21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2540 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 november 2022

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Buitenlandse Zaken van 14 november 2022.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 14 NOVEMBER 2022

Op 14 november aanstaande vindt een Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) plaats. De Minister van Buitenlandse Zaken is verhinderd; de Nederlandse Permanent Vertegenwoordiger bij de Europese Unie zal Nederland vertegenwoordigen. Op de agenda staan als volle agendapunten de Russische agressie tegen Oekraïne, de Grote Merenregio en de Westelijke Balkan. Onder Current Affairs staan de onderwerpen Libanon, EU-CELAC, klimaatdiplomatie (COP27 en COP15) en EUMM Georgië geagendeerd.

Voorafgaand aan de RBZ heeft de Raad een informele ontbijtsessie met de Belarussische oppositieleider Sviatlana Tsikhanouskaya, waarin de situatie in haar land besproken zal worden. Het kabinet zal zijn blijvende steun uitspreken voor haar streven naar fundamentele vrijheden en een democratisch legitiem bestuur in Belarus. Nederland heeft de afgelopen jaren, conform de motie van de leden Piri en van der Lee1 en de motie van het lid Agnes Mulder c.s.2, beurzen beschikbaar gesteld voor Belarussische studenten in Europa en de oppositie in Belarus gesteund. Daarnaast steunt het kabinet het International Accountability Platform for Belarus (IAPB) om de bewijslast voor misdaden die gepleegd worden door de Belarussische autoriteiten te documenteren. Verder zal er tijdens het informele ontbijt naar verwachting worden gesproken over de rol van Belarus in de Russische oorlog tegen Oekraïne. Het kabinet is bezorgd over de steun van het regime van Loekasjenko aan Rusland en de recente retoriek en acties door de Belarussische autoriteiten. Daarom heeft Nederland bij de RBZ van 17 oktober 2022 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2538) aangedrongen op verdere sancties tegen Belarus.

Russische agressie tegen Oekraïne

De Raad zal spreken over de voortdurende Russische agressie tegen Oekraïne. De kern van de inzet van het kabinet ten aanzien van de Russische oorlog tegen Oekraïne blijft onverminderd gericht op het verder vergroten van de druk op Rusland om de agressie te beëindigen, inclusief door verdere aanscherping van de sancties tegen Rusland. Daarnaast blijft het kabinet zich inzetten voor zoveel mogelijk steun voor Oekraïne, zowel bilateraal als vanuit de EU en in nauwe samenwerking met internationale partners en organisaties.

Specifiek zal de Raad tijdens deze RBZ spreken over de toekomstige benadering van de Russische Federatie. Voor Nederland staat in deze discussie het behoud van EU-eenheid, het isoleren van de Russische Federatie en het grote belang van accountability centraal. Het kabinet blijft zich inzetten voor onderzoek naar schendingen van het humanitaire oorlogsrecht in Oekraïne, het verzamelen van bewijs voor gebruik in toekomstige rechtszaken en coördinatie van verschillende accountability initiatieven. De conclusies van de Europese Raad van 20 en 21 oktober 2022 roepen op tot onderzoek naar volledige accountability3. Conform de motie van het lid Sjoerdsma4 verkent Nederland actief de oprichting van een speciaal tribunaal binnen de EU en VN voor berechting van de personen die verantwoordelijk zijn voor de Russische agressie in Oekraïne. Accountability initiatieven dienen wat Nederland betreft aan te sluiten bij de behoefte van het Internationaal Strafhof en Oekraïne zelf. Het kabinet heeft inmiddels een tweede forensisch- en opsporingsteam naar Oekraïne gestuurd onder de vlag van het Internationaal Strafhof. Een derde en vierde missie zijn volgen in 2023, indien de situatie dit toelaat.

Tijdens de RBZ van 17 oktober jl. is het Raadsbesluit over de EU Military Assistance Mission (EUMAM) voor Oekraïne aangenomen. Naar verwachting zullen de Ministers van Buitenlandse Zaken tijdens de RBZ van 14 november a.s. – en de Ministers van Defensie tijdens de RBZ van 15 november a.s. – de missie operationeel verklaren, waarna de eerste trainingen kunnen worden gestart. EUMAM Oekraïne heeft als doel bij te dragen aan het verbeteren van de militaire vaardigheden van de Oekraïense krijgsmacht en Oekraïne daarmee te steunen in zijn verzet tegen de agressie van Rusland. De missie wordt aangestuurd vanuit het Military Planning and Conduct Capability (MPCC) in Brussel. Een groot deel van de trainingen zal in Polen en Duitsland plaatsvinden. Daarnaast kunnen andere lidstaten trainingen aanbieden onder EUMAM Oekraïne. Het kabinet acht het van belang dat de EUMAM zo snel mogelijk van start gaat. Oekraïne heeft grote behoefte aan trainingen en het is van belang dat EU-lidstaten en andere internationale partners hun aanbod goed op elkaar afstemmen. Nederland zal met enkele stafofficieren bijdragen aan de cel die binnen het MPCC voor de missie wordt ingericht. Daarnaast onderzoekt het kabinet de mogelijkheden voor het aanbieden van trainers en trainingen. Zo kan de ontmijningstraining die Nederland in de afgelopen periode samen met Duitsland heeft gegeven mogelijk onder de EU-missie worden voortgezet. Nederland blijft ook betrokken bij een doorlopende basisgevechtstraining aan Oekraïense strijdkrachten in het Verenigd Koninkrijk.

Ook zal gesproken worden over het voortzetten van steun aan Oekraïne via de Europese Vredesfaciliteit (EPF). Momenteel is er in totaal 3 miljard euro vanuit de EPF beschikbaar gesteld voor de levering van militair materieel. Om EPF-steun aan Oekraïne en andere partnerlanden voort te kunnen blijven zetten is ophoging van het meerjarig totaalbudget van het instrument noodzakelijk. Momenteel is meer dan de helft van het totale EPF-budget van 5,7 miljard euro, dat bedoeld is voor de periode van 2021 tot en met 2027, toegekend aan Oekraïne. Conform de motie van het lid Van Wijngaarden c.s.5 zal Nederland tijdens deze RBZ pleiten voor een ophoging van het EPF-budget op korte termijn om de steun aan Oekraïne voort te kunnen zetten.

Grote Meren

De Raad zal spreken over de ontwikkelingen in de Grote Meren-regio. De regio werd eerder onder Current Affairs besproken bij de RBZ van 18 juli jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2514), na een periode van snel oplopende spanningen tussen de DRC en Rwanda en de verslechterende veiligheidssituatie. Het kabinet blijft in het bijzonder bezorgd over de aanhoudende slechte veiligheidssituatie in oost-DRC (als epicentrum van de regionale instabiliteit) en de impact en humanitaire gevolgen daarvan op de burgerbevolking.

De Raad zal naar verwachting de wenselijkheid van een hernieuwd strategisch raamwerk voor de Grote Meren-regio bevestigen. Gezien het belang dat het kabinet hecht aan de Grote Meren-regio is het kabinet voorstander van een hernieuwde EU-strategie en een geïntegreerde EU-inzet. Het kabinet heeft in het voortraject van de bespreking over een EU raamwerk al initiatief genomen om te komen tot een meer coherente visie van de EU op de regio als geheel, o.a. door samen met andere gelijkgezinde lidstaten inhoudelijke voorstellen te doen. Nederland heeft daarbij onder meer bepleit dat regionale ontwikkelingen een prominentere plek krijgen in de politieke dialoog met de landen in de regio, dat de EU een diplomatieke presentie in oost-DRC opbouwt, dat sancties dynamischer kunnen worden ingezet, en dat er voldoende aandacht moet zijn voor grondoorzaken van instabiliteit, mensenrechten, ruimte voor het maatschappelijk middenveld, het grondstoffendossier en onwettige geldstromen.

Het kabinet beschouwt de strategie bovendien als een belangrijk instrument voor het positioneren van de EU als voorkeurspartner in een regio waar landen als China en Rusland nadrukkelijk actief zijn, en waar de regio zelf de EU heeft gevraagd om actiever te engageren. Het kabinet hecht ook belang aan voldoende EU-capaciteit om uitvoering te kunnen geven aan de gewenste versterkte politieke dialoog met en in de hoofdsteden van de regio.

Westelijke Balkan

De Raad zal de ontwikkelingen en energiesituatie in de Westelijke Balkan bespreken, mede met het oog op de voorbereidingen van de EU-Westelijke Balkan top die zal plaatsvinden in Tirana op 6 december 2022. Het kabinet ondersteunt de inzet om de dialoog tussen de EU en Westelijke Balkan te intensiveren. Daarin past ook een discussie over de energiezekerheid in de regio. Ook zal de top i.h.k.v. het Berlijnproces op 3 november 2022 worden besproken. Het Berlijnproces is gericht op het versterken van de banden tussen landen op de Westelijke Balkan en een aantal EU lidstaten op het gebied van regionale sociaal economische ontwikkeling, waaronder een regionale gemeenschappelijke markt. Aan de top van het Berlijnproces nemen de regeringsleiders van de Westelijke Balkan, de voorzitter van de Europese Raad, de voorzitter van de Europese Commissie en een aantal EU-lidstaten deel. Nederland is geen onderdeel van dit proces. Het kabinet verwelkomt regionale initiatieven die de Westelijke Balkan dichter bij de Europese Unie brengen en volgt in dat kader het Berlijnproces met interesse.

Een discussie over EU-uitbreiding is voorzien voor de Raad Algemene Zaken in december. Zoals eerder aan uw Kamer gemeld, zal het kabinet u halverwege november een appreciatie van de voortgangsrapportages van de Europese Commissie doen toekomen.

Current Affairs

Libanon

De Raad zal de huidige politieke situatie in Libanon bespreken. Libanon bevindt zich in een ernstige economische crisis. Internationale steun vanuit donoren (incl. NL) en het IMF is gekoppeld aan noodzakelijke hervormingen die door de Libanese politiek nog niet zijn doorgevoerd. Daarnaast heeft Libanon sinds de verkiezingen van mei 2022 een demissionair kabinet en is er nog geen nieuwe president gekozen. De termijn van de huidige president eindigde op 31 oktober 2022. Verder spreekt de Raad naar verwachting ook over het maritieme grensakkoord tussen Libanon en Israël. Het kabinet is positief over de overeenkomst en ziet dit als een goede stap richting stabiliteit in de regio. Ten slotte, voor wat betreft de terugkeer van vluchtelingen van Libanon naar Syrië, hecht Nederland groot belang aan naleving van het non-refoulement beginsel, namelijk het verbod op het terugzenden van vluchtelingen naar hun land van herkomst als zij vervolging te vrezen hebben. De EU en mensenrechtenorganisaties constateren dat op dit moment de voorwaarden ontbreken voor veilige, vrijwillige en waardige terugkeer van vluchtelingen naar Syrië.

Klimaatdiplomatie: COP27 + COP15 biodiversiteit

De Raad zal spreken over de voortgang van de onderhandelingen op de VN-klimaatconferentie (COP27) die van 6 tot en met 18 november plaatsvindt in Sharm el Sheikh, Egypte. De EU inzet is vastgelegd in de conclusies van de Milieuraad van 24 oktober jl. Het kabinet blijft voorstander van het naleven van ambitieuze klimaatactie, vooral op het gebied van adaptatie, alsook de benodigde ambitieverhoging en implementatie van mitigatiemaatregelen om de meest kwetsbare mensen en gemeenschappen te beschermen.

De Raad zal eveneens stilstaan bij de voorbereiding van de VN-biodiversiteitsconferentie onder het Biodiversiteitsverdrag (Convention on Biological Diversity, CBD – COP15.2), die van 7 tot 19 december plaatsvindt in Montréal, Canada. Tijdens deze conferentie dient een nieuw strategisch raamwerk voor de periode tot 2030 (het «Global Biodiversity Framework») te worden overeengekomen. Het kabinet staat een ambitieuze EU-inzet en uitkomst voor, waar onder andere een versterkt systeem van monitoring, rapportage en verantwoording bij hoort. De EU-inzet voor de COP15 is eveneens vastgelegd in de conclusies van de Milieuraad van 24 oktober jl.

Follow-up EU-CELAC bijeenkomst

De HV zal een terugkoppeling geven over de bijeenkomst van Ministers van Buitenlandse Zaken van de EU en de CELAC (Community of Latin American and Caribbean States) op 27 oktober jl. in Buenos Aires. Tijdens deze ministeriële bijeenkomst stond het vernieuwen van het partnerschap tussen beide regio’s centraal en werd er o.a. gesproken over samenwerking op het gebied van duurzaam economisch herstel post-COVID, klimaatverandering, multilateralisme, veiligheid, bestuur en mensenrechten. Het kabinet steunt de verdieping van de samenwerking tussen de EU en Latijns-Amerika en de Cariben. Nederland heeft tijdens de bijeenkomst benadrukt het partnerschap met de regio specifiek te willen verdiepen t.a.v. multilateralisme, internationaal recht, klimaat en grensoverschrijdende criminaliteit. Ook heeft Nederland in gesprekken met verschillende landen uit de regio opgeroepen tot blijvende steun voor de veroordeling van de Russische invasie in Oekraïne. In de tweede helft van 2023 zal tijdens het Spaanse EU-voorzitterschap een top plaatsvinden tussen de EU en de regio.

EUMM Georgië

De Raad zal stilstaan bij de voortgang van de EU Monitoring Capaciteit (EU MCAP) in Armenië. De Raad besloot op 17 oktober jl. tot het inzetten van veertig civiele waarnemers van de European Union Monitoring Mission (EUMM) in Georgië aan de Armeense zijde van de internationale grens met Azerbeidzjan. Doel hiervan is de situatie in de regio te monitoren, te analyseren en hierover te rapporteren. De missie duurt in beginsel twee maanden. Dit besluit kwam tot stand na een verzoek van Armenië en marge van de Europese Politieke Gemeenschap (EPG) in Praag. Azerbeidzjan heeft toegezegd te zullen samenwerken met de EU MCAP, maar is kritisch over een mogelijk langere termijn. De eerste waarnemers zijn inmiddels ter plaatse. De Raad zal de eerste resultaten van EU MCAP bespreken na de snelle inzet van personeel vanuit EUMM Georgië.

Overig

Buitenlandse inmenging

Ook zal Nederland tijdens de RBZ benadrukken dat ongewenste buitenlandse inmenging in Europa niet acceptabel is en aandringen op een brede review van deze problematiek in de EU. Betere uitwisseling van informatie en beleid is nodig om te komen tot een meer consistente Europese aanpak.


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2362 is uitgevoerd.

X Noot
2

Kamerstuk 35 925 V, nr. 33 is op dit moment in uitvoering. Er is contact geweest met de Belarussische oppositie. Bij de uitvoering van de motie wordt gefocust op het versterken van de democratische Belarussische bewegingen in ballingschap met in achtneming van hun behoeften.

X Noot
3

ER conclusies 20–21 oktober 2022: 2022-10-2021-euco-conclusions-en.pdf (europa.eu).

X Noot
4

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1841.

X Noot
5

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1836.

Naar boven