21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2821 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 januari 2024

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) van 2 en 3 februari 2024.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot

Geannoteerde Agenda informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) op 2 en 3 februari 2024

Op 2 en 3 februari 2024 vindt de informele Raad voor Ministers van Buitenlandse Zaken (RBZ), tevens bekend als Gymnich, plaats in Brussel. Deze informele Raad heeft als doel een forum te bieden voor strategische discussies. Er zullen geen Raadsbesluiten of mededelingen uit deze bijeenkomst voortvloeien. De agenda bestaat vooralsnog uit een diner met de Ministers van Buitenlandse Zaken van de landen uit de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties (ASEAN) en twee werksessies over de EU-Afrikarelatie en de EU-Turkijerelatie. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te nemen aan deze informele Raad.

Daarnaast wordt de Kamer via deze weg geïnformeerd over het rapport betreffende de stand van zaken van de EU-Turkije relatie en de ministeriële Indo-Pacific bijeenkomst die plaatsvindt op 2 februari 2024.

Programma informele Raad

Diner met counterparts van de ASEAN-landen

Tijdens de informele Raad organiseert het Belgisch EU-voorzitterschap een diner voor de EU-Ministers van Buitenlandse Zaken en hun counterparts van de ASEAN-landen. Hier wordt, in navolging van de EU-ASEAN ministeriële die eerder op de dag plaatsvindt, informeel van gedachten gewisseld over de relatie tussen de EU en ASEAN. Tevens wordt er gesproken over thema’s van gemeenschappelijk belang, waaronder op het gebied van veiligheid, stabiliteit, bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde, duurzame ontwikkeling en de digitale economie.

Discussie EU-Afrikarelatie

De Ministers zullen naar verwachting spreken over de EU-Afrikarelatie. Recente conflicten en militaire machtsovernames hebben gezorgd voor instabiliteit in grote delen van Afrika. Deze ontwikkelingen vormen ook een bedreiging voor Europa. Stabiliteit, vrede en veiligheid voor Afrikaanse landen en burgers draagt immers ook bij aan het tegengaan en voorkomen van (grensoverschrijdend) gewelddadig extremisme. Tegelijkertijd wil Europa vooruitgang boeken op het tegengaan van irreguliere migratie naar het Europese continent. Verreweg de meeste Afrikaanse migranten verplaatsen zich binnen Afrika, maar een klein deel probeert via irreguliere wegen Europa te bereiken.

Betrokkenheid van de EU is nodig om de uitdagingen gezamenlijk het hoofd te bieden en kansen op het terrein van economische samenwerking, grondstoffen en duurzaamheid te benutten. Bijvoorbeeld in het kader van het EU Global Gateway-initiatief. Een goed voorbeeld van een dergelijke samenwerking is de Lobito Corridor. Deze corridor verbindt Zambia en het zuiden van de Democratische Republiek Congo met de haven van Lobito in Angola en maakt soepele uitvoer van grote hoeveelheden kobalt, nodig voor de productie van batterijen, mogelijk. De EU heeft daarbij de handen ineen geslagen met de VS.

Nederland zal tijdens de informele Raad oproepen tot krachtige uitvoering van de afspraken die in 2022 zijn gemaakt binnen het EU-Afrika Partnerschap, onder andere voor uitvoering van de EU Global Gateway. Met deze investeringsagenda wil de EU de samenwerking met Afrikaanse landen versterken, onder meer in de energie-, transport-, en gezondheidssector. Dit is van belang in het licht van veranderende geopolitieke verhoudingen en grotere belangen voor Afrikaanse landen om hechtere banden met landen als China, Rusland en de Golfstaten te onderhouden.

Daarnaast zal Nederland pleiten voor een jaarlijkse EU-AU ministeriële bijeenkomst. Dit biedt bij uitstek gelegenheid om relaties met Afrikaanse partners te versterken en voortgang op politiek niveau te bespreken.

EU27-discussie over het rapport: State of play of EU-Türkiye political, economic and trade relations 2023

De Ministers zullen naar verwachting spreken over de EU-Turkijerelatie. Het kabinet verwelkomt een brede discussie over de relatie van de EU met Turkije. Het kabinet maakt gebruik van de gelegenheid om de Kamer te informeren over het rapport «State of play of EU-Turkiye political, economic and trade relations 2023», gepubliceerd op 29 november jl. door de Commissie en de Europese Dienst Extern Optreden (EDEO).1 De leden van de informele Raad zullen naar verwachting hun discussie baseren op dit rapport.

In 2021 gaf de Europese Raad aan bereid te zijn om op een gefaseerde, proportionele en omkeerbare wijze met Turkije samen te werken op onderwerpen van wederzijds belang. De Europese Raad benadrukte tevens dat een dialoog over mensenrechten en de rechtsstaat integraal onderdeel blijft van de EU-Turkije relatie.2 De Europese Raad van juni 2023 herhaalde de conclusies uit 2021 en verzocht de Commissie en EDEO om met een rapport over de stand van zaken van de EU-Turkije relatie te komen.3

Turkije is een partner voor de EU en Nederland op terreinen als migratie, veiligheid, terrorismebestrijding, klimaat en economie. Turkije is niet alleen een groot buurland van de EU, maar tevens NAVO-bondgenoot en een belangrijke geopolitieke speler in de regio. Het kabinet hecht eraan om te investeren in de relatie met Turkije, waarbinnen ook regulier gesproken wordt over thema’s waarover zorgen bestaan, zoals mensenrechten en de rechtsstaat.

Zoals uiteengezet in de kabinetsreactie4 op het AIV-advies over de geopolitieke rol van Turkije, erkent het kabinet de belangrijke en actieve rol die Turkije vervult op het wereldtoneel, bijvoorbeeld in de bemiddeling tussen Rusland en Oekraïne en bij de totstandkoming van het Black Sea Grain Initiative. Wat het kabinet betreft brengt een dergelijke rol ook de verantwoordelijkheid met zich mee om bij te dragen aan stabiliteit en de internationale rechtsorde. Het kabinet benadrukt deze verantwoordelijkheden bijvoorbeeld bij regionaal optreden in Syrië en Irak waar Turkije operaties uitvoert en ten aanzien van het bewaren van eenheid binnen de NAVO. Recent is hierin een belangrijke stap gezet door het besluit van het Turkse parlement om in te stemmen met de toetreding van Zweden tot de NAVO. Het kabinet verwelkomt deze belangrijke stap die Zweeds NAVO-lidmaatschap dichterbij brengt als concrete en strategische versterking van het bondgenootschap.

Sinds juni 2021 heeft Turkije een constructievere houding aangenomen op verschillende dossiers die van groot belang zijn voor de relatie met de EU, zoals in de betrekkingen met Griekenland. Tevens levert Turkije enorme inspanningen met de opvang van bijna vier miljoen vluchtelingen en speelt Turkije een belangrijke rol in de bemiddeling tussen Oekraïne en Rusland. De EU heeft belang bij een goede samenwerking met Turkije, met name tegen de achtergrond van geopolitieke ontwikkelingen, zoals de Russische agressie tegen Oekraïne.

Het rapport van de Commissie en EDEO bevat aanbevelingen om op een aantal thema’s te bezien of de EU-Turkijerelatie verder ontwikkeld kan worden. Dit staat los van het EU-toetredingstraject, dat feitelijk stil ligt.5 De kern van de inzet van het kabinet in de EU-brede discussie blijft erop gericht om op gefaseerde, proportionele en omkeerbare wijze met Turkije samen te werken en alleen op onderwerpen van wederzijds belang.

De brede insteek van het rapport sluit aan bij het Nederlandse beleid. Dit behelst onder andere het blijven aanspreken van Turkije op het belang van de-escalatie in de Oostelijke Middellandse Zee, inclusief een duurzame oplossing in de Cypruskwestie, het erkennen van regionale veiligheidszorgen van Turkije en tegelijkertijd de noodzaak van proportioneel en binnen bestaande internationaalrechtelijke kaders handelen bij operaties. Daarnaast betreft het samenwerking op EU gemeenschappelijk buitenland- en veiligheidsbeleid (GBVB), high-level dialogen met Turkije over thema’s van gedeeld belang zoals, onder meer migratie, veiligheid, energie, (financiële) steun voor Turkije op het migratiedossier en samenwerking op handel en investeringen.

In lijn met het rapport vindt het kabinet dat er ruimte is voor een aantal voorzichtige, incrementele stappen, die kunnen worden gezet mits Turkije zich constructief blijft opstellen. Vanwege de constructieve opstelling van Turkije steunt het kabinet de voorstellen van de Commissie en EDEO die passen binnen het beleid om op een gefaseerde, proportionele en omkeerbare wijze met Turkije samen te werken op onderwerpen van wederzijds belang. Zo is het kabinet van mening dat de Europese Investeringsbank haar activiteiten in alle sectoren kan hervatten. Dit heeft geen invloed op het Nederlandse standpunt aangaande het opschorten van pre-accessiesteun voor Turkije. Daarnaast kan het kabinet de aanbeveling volgen om nader onderzoek te doen naar visumfacilitatie voor bepaalde doelgroepen met wederzijds belang, zoals studenten en zakenreizigers; dit sluit aan op staand beleid. Deze facilitatie dient echter niet dusdanig vergaand te zijn dat voortgang door Turkije op de openstaande benchmarks voor visumliberalisatie wordt ondermijnd. Verder steunt het kabinet het herstarten van de discussie of de Raad de Commissie zou moeten mandateren om met Turkije over het moderniseren van de douane-unie te onderhandelen, met dien verstande dat Turkije zich blijft inspannen voor het oplossen van handelsbelemmeringen en het tegengaan van sanctieontwijking ten opzichte van Rusland. Indien Turkije blijft werken aan deze punten zou de volgende stap kunnen zijn dat de Raad de Commissie een mandaat geeft voor de onderhandelingen. De Commissie en EDEO bevelen aan om deze beslissing te zijner tijd te wegen «in een breder klimaat dat bevorderlijk is voor de onderhandelingen over een regeling voor Cyprus». Het kabinet zet hierbij ook in op regelmatige evaluatie van de Turkse inspanningen. Het kabinet zal de Kamer over deze evaluaties informeren en betrekken bij eventuele verdere stappen.

Indo-Pacific Forum

Op 2 februari 2024 organiseert het Belgisch EU-voorzitterschap het ministeriële EU Indo-Pacific Forum. Dit ministeriële forum zal stilstaan bij de relatie tussen de EU en de Indo-Pacific regio en voortbouwen op de eerdere discussies die zijn gehouden tijdens ministeriële EU Indo-Pacific Fora in respectievelijk Parijs en Stockholm in 2022 en 2023. Het ministeriële forum biedt een platform voor de bespreking van concrete samenwerkingsinitiatieven tussen de twee regio’s en de verdere uitwerking van de gezamenlijke EU Indo-Pacific mededeling, die op 16 september 2021 is gepresenteerd. Hierbij kan worden gedacht aan samenwerking op het gebied van veiligheid, economische samenwerking en connectiviteit.

Tijdens het forum zullen drie ronde tafel discussies worden gevoerd over 1) geopolitieke en veiligheidsuitdagingen in de Indo-Pacific, 2) het bevorderen van gedeelde welvaart, economische weerbaarheid en investeringen, en 3) het versnellen van de groene energie transitie. De Minister van Buitenlandse Zaken zal deelnemen aan de eerste ronde tafel en de Nederlandse inzet in de regio op dit gebied uiteenzetten. Hierbij zal de nadruk zal worden gelegd op het feit dat recente ontwikkelingen laten zien dat de toekomst van de Indo-Pacific regio en de Euro-Atlantische regio één-op-één met elkaar verbonden zijn. Onze veiligheid en welvaart zijn verbonden met veiligheid en stabiliteit in de Indo-Pacific regio. De verdere samenwerking is erop gericht daar uitdrukking aan te geven. Het gaat hierbij o.a. over maritieme veiligheid, economische veiligheid en cyber security.

Naar boven