begroting is verwerkt in 2015.

  • Op 9 september presenteerde de Europese Commissie maatregelen die voortbouwen op het pakket uit 2015 en budgettair zijn opgenomen in de Europese begroting voor 2016.

  • Op 23 september presenteerde de Europese Commissie de mededeling «aanpak van de vluchtelingencrisis»; deze maatregelen zijn verwerkt in de zevende aanvullende begroting in 2015 en in de begroting voor 2016.2

  • Eind 2015 is eveneens besloten de Turkey Refugee Facility op te richten. De budgettaire effecten daarvan zijn verwerkt in de begroting voor 2016 en worden verwerkt in het begrotingsvoorstel voor 2017.3

In de aanvullende begroting neemt de Europese Commissie het nieuwe noodsteun-instrument op in de Europese begroting binnen categorie 3 (Veiligheid en Burgerschap). Het instrument wordt gefinancierd via herschikking van middelen vanuit het Asiel-, Migratie- en Integratiefonds (AMIF), dat bijdraagt aan het beheer van migratiestromen en het versterken van asiel-, integratie- en terugkeerbeleid binnen de EU. Een eerste tranche van 100 miljoen euro aan vastleggingen en 80,2 miljoen euro aan betalingen zal voor 2016 ter beschikking gesteld worden aan het noodsteun-instrument. Het resterende bedrag van 200 miljoen kan in de loop van het jaar ter beschikking gesteld worden via herschikking binnen categorie 3 of een nieuwe aanvullende begroting. Tabel 1 geeft de budgettaire effecten van de nu voorliggende aanvullende begroting weer. De benodigde middelen voor 2017–2018 worden opgenomen in de ontwerpbegrotingen voor de betreffende jaren.

Tabel 1: Financiering noodsteun-instrument (miljoen euro)
 

Vastleggingen

Betalingen

Extra maatregel

   
 

Categorie 3: Noodsteun EU (incl. ondersteunende uitgaven)

100

80,2

Financiële dekking

   
 

Categorie 3: Veiligheid en Burgerschap, gemeenschappelijk Europees Asiel Systeem

– 100

– 80,2

Netto budgettair effect

0,0

0,0

Europees antiterrorismecentrum (ECTC) van EuropOL

Het ECTC is opgericht op 1 januari 2016 om lidstaten te ondersteunen bij de strijd tegen terrorisme via het bieden van operationele en analytische steun bij onderzoek naar terroristische activiteiten. Als gevolg van recente terroristische aanslagen, de toegenomen informatiestroom en de additionele verzoeken om bijstand van lidstaten, is de werklast verzwaard. Om deze redenen wordt voorgesteld extra personeel aan te nemen. De additionele kosten hiervan zijn 2 miljoen euro. De Commissie wil dit bedrag via herschikking ter beschikking stellen. Tabel 2 geeft de budgettaire effecten van dit voorstel weer.

Tabel 2: Financiering versterking antiterrorismecentrum (miljoen euro)
 

Vastleggingen

Betalingen

Extra maatregelen

   
 

Categorie 3: Europees antiterrorisme centrum, EuropOL

2

2

Financiële dekking

   
 

Categorie 3: Preventie en bestrijden grensoverschrijdende criminaliteit

– 2

– 2

Netto budgettair effect

0,0

0,0

Gevolgen Nederlandse afdrachten

De eerste aanvullende begroting van 2016 heeft geen effect op de omvang van de betalingen en vastleggingen in 2016, omdat de Europese Commissie de financiering van het noodsteun-instrument en de versterking van het antiterrorismecentrum inpast in de begroting via herschikking. De Nederlandse afdrachten veranderen dus ook niet. In tabel 3 is een overzicht opgenomen van de aanvullende begrotingen voor 2016 tot nu toe. Deze tabel zal ook in volgende Kamerbrieven over aanvullende begrotingen opgenomen worden, zodat de ontwikkeling van de EU-begroting inzichtelijk wordt. In de bijlage is een overzicht opgenomen van de EU-begroting voor 2016.

Tabel 3: Overzicht aanvullende begrotingen 2016 (budgettaire effecten in miljoen euro)

Omschrijving

Totaal afdracht1

BNI-afdracht

BTW-afdracht

Invoerrechten

Perceptiekosten-vergoeding

Overige inkomsten

Miljoenennota 2016

5.247,9

4.238,9

478,3

2.933,6

– 325,8

– 2.077,1

DAB1

 

Totaal afdracht

5.247,9

4.238,9

478,3

2.933,6

– 325,8

– 2.077,1

X Noot
1

De Nederlandse afdrachten worden geraamd en verantwoord op de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De bruto afdrachten – de bni-afdracht, de btw-afdracht en de invoerrechten – zijn opgenomen op artikel 3.1; de perceptiekostenvergoeding en de overige inkomsten op artikel 3.10. De bruto afdrachten minus de perceptiekostenvergoeding en de overige inkomsten zijn gelijk aan de totale Nederlandse afdrachten,

Nederlandse inzet

Het kabinet steunt de eerste aanvullende begroting van 2016 en de versnelde procedure. Het is van belang om de humanitaire situatie van migranten in de EU op korte termijn te verlichten, via de inzet van middelen uit het nieuwe noodsteun-instrument, in lijn met de opdracht van de Europese Raad van 18 en 19 februari. Daarnaast ondersteunt het kabinet de versterking van het Europees antiterrorismecentrum. Het kabinet verwelkomt het feit dat de Commissie voor de financiering heeft gezocht naar mogelijkheden voor herschikking, waardoor de maatregelen geen gevolgen hebben voor de totale uitgaven van de EU.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Bijlage

Tabel 4: Begroting 2016 (in miljoen euro)

Categorie

Vastleggingen

Betalingen

1a Concurrentiekracht

19.010,0

17.418,3

1b Cohesiebeleid

50.831,2

48.844,3

2 Landbouw

62.484,2

55.120,8

3 Veiligheid en Burgerschap

4.052,0

3.022,3

4 Extern Beleid

9.167,0

10.155,6

5 Administratie

8.935,2

8.935,1

Totaal begroting

154.479,6

143.496,3

wv. flexibiliteitsinstrument en GMC1

2.073,0

832,8

Speciale instrumenten

524,6

389,0

Totaal incl. speciale instrumenten

155.004,2

143.885,3

MFK-plafonds

154.738,0

144.685,0

Marge tot MFK-plafond2

2.331,4

799,7

X Noot
1

Het flexibiliteitsinstrument en de Global Margin of Commitments (GMC) zijn twee speciale instrumenten die de Europese Commissie kan inzetten binnen de begroting en het vastleggingenplafond.

X Noot
2

De marge bij de vastleggingen betreft het verschil tussen het vastleggingenplafond en het begrotingstotaal, exclusief de inzet van het flexibiliteitsinstrument en de GMC. De marge bij de betalingen betreft het verschil tussen het betalingenplafond het begrotingstotaal, inclusief de speciale instrumenten, het flexibiliteitsinstrument en de inzet van de GMC.


X Noot
1

Zie Kamerstuk 22 112, nr. 2078 en Kamerstuk 21 501-20, nr. 1094.

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-03, nr. 89 en Kamerstuk 21 501-03, nr. 90.

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1054.

Naar boven