21 501-03 Begrotingsraad

Nr. 116 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 februari 2018

De Europese Commissie presenteerde op 31 januari jongstleden de resultaten van de nacalculatie 2017 van de BTW- en BNI-afdrachten over de periode 2013–2016. Voor de Nederlandse afdrachten leidt de nacalculatie tot een eenmalige teruggave van 64 miljoen euro. In deze brief informeer ik uw Kamer over het proces en de resultaten van de jaarlijkse nacalculatie.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zal medio 2018 de revisie 2015 van de nationale rekening afronden. Ditmaal is geen sprake van de invoering van nieuwe internationale richtlijnen (zoals de invoering van het ESR2010), maar deze revisie wordt gebruikt om onderhoud uit te voeren aan bijvoorbeeld bronnen en ramingsmethoden. Uw kamer wordt medio 2018 verder geïnformeerd.

Proces jaarlijkse nacalculatie

Met ingang van 2016 is het proces voor de jaarlijkse nacalculatie gewijzigd. In het gewijzigde proces komt het zogenoemde BNI-comité (Eurostat, Europese Commissie en nationale statistiekbureaus) in het najaar bijeen; het BNI-comité is op 22-23 november 2017 bijeengekomen. Het CBS vertegenwoordigt Nederland in het BNI-comité.

In het BNI-comité worden de realisaties van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) jaarlijks vastgesteld; de realisaties kunnen tot vier jaar terug worden bijgesteld. Ook wordt besloten over eerder aangehouden reserveringen bij de vaststellingen van het BNI. Het opheffen van eerder geplaatste reserveringen – bijvoorbeeld omdat nog niet alle gegevens van een bepaalde component van het BNI compleet volledig geanalyseerd zijn – kan eveneens leiden tot aanpassing van het BNI van afzonderlijke lidstaten. Het BNI-comité presenteert de bijstellingen en realisaties in het Summary Quality Report.

De Europese Commissie berekent op basis van de realisaties van het BNI-comité de nacalculatie en presenteert de resultaten vervolgens in januari 2018. De feitelijke verrekening wordt opgenomen in de maandelijkse betaling van de Europese afdrachten in juni 2018.

Resultaten nacalculatie 2017

Tabel 1 geeft een overzicht van de nacalculatie 2017. Indien het BNI-comité het BNI van een lidstaat over een betreffend jaar opwaarts heeft bijgesteld, dan heeft de betreffende lidstaat in dat jaar op basis van een te laag BNI afgedragen aan de Europese begroting. De lidstaat dient het verschil in afdrachten te compenseren. Vice versa, indien het BNI-comité het BNI van een lidstaat in enig jaar neerwaarts heeft bijgesteld, dan heeft de betreffende lidstaat in dat jaar op basis van een te hoog BNI afgedragen en dient de lidstaat daarvoor te worden gecompenseerd. Het totaal van deze compensaties en vergoedingen voor alle lidstaten leidt tot de bruto nacalculatie – zie hiertoe de tweede kolom in tabel 1.

Tabel 1: Nacalculatie 2017 (in miljoen euro; Europese Commissie)

Lidstaat

Bruto

Herverdeling

Netto

België

25

– 37

– 12

Bulgarije

31

– 4

26

Tsjechië

61

– 15

47

Denemarken

181

– 25

156

Duitsland

– 61

– 279

– 340

Estland

0

– 2

– 2

Ierland

229

– 20

209

Griekenland

– 43

– 15

– 59

Spanje

85

– 99

– 13

Frankrijk

159

– 196

– 37

Kroatië

15

– 4

11

Italië

438

– 144

295

Cyprus

8

– 2

7

Letland

– 4

– 2

– 6

Litouwen

– 2

– 3

– 5

Luxemburg

18

– 3

14

Hongarije

35

– 10

25

Malta

4

– 1

3

Nederland

– 4

– 60

– 64

Oostenrijk

163

– 31

133

Polen

– 46

– 38

– 85

Portugal

3

– 16

– 13

Roemenië

23

– 15

8

Slovenië

– 2

– 4

– 6

Slowakije

31

– 7

24

Finland

40

– 19

21

Zweden

– 29

– 41

– 71

Verenigd Koninkrijk

– 66

– 201

– 267

Totaal

1.293

– 1.293

0

De nacalculatie 2017 leidt tot een cumulatieve bruto nacalculatie van 1,3 miljard euro. Omdat de nacalculatie een herverdeling van afdrachten tussen lidstaten is, wordt de cumulatieve bruto nacalculatie vervolgens weer verdeeld over de lidstaten; het relatieve BNI-aandeel is hiervoor leidend. De herverdeling is opgenomen in de derde kolom in tabel 1. De bruto nacalculatie en de herverdeling samen leiden tot netto nacalculatie – zie hiertoe de vierde kolom in tabel 2. Voor Nederland leidt de netto nacalculatie tot een eenmalige teruggave van 64 miljoen euro. Deze teruggave wordt verwerkt in de raming van de Nederlandse afdrachten bij eerste suppletoire begroting (Voorjaarsnota) 2018.

Voor uw informatie geeft tabel 2 tot slot een overzicht van de netto nacalculaties over de Europese afdrachten sinds de start van het huidige Meerjarig Financieel Kader in 2014. U bent indertijd afzonderlijk over de nacalculatie per jaar geïnformeerd. De omvang van de nacalculatie 2014 werd grotendeels verklaard door de bronnenrevisie die het CBS uitvoerde; de omvang van de nacalculatie 2015 werd grotendeels verklaard door het gezamenlijke onderzoek van het CBS en De Nederlandsche Bank om de nationale rekeningen en de betalingsbalans beter op elkaar te laten aansluiten.

Tabel 2: nacalculaties (in miljoen euro)
 

2014

2015

2016

2017

Netto nacalculatie

643

446

– 124

– 64

Hopende u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Naar boven