Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 21501-02 nr. 698 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 21501-02 nr. 698 |
Vastgesteld 16 augustus 2006
De vaste commissie voor Europese Zaken1 en de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken2 hebben op 14 juni 2006 overleg gevoerd met minister-president, minister Balkenende van Algemene Zaken, minister Bot van Buitenlandse Zaken en staatssecretaris Nicolaï van Buitenlandse Zaken over:
– het verslag van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 12 en 13 juni 2006 (21 501-02, nr. 691);
– de agenda van de Europese Raad van donderdag 15 en vrijdag 16 juni 2006;
– de brief van de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris voor Europese Zaken d.d. 19 mei 2006 (30 303, nr. 20);
– de brief van de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris voor Europese Zaken d.d. 31 mei 2006 inzake kabinetsanalyse Europese bezinningsperiode en corrigendum (30 303, nr. 21).
Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissies
De heer Timmermans (PvdA) wijst op de uitspraak van Henry Kissinger dat het enige vermeldenswaardige van diens bezoek aan Rome was dat het had plaatsgevonden. Eenzelfde tekst is van toepassing op deze Europese top. Uit de agenda kan niet worden afgeleid dat er een grote urgentie is voor de regeringsleiders om elkaar te treffen. Het is jammer dat het Oostenrijks voorzitterschap er niet in is geslaagd om tijdens zijn laatste top een afronding tot stand te brengen.
De minister-president heeft schriftelijk geantwoord op vragen van de fracties van de PvdA, het CDA en de VVD over het vergaderen in Straatsburg. Hoewel het kabinet de mening van de Kamer deelt, is het niet bereid om deze kwestie nu aan de orde te stellen. Dat is betreurenswaardig, want als alle lidstaten op deze manier blijven reageren zal het nooit aan de orde worden gesteld. Op een gegeven moment zal contact moet worden gezocht met anderen om te kijken of er draagvlak is in andere lidstaten. In verschillende landen zijn er steeds meer aarzelingen over Straatsburg. Nu is gebleken dat het Europees Parlement een poot is uitgedraaid door Straatsburg met de excessieve huren, is er aanleiding om aandacht aan dit onderwerp te besteden. Is de minister-president bereid om te kijken of hiervoor draagvlak is? Tijdens de Conventie heeft de heer Timmermans samen met andere leden het voorstel tot een «koppelverkoop» gedaan: het Europees Parlement mag zelf weten waar het vergadert en Frankrijk wordt gecompenseerd doordat de Europese Raad voortaan in Straatsburg vergadert.
De heer Timmermans is blij dat de Eerste Kamer met uitzondering van de SP-fractie instemming heeft verleend aan het toetredingsverdrag voor Roemenië en Bulgarije. Dit biedt een instrumentarium om die landen aan de toetredingscriteria te houden en daar waar nodig uitzonderingsmaatregelen te treffen. Het sterkt ook de positie van de Nederlandse regering in de Europese Raad bij de te voeren uitbreidingsdiscussie.
Rusland zou volgens een Britse krant het Energiehandvest hebben geratificeerd. Kan de minister van Buitenlandse Zaken dit bevestigen? Als dit zo is, is dat een geweldige kans voor de Europese Unie om met een Europees energiebeleid in te spelen op de mogelijkheden die het handvest biedt. Wil de minister-president deze kans tijdens de top benutten? Het is vijf voor twaalf voor het opstellen van een gezamenlijk energiebeleid van de Europese Unie.
De heer Van Bommel (SP) heeft al eerder naar voren gebracht dat het aantal Europese toppen zou kunnen worden beperkt als er niet serieuzer en voortvarender wordt besloten over zaken die de aandacht van de Europese Raad verdienen. Deze top is een voorbeeld van een top waarvan je je moet afvragen of hij wel gehouden had moet worden. Een aantal te bespreken onderwerpen is wel degelijk van belang, maar de conclusies die worden voorgelegd zijn niet gewichtig genoeg. Waarom staat in conclusie 38, over Turkije, niet gewoon klip en klaar dat de onderhandelingen stoppen als Turkije het protocol niet voor het einde van het jaar uitvoert en schepen en vliegtuigen toelaat tot de havens en luchthavens? Waarom wordt weer meegegaan met de Turkse wens om op dit punt niet volstrekt duidelijk te zijn? Waarom neemt de regering hier genoegen mee?
Wat de twee vergaderlocaties Brussel en Straatsburg betreft, zegt de regering dat het Europees Parlement zelf het tijdstip wenst te bepalen om de zetelkwestie tactisch het beste ter sprake te brengen. Dat moment lijkt nu aangebroken, ook in het licht van de nu lopende Europese handtekeningenactie en van de brief. De minister van Verkeer en Waterstaat heeft zich heel duidelijk voor één locatie uitgesproken. De heer Van Bommel neemt aan dat zij namens het kabinet heeft gesproken. Wil de regering zich bij monde van de minister-president tijdens de top ook zo duidelijk over dit onderwerp uitlaten? Het onderwerp hoort thuis in de Europese Raad; het Europees Parlement gaat daar niet zelf over.
In de conceptconclusies wordt voorgesteld om alle beraadslagingen van de Raad over wetgevende voorstellen die vallen onder de codecisieprocedure openbaar te maken, net zoals de stemmingen en stemverklaringen van de leden van de Raad. Dat is een stap in de goede richting, maar het is jammer dat het hier enkel gaat om wetgevende voorstellen. Ook de regering zelf pleit er in de geannoteerde agenda voor om alle beraadslagingen openbaar te maken. De heer Van Bommel staat hier volledig achter en hoopt dat de regering dit standpunt met kracht in de Europese top naar voren zal brengen. Het is te betreuren dat de Raad in individuele gevallen kan besluiten om bepaalde beraadslagingen niet openbaar te laten maken. Welke criteria kan de Raad hiervoor hanteren? Waarom zijn die criteria niet opgenomen in de «overall policy on transparency», de annex 1 bij de conceptconclusies?
De Europese Raad zal volgens conclusie 17 een vernieuwde EU-strategie voor duurzame ontwikkelingen aannemen, overeenkomstig de wens van een aantal milieuorganisaties. Wanneer wordt dit punt geconcretiseerd en op welk niveau wordt dit afgesproken zodat kan worden gecontroleerd of het in de praktijk het gewenste resultaat zal hebben?
Er zullen zes separate verklaringen worden aangenomen, bijvoorbeeld met betrekking tot Irak en het vredesproces in het Midden-Oosten. Wat zou voor Nederland de inhoud daarvan moeten zijn?
De heer Van Baalen (VVD) wijst op de onderwerpen die zullen worden besproken: de betrokkenheid van de burger, onderwerpen die de burger direct raken en de uitbreiding. In dit kader is hij er gelukkig mee dat Nederland het toetredingsverdrag voor Roemenië en Bulgarije heeft geratificeerd, omdat er dan bepaalde eisen kunnen worden gesteld aan deze landen. Ook bij de verdere uitbreiding moet hieraan worden vastgehouden. Elk land in Europa, behalve Rusland, kan op een gegeven moment toetreden, hoewel het onvoorstelbaar is dat landen zoals Oekraïne of Wit-Rusland op korte termijn die stap kunnen zetten. Een adempauze is gewenst, maar het idee dat alle Europese landen kunnen toetreden mag niet van de agenda verdwijnen.
Er zijn 35 onderhandelingshoofdstukken voor de toetreding van Turkije. Het eerste hoofdstuk is nu geopend. Dit zou geen fundamenteel hoofdstuk zijn. Welke onderhandelingshoofdstukken zijn fundamenteel en welke niet? Hoe ziet de regering de lijst van 35 hoofdstukken? Als zij daar nu niet op kan antwoorden, wil de heer Van Baalen graag een schriftelijke reactie op deze vraag. In een eerder overleg over de Razeb heeft hij gesteld dat als dadelijk het ene na het andere niet-fundamentele hoofdstuk wordt geopend, de onderhandelingen met Turkije volop in gang zijn gezet. Hierover moet veel meer duidelijkheid komen. Hoe is de voortgang van het Ankaraprotocol? Het is terecht dat van Turkije ratificatie wordt verwacht, maar dan zal ook het Europees Parlement moeten ratificeren. Van Turkije wordt terecht flexibiliteit verwacht ten opzichte van Cyprus, maar dan zal ook de Republiek Cyprus een bepaalde flexibiliteit moeten tonen.
Belangrijk is de EU/VS-top, die volgens de heer Van Baalen in het teken zou moeten staan van de fundamentele waarden die door de Verenigde Staten en de Europese landen worden gedeeld, zoals mensenrechten en de rechten van gevangenen. De minister van Buitenlandse Zaken heeft bij de Razeb al gezegd dat dit een kernpunt moet zijn. Hoe gaat de minister-president dit aanpakken? Guantánamo Bay is een schandvlek op het blazoen van de vrije wereld.
De heer Van Dijk (CDA) noemt de twee belangrijkste agendapunten: het formele besluit over de bezinningsperiode enerzijds en de uitbreiding anderzijds. Bij het eerstgenoemde punt draait het om de vraag hoe de betrokkenheid bij en het vertrouwen in Europa bij de burgers kan worden vergroot. Het zou goed zijn om de bezinningsperiode met een jaar te verlengen. In die periode zou moeten worden nagedacht over concrete voorstellen om te komen tot verdragswijziging. Het huidige Verdrag van Nice zal uiteindelijk beperkingen opleveren en niet resulteren in een daadkrachtige en slagvaardige Europese Unie. Het Nederlandse parlement zou hierover in het najaar moeten debatteren. Ondertussen moeten er veel concrete activiteiten worden ontplooid om te laten zien dat de Europese Unie op de goede weg zit. De voorstellen om de buitengrenzen in het Middellandse Zeegebied en de Canarische Eilanden te versterken, worden door de heer Van Dijk gesteund. Hetzelfde geldt voor de plannen van Barroso inzake terrorismebestrijding. Zo kunnen problemen op een effectieve manier worden aangepakt. Er moet gebruik worden gemaakt van de bepalingen uit het Verdrag van Nice in plaats van te zeggen dat het beter zou zijn om er op een andere manier over te besluiten. De heer Van Dijk staat achter de voorstellen die zijn gedaan rondom het thema subsidiariteit. Zou het niet verstandig zijn om te komen tot een interinstitutioneel akkoord over de subsidiariteit in de zin dat de Europese Commissie een voorstel intrekt wanneer een derde van de parlementen er bezwaar tegen maakt op basis van subsidiariteit?
Over de uitbreiding wordt in algemene zin gezegd dat men zich gaat beraden op datgene wat tijdens het volgende voorzitterschap moet gebeuren. Er worden geen formele standpunten ingenomen, maar er komt een discussie over de absorptiecapaciteit. Dit is een goede stap. Ook het rapport-Brok van het Europees Parlement zou moeten worden meegenomen in de beraadslagingen, zodat ook over de inhoud van dit rapport kan worden gediscussieerd, bijvoorbeeld over het partenariaat.
In het verslag van de Razeb staat dat de Europese Unie zich zorgen maakt over het gebrek aan vooruitgang bij de implementatie van het Ankaraprotocol. Tegen Turkije is gezegd dat het Ankaraprotocol voor het einde van het jaar moet worden geïmplementeerd. In kranten wordt de datum van 1 januari 2007 genoemd. Wat zijn de precieze afspraken op dit terrein? Uit rapporten blijkt dat de Europese Commissie zich ernstig zorgen maakt over de voortgang op het terrein van de verdere hervormingen. Hoe staat het met de wetten die zouden moeten worden geïmplementeerd voordat verder kan worden gegaan met de onderhandelingen? Zo is de wet op de stichtingen nog steeds niet aanvaard, waardoor problemen ontstaan. Hoe staat het op dit moment met Turkije?
Mevrouw Karimi (GroenLinks) wijst erop dat volgens Unicef een op de drie zieke baby’s in Gaza sterft door een gebrek aan medicijnen. Door de boycot van de Europese Unie en de Verenigde Staten is de humanitaire situatie in de Palestijnse gebieden schrijnend. Alles wat hier wordt besproken over de instituties en de integratie van de Europese Unie, is waardeloos als de normen en waarden waarvoor de EU staat, niet worden gerealiseerd ten aanzien van de rest van de wereld. Mevrouw Karimi doet een klemmend beroep op de minister-president om tijdens de Europese top aan te dringen op het kiezen van een andere positie ten aanzien van het Midden-Oosten en de Palestijnse gebieden. Terwijl de EU bezig is met het bedenken van een mechanisme om hulp te verlenen, sterven de kinderen en mensen in Gaza.
Deze Europese top is niet zinloos. Een jaar nadat Nederland en Frankrijk nee zeiden tegen de Europese grondwet, zou het onbegrijpelijk zijn als de regeringsleiders stil zouden zitten en zich niet zouden uitspreken over hoe het verder moet. Mevrouw Karimi was teleurgesteld door de uitspraak van de minister-president dat er geen behoefte is aan een referendum over een nieuw verdrag. Denkt hij werkelijk dat het mogelijk is om een nieuwe verdragswijziging in te voeren op de manier zoals het ging voor de Europese grondwet? Het zou een goed idee zijn om burgers via een gekozen conventie al vóór een verdragswijziging bij het proces te betrekken. Waarom wil de Nederlandse regering de openbaarheid van de raad van ministers overigens beperken tot besluiten waarop de codecisieprocedure van toepassing is? Juist bij andere onderwerpen, zoals JBZ-besluiten, is openbaarheid van groot belang.
De minister van Buitenlandse Zaken heeft gezegd dat hij niet veel wil doen met het rapport over de CIA-vluchten, omdat Nederland er niet in wordt genoemd. In het rapport staat dat Polen niet voldoende medewerking heeft verleend aan het onderzoek. Nu komt er een onderzoek van het Europees Parlement. Is de minister bereid om dit onderwerp bij Polen aan de orde te stellen en het land te vragen, volledig mee te werken aan laatstgenoemd onderzoek? Mevrouw Karimi sluit zich aan bij de gestelde vragen over Straatsburg. Het is goed dat het sluiten van Guantánamo Bay aan de orde komt bij de EU/VS-top. Wil de minister-president ook de CIA-vluchten en de geheime gevangenissen aan de orde stellen, zodat met zekerheid kan worden gezegd dat er op Europees grondgebied geen geheime gevangenissen zijn?
In het verslag over Iran zegt de minister van Buitenlandse Zaken geen woord meer dan wat al bekend was, namelijk wat van Iran wordt verwacht. Het wordt echter niet duidelijk wat de Europese Unie heeft gevraagd of aangeboden aan Iran. Twee dagen voor dit AO is een demonstratie voor vrouwenrechten in Teheran hardhandig neergeslagen. Veel vrouwenactivisten zijn opgepakt. Wat is hierop de reactie van de Europese Unie geweest?
De heer Herben (LPF) benadrukt de positieve houding die zijn fractie heeft ten opzichte van Europa. Daarom wil hij de bewindslieden meegeven dat er iets ontbreekt in de communicatiestrategie om de kloof tussen de burger en Europa te overbruggen. Communicatie staat of valt met eenheid van woordvoering, maar dat kan alleen ontstaan als er eenheid van opvatting is. Als de Europese landen het er niet over eens zijn waar Europa voor staat en waarvoor het is bedoeld, zal de woordvoering falen. Er zal dan nooit een verenigd Europa komen. Ook de toenmalige benadering van de minister van Buitenlandse Zaken, «als je niet voor de grondwet bent, ben je tegen Europa» was verkeerd. Alleen een constructieve benadering, waarbij subsidiariteit en transparantie in het oog worden gehouden en waarbij eenheid van woordvoering is, zal vruchten afwerpen. Dan moet ook de vraag worden beantwoord of Europa een waardengemeenschap wil zijn waarin veel plaats is voor soevereiniteit van de eigen landen of dat het toe wil naar een «Europese superstaat».
De heer Herben heeft als lid van de vaste commissie voor Defensie onlangs Turkije bezocht, waarbij hij heeft gesproken met parlementsleden en de legerleiding. Voor veel Turken is het niet duidelijk wat Europa precies is. Zij realiseren zich niet dat zij iets van hun soevereiniteit moeten inleveren of dat artikel 301 van het Turkse wetboek van strafrecht, waarin het beledigen van het Turk zijn strafbaar is, een groot probleem vormt. Nationalistische gevoelens spelen in Turkije een veel grotere rol dan in pakweg Nederland, België, Polen of Engeland. Als in Turkije de notie doordringt dat er een federatie in de maak is waarbij de nationale soevereiniteit ten dele moet worden ingeleverd, zou een referendum ter plekke uitwijzen dat de bevolking niet bij Europa wil. Het zal uiteindelijk averechts werken om Turkije ieder jaar «examen te laten doen» en stap voor stap te laten voldoen aan de Kopenhagencriteria.
De heer Herben sluit zich aan bij de opmerkingen van de heer Van Bommel over Straatsburg.
De heer Van der Ham (D66) refereert aan een interview met de minister van Buitenlandse Zaken in NRC Handelsblad, waarin deze zei dat het, een jaar na het Europese referendum, nog niet zo negatief was dat er nu een bezinningsperiode is. Crises kunnen ook goed uitpakken voor een zich ontwikkelende democratie. De heer Van der Ham is het daarom met de regering eens dat de bezinningsperiode met een jaar verlengd kan worden. Wat gaat er in dat jaar dan precies gebeuren? Wat wordt de expliciete rol van de minister-president?
Tijdens de Europese Raad zal worden stilgestaan bij de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. Het kabinet pleit voor een versterkte rol voor de nationale parlementen. De lidstaten zijn blijkbaar verdeeld over dit punt; wil het kabinet hierop nader ingaan? De heer Van der Ham is voorstander van de «gelekaartenprocedure», maar in hoeverre is hiervoor draagvlak bij andere lidstaten? In de conclusie worden de Raad, de Commissie en het Parlement opgeroepen om een standaardchecklist op te stellen voor subsidiariteit en proportionaliteit. Kan dat wel op Europees niveau gebeuren?
In de ontwerpconclusies is opgenomen dat de beraadslagingen van de raad van ministers over onderwerpen die onder de codecisieprocedure vallen, voortaan in openbaarheid plaatsvinden. Dit is goed, maar het gerucht gaat dat sommige lidstaten zich tijdens de Razeb daartegen verzetten. Wil het kabinet hier wat dieper op ingaan? Kan ervan worden uitgegaan dat de openbaarheid van raadsvergaderingen doorgang vindt?
De heer Van der Ham is blij dat de duurzame ontwikkelingsstrategie zal worden aangenomen. Dat is heel belangrijk in relatie tot de Lissabonstrategie. In de conclusies komt de relatie tussen deze twee strategieën echter onvoldoende terug. Op welke manier wordt de afstemming en consistentie tussen beide strategieën gemonitord en gewaarborgd? Hoe zit het met de motie die is aangenomen over het zevende kaderprogramma? Dat programma staat nu niet op de agenda, maar heeft een duidelijke link met de duurzaamheidsstrategie en met het probleem van de energievoorziening. Wil de minister-president, eventueel schriftelijk, dieper ingaan op de uitwerking van genoemde motie?
Het is goed dat in december een debat zal plaatsvinden over de absorptiecapaciteit van de Europese Unie. Opvallend is dat de Europese Commissie vervolgens de opdracht krijgt om te rapporteren over de criteria van de absorptiecapaciteit, maar dat daarbij niet expliciet wordt verwezen naar de kwaliteitsslag. Op welke manier wordt dit meegenomen in het debat? Het openen van de onderhandelingen met Turkije over het hoofdstuk inzake onderwijs en wetenschap heeft nogal wat commotie opgeleverd, omdat Cyprus het hiermee niet eens was. Het is goed dat men er nu uit is, maar het is belangrijk dat bij de toetredingsonderhandelingen met Turkije niet telkens de grenzen worden opgerekt en toch wordt verdergegaan zonder dat Turkije voortgang boekt in het nakomen van zijn verplichtingen.
De heer Van der Ham is voorstander van het oprichten van een bureau voor de grondrechten. Er is nog geen overeenstemming over het geografisch mandaat van dat agentschap. Waarover gaat de discussie precies? Waarop is de uitspraak van het kabinet gebaseerd dat dit onderwerp wellicht tijdens deze top wordt besproken?
Het is goed dat tijdens de EU/VS-top wordt ingezet op sluiting van Guantánamo Bay. Wordt ook de discussie over Somalië hoog op de agenda gezet? Ook daar is het nodige te zeggen over terrorismebestrijding en radicalisering?
De heer Van der Ham heeft enige tijd geleden vragen gesteld over de homomars in Warschau. Heeft de minister van Buitenlandse Zaken hierover inmiddels contact gehad met de ambassade? Over het onderwerp Straatsburg sluit de heer Van der Ham zich aan bij de andere sprekers. Ten slotte is het toe te juichen dat de minister-president meer te zeggen krijgt over het Europees beleid, maar het wordt dan ook wel tijd dat de premier direct wordt gekozen. Hierover zou nog een brief van het kabinet komen.
De minister van Algemene Zaken memoreert dat een jaar geleden al met enige belangstelling naar deze top werd uitgekeken, juist in verband met de reflectieperiode. De regering is van oordeel dat er reden is om te kiezen voor een langere bezinningsperiode. De top is dus nuttig, al is het alleen maar om te zeggen «wij willen meer dingen doen». Het is belangrijk om in die periode de vraag te beantwoorden wat Europa voor de burger betekent. De mogelijkheden van de huidige verdragen moeten worden verkend en benut. Ook kan er een strategisch debat worden gevoerd over de verdere uitbreiding. Wat de institutionele aspecten betreft, is het verstandig om een koppeling te hebben tussen inhoud en instituties. De rol van de minister-president wordt allereerst ingevuld door actief te blijven op het terrein van Europa. Europa moet leven in de hoofden en harten van burgers, terwijl tegelijkertijd moet worden gewerkt aan de dingen die kunnen worden verbeterd.
Er is geen verschil van opvatting tussen Kamer en kabinet over de onwenselijkheid van de situatie inzake Straatsburg. Daarom heeft de regering zich destijds actief betoond op dit vlak, ook rondom het grondwettelijk verdrag. Hiervoor is echter een verdragswijziging nodig. Het feit dat veel over dit onderwerp wordt gesproken, kan bijdragen aan een verandering. Vanuit het Europees Parlement is een actie gestart om deze zaak te bespreken. Het zal interessant zijn om te zien hoe de voorzitter van het Europees Parlement, Borrell, zich op dit dossier zal opstellen. De minister heeft in informeel verband reeds gebeld met EU-voorzitter Schüssel om te zeggen hoe Nederland hierover denkt. Schüssel heeft een brief geschreven aan Borrell waarin hij zegt dat op het ogenblik het draagvlak ontbreekt om stappen te kunnen doen zoals gewenst door het Europees Parlement. Dat hangt met name samen met Frankrijk. De intentie van de Nederlandse regering is duidelijk, maar er zal tactisch geopereerd moeten worden. De regering zal elke relevante mogelijkheid hiertoe benutten, formeel en informeel. De minister is benieuwd hoe deze discussie in de Europese Raad zal uitpakken, wetende dat er initiatieven in Europa worden genomen.
Nederland heeft het voortouw genomen in de discussie over subsidiariteit. Om hierin zaken te bereiken, is echter ook de steun van andere landen nodig. De opstelling van België dat deze discussie vooruitloopt op het grondwettelijk verdrag, heeft de minister verbaasd. Het thema subsidiariteit is belangrijk en de desbetreffende passages zijn goed. Het is niet te hopen dat België op dit punt als «stoorzender» gaat optreden. Bij het Benelux-overleg zal hierover meer duidelijkheid komen.
In zijn contacten met buitenlandse correspondenten heeft de minister inderdaad het een en ander gezegd over het referendum. Het referendum is er gekomen omdat de meerderheid van het parlement dat wilde, niet omdat het kabinet dat wilde. De minister is zelf geen voorstander van een referendum, maar een volgend kabinet en een volgend parlement zullen hierover beslissen. Omdat er tempo moet worden gemaakt, zou het het beste zijn als het via parlementaire goedkeuring kan. Het maakt overigens ook verschil of het gaat om het grondwettelijk verdrag of om bijvoorbeeld de veranderingen van het Verdrag van Nice. Het gaat erom, vooruitgang te boeken. Daartoe dienen de institutionele belemmeringen in kaart te worden gebracht. Het is goed dat Barroso in zijn benadering een koppeling legt tussen de inhoud en de institutionele zaken. Om de burgers bij het grondwettelijk verdrag, de uitbreiding en bij Europa in het algemeen te betrekken, moet onder meer duidelijk worden gemaakt hoeveel Nederland aan Europa heeft. Alle generaties moeten meer betrokken worden bij het Europadebat.
De minister onderschrijft deels de opmerkingen van de heer Herben over de eenheid in communicatie, maar vindt ook dat dit punt in goede proporties moet worden gezien. Het is gelukt om de financiële perspectieven met elkaar te regelen en om eruit te komen met het grondwettelijk verdrag. Er mag niet een te somber beeld worden geschetst. Op de hoofdonderdelen wordt flinke vooruitgang geboekt. Er moet zichtbaar worden gemaakt wat er allemaal gebeurt. Er is binnen Europa altijd verschillend uitvoering gegeven aan thema’s waarover overeenstemming bestond. Het gaat erom dat de betrokken landen, wetende dat er verschillende opvattingen bestaan over het perspectief van Europa, met elkaar verder willen gaan. Het grondwettelijk verdrag was een poging van regeringen en van het Europees Parlement om met elkaar richting te geven aan Europa. Ook is het van belang dat zakelijk wordt aangegeven op welke terreinen Europa dient te worden versterkt. Er zijn overigens verschillende definities van federalisme. Een discussie over «de verenigde staten van Europa» leidt ook weer tot bepaalde emoties. Het gaat erom of een antwoord kan worden geboden op de vragen waarmee burgers zitten, zowel betreffende de inhoud als de institutionele aspecten.
De minister deelt de opvatting van de heer Van der Ham dat Europa erbij gebaat is om heel intensief aandacht te besteden aan het thema duurzaamheid. Het is fascinerend dat de traditionele scheiding van markt aan de ene kant en regulering aan de andere kant wordt overstegen, omdat er nieuwe mogelijkheden zijn. In Europa neemt het besef van het belang van een energiepolitiek toe. Op dit belangrijke thema zal worden teruggekomen bij de voorbereiding van de begroting. De minister is, zoals bekend, geen voorstander van een direct gekozen premier.
De minister van Buitenlandse Zaken is verheugd dat het parlement met uitzondering van de SP-fractie akkoord is gegaan met de ratificatie. Op 26 september verschijnt een evaluatierapport. In de contacten met Roemenië en Bulgarije komt naar voren dat men de signalen goed heeft opgevangen en alles op alles zet om de «rode vlaggen» weg te krijgen. Bovendien is er op dit moment een zeer gevarieerd monitoringinstrumentarium om ook na januari 2007 dan wel januari 2008 de vinger aan de pols te houden. De minister heeft dus goede hoop dat deze twee landen zowel in de voorbereidingsperiode als daarna zullen voldoen aan de criteria en ook een bijdrage zullen kunnen leveren aan de Europese Unie. Overigens heeft Rusland het energiehandvest helaas niet geratificeerd. President Poetin heeft onlangs nog gezegd dat hij het handvest in zijn huidige vorm niet zou tekenen omdat Rusland er naar zijn idee niet genoeg van profiteert.
De Kamer heeft vorige week al uitvoerig gesproken over Cyprus en Turkije. In de Razeb is afgesproken dat in het najaar een evaluatie plaatsvindt van de implementatie van het Ankaraprotocol. Dit moet eerst worden afgewacht. Als het oordeel over de implementatie negatief is, zullen de relevante hoofdstukken niet worden geopend. «Relevant» is datgene wat betrekking heeft op de implementatie van alles wat met het Ankaraprotocol en de douane-unie te doen heeft. Dat zijn de meest essentiële hoofdstukken: interne markt, mededinging, alles wat met JBZ te maken heeft, milieu, staatssteun, transport en de vier vrijheden. Dit vloeit voort uit de overeenkomst van 21 september 2005. Hierin zijn duidelijke afspraken gemaakt, dus het is niet nodig dat in conclusie 38 expliciet staat dat de onderhandelingen zullen worden gestopt als het protocol niet bijtijds wordt uitgevoerd. Ook Cyprus ziet in dat de afspraken van 21 september niet kunnen verhinderen dat over een onderwerp zoals onderzoek en wetenschap wordt onderhandeld. Nu is het aan Turkije om zijn kant van de afspraken waar te maken. De Turken geven als tegenargument dat zij vinden dat Cyprus ook wat terug moet doen. Als eis is gesteld dat zes wetten worden geïmplementeerd; de wet op de stichtingen is daar niet bij, hoewel de Nederlandse regering zich daarvoor wel altijd heeft ingespannen. Het is een belangrijke wet, die direct te maken heeft met de vrijheid van vergadering en vereniging en de godsdienstvrijheid. Dit proces wordt dus goed in de gaten gehouden. De minister heeft van de Turkse regering begrepen dat deze wet voor de zomer aan het parlement zal worden voorgelegd.
De Nederlandse regering zal blijven aandringen op betrokkenheid van de Europese Unie bij Irak en handhaving van de steun. Er wordt geld ter beschikking gesteld en zowel in NAVO- als EU-verband worden trainingscursussen gegeven. De meningen in de Europese Unie zijn over dit onderwerp verdeeld. Over het Midden-Oosten is en wordt uitvoerig van gedachten gewisseld, onder meer over de vraag hoe concreet steun kan worden gegeven aan het Palestijnse volk. Nadat Hamas aan het bewind kwam, zeiden landen zoals Egypte, Saudi-Arabië en Iran dat ervoor zou worden gezorgd dat de Palestijnse bevolking aan haar trekken kwam. Zij hebben echter in tegenstelling tot deze beloften nauwelijks geld gestort, terwijl de EU wel steun is blijven verlenen. Als de steun verder wordt opgevoerd, druist dat echter op een gegeven moment in tegen de afspraak dat de EU geen zaken doet met Hamas als terroristische organisatie. Die consequenties zijn duidelijk, van tevoren, naar buiten gebracht. De verwijtende toon van mevrouw Karimi op dit punt vindt de minister niet terecht. Het is vreselijk dat kinderen in de Palestijnse gebieden sterven; daarom wordt dan ook getracht om er alles aan te doen om onder meer de gezondheidszorg te ondersteunen.
Over de CIA-vluchten is gesproken met Polen en Roemenië. Deze landen hebben duidelijk uitgesproken dat zij alles hebben onderzocht en blijven bij hun stelling dat zij geen detentiekampen op hun grondgebied hebben gehad. Beide regeringen hebben gezegd dat zij, omdat zij relatief nieuw zijn, er alle voordelen bij hadden gehad om het aan de kaak te stellen als het onder het vorig regime was gebeurd. Zij zeggen dat zij al het materiaal ter beschikking te hebben gesteld dat nodig was, dat zij er heel zeker van zijn dat de beschuldigingen niet juist zijn en dat zij graag materiaal zullen delen dat op wat voor manier dan ook nog naar voren mocht komen.
Het onderwerp Guantánamo Bay zal aan de orde worden gesteld bij de EU/VS-top. Er zal een gezamenlijke slotverklaring komen, waarover nu wordt onderhandeld, die duidelijke taal zal bevatten. De minister heeft van meet af aan gehamerd op openbaarheid over deze zaak en over het sluiten van Guantánamo Bay. Ook de kwestie Somalië zal tijdens deze top aan de orde komen.
Ook de minister heeft het verhaal over de vrouwen in Teheran gelezen, dat hij ten zeerste afkeurt. Met Iran moet niet alleen over nucleaire zaken worden gesproken, maar ook over schendingen van de mensenrechten en terrorisme. Hij zal hiervoor nogmaals de aandacht vragen.
Het grondrechtenbureau zal waarschijnlijk niet ter sprake komen tijdens de top vanwege gebrek aan overeenstemming over de inhoud op vele punten. Het voorzitterschap zal het niet opnemen in de conclusies, waarmee het van de baan is.
De minister heeft contact opgenomen met zijn Poolse collega over de homo-optocht in Warschau, die hem al had toegezegd dat de regering er alles aan zou doen om deze optocht ordelijk te laten verlopen. Uit de berichtgeving blijkt dat de parade zonder problemen heeft plaatsgevonden. Er was een tegenparade van extreem-christelijk-rechtse signatuur, wat hier en daar tot wat gescheld heeft geleid. De Poolse minister heeft dat nog een keer persoonlijk gemeld, om op die manier aan te geven dat zij goed had geluisterd naar de opmerkingen van het Nederlandse parlement.
De staatssecretaris refereert naar aanleiding van een opmerking van de heer Timmermans aan het project van de school in Ede. Het voorstel was inhoudelijk interessant, maar de begroting was te ambitieus gezien het zicht op de implementatie en de afname door andere scholen. De school is welkom om een nieuwe, bijgestelde aanvraag te doen die dan wederom welwillend en zorgvuldig zal worden bekeken.
De EU-strategie voor duurzame ontwikkelingen is een samennemen van een heleboel deelacties die op vele plekken terugkomen. Om toch aan een integrale benadering vast te houden, is eens in de twee jaar op Europees niveau een voortgangsrapportage aan de orde. Belangrijke input daarvoor is dat Eurostat op een aantal specifieke indicatoren meet en kijkt wat er is gebeurd. Dit is een goede manier om de vinger aan de pols te houden. Overigens is duurzaamheid primair een nationale aangelegenheid. De wisselwerking tussen de duurzame strategie en de Lissabonstrategie is natuurlijk heel groot. Zij overlappen elkaar voor een heel groot deel. Beide strategieën verwijzen ook netjes naar elkaar.
De staatssecretaris is met mevrouw Karimi en de heer Van Bommel van mening dat de gedeeltelijke openbaarheid van de raadsvergaderingen een eerste stap zou moeten zijn naar verdere openbaarheid. Zo kan onder meer worden getoond dat Europa op een opener wijze politiek wil bedrijven. Op dit moment is er echter geen ruimte voor nadere stappen op dit vlak. Zo heeft het Verenigd Koninkrijk betoogd dat openbaarheid goed is, maar dat dit toch echt een stap te ver is. De positie van Nederland is duidelijk; het is belangrijk dat deze stap is gezet, maar het is nog maar het begin.
De Nederlandse regering en Kamer zijn van mening dat subsidiariteit een van de belangrijke nieuwe ontwikkelingen is om Europa beter te laten functioneren en om duidelijk het beeld naar voren te brengen dat Europa niet te veel doet. Het is een positieve manier om eerlijker de zaken te verdelen en te presenteren. De rol van nationale parlementen moet veel belangrijker worden in het vullen van het democratisch gat. De staatssecretaris heeft hierover drie voorstellen gedaan. Ten eerste zou de Europese Commissie, ook nu er geen nieuw verdrag is, ervoor dienen te zorgen dat de parlementen hun werk goed kunnen doen door tijdig goede informatie te geven over voornemens tot nieuwe voorstellen. Ten tweede zou de Commissie, indien een behoorlijk deel van de parlementen signalen uitzendt dat er een probleem komt, die tekenen ook serieus moeten nemen. Ten derde zou de Europese Raad in een vroegtijdig stadium moeten kunnen uitmaken of een onderwerp iets voor Europa is. Het laatste voorstel is op dit moment sowieso een stap te ver, maar helaas is het ook niet zeker dat het eerste voorstel gaat lukken. Naast België zijn er meer landen die dit te ver vinden gaan. De argumenten die hiervoor worden gebruikt, betreffen enerzijds het «cherry picking» en anderzijds dat het institutionele evenwicht tussen de instellingen zou worden beïnvloed door het vergroten van de rol van nationale parlementen. De staatssecretaris is het niet met deze argumenten eens. De checklist waarover de heer Van der Ham sprak, is een interessante gedachte om het idee van subsidiariteit te concretiseren. Het is dan inderdaad wel de vraag hoe zo’n lijst er precies uit zou moeten zien. De regering zal hier hard aan trekken, maar zij zal blij zijn als de huidige tekst ongeveer wordt gehandhaafd. Op dit moment zit er niet meer in.
Samenstelling: Leden: Dijksma (PvdA), De Haan (CDA), Koenders (PvdA), Atsma (CDA), Karimi (GroenLinks), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Albayrak (PvdA), Van der Staaij (SGP), Waalkens (PvdA), Weekers (VVD), Balemans (VVD), Van Baalen (VVD), Van Winsen (CDA), Van den Brink (LPF), Herben (LPF), Duyvendak (GroenLinks), Van Velzen (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Van Heteren (PvdA), voorzitter, Van Dijk (CDA), Dubbelboer (PvdA), Van der Laan (D66), ondervoorzitter, Brinkel (CDA), Szabó (VVD), Jonker (CDA) en Van Schijndel (VVD).
Plv. leden: Kruijsen (PvdA), Hessels (CDA), Leerdam (PvdA), Çörüz (CDA), Halsema (GroenLinks), Bussemaker (PvdA), De Wit (SP), Eijsink (PvdA), Rouvoet (ChristenUnie), Douma (PvdA), Wilders (Groep Wilders), Veenendaal (VVD), Algra (CDA), Varela (LPF), Van As (LPF), Özütok (GroenLinks), Vergeer (SP), Ormel (CDA), Nijs (VVD), Buijs (CDA), Fierens (PvdA), Dittrich (D66), Ferrier (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Spies (CDA) en Snijder-Hazelhoff (VVD).
Samenstelling: Leden: De Haan (CDA), Koenders (PvdA), Karimi (GroenLinks), Timmermans (PvdA), ondervoorzitter, Van Bommel (SP), Albayrak (PvdA), Wilders (Groep Wilders), Van Baalen (VVD), Van Aartsen (VVD), voorzitter, Van As (LPF), Herben (LPF), Ormel (CDA), Ferrier (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Van Velzen (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Van Dijk (CDA), Nawijn (groep Nawijn), Fierens (PvdA), Tjon-A-Ten (PvdA), Eijsink (PvdA), Samsom (PvdA), Brinkel (CDA), Szabó (VVD), Jonker (CDA), Koşer Kaya (D66) en Nijs (VVD).
Plv. leden: Dijksma (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Arib (PvdA), De Wit (SP), Leerdam (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Griffith (VVD), Varela (LPF), Van den Brink (LPF), Haverkamp (CDA), Rambocus (CDA), Halsema (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Kant (SP), Eski (CDA), Çörüz (CDA), Wolfsen (PvdA), Waalkens (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Van Winsen (CDA), Veenendaal (VVD), Kortenhorst (CDA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Van Fessem (CDA) en Dittrich (D66).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-02-698.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.