21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2544 MOTIE VAN HET LID VAN WIJNGAARDEN

Voorgesteld 17 november 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat EU-ambtenaren gevestigd in België al tien jaar automatisch loonsverhoging ontvangen en thans een salarisverhoging van 6,9% tegemoet kunnen zien omdat het EU-loonbeleid op dit aspect zou aansluiten bij de Belgische praktijk van automatische loonindexatie;

constaterende dat de Europese Commissie op andere aspecten van het loonbeleid in het voordeel van EU-ambtenaren juist sterk afwijkt van de Belgische praktijk, zoals op het gebied van loonbelasting, waarvan EU-ambtenaren zijn vrijgesteld en welke volgens de OESO nergens hoger is dan in België, of Belgische ministers, die vrijwillig juist 8% van hun loon hebben ingeleverd;

overwegende dat deze uit de verordening ter vaststelling van het ambtenarenstatuut volgende salarisontwikkeling van EU-ambtenaren aan heroverweging toe is;

overwegende dat het EU-loonbeleid in 2023 herzien en heroverwogen kan worden;

verzoekt het kabinet via de Raad komende tijd en in 2023 samen met andere lidstaten de Commissie aan te sporen de methode voor salarisstijging voor EU-ambtenaren te versoberen, desnoods met een beroep op de procedure van artikel 241 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Wijngaarden

Naar boven