Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 juni 2022
Hierbij stuur ik u conform de afspraken omtrent de EU-informatievoorziening bijgevoegde
brief aan Vicepresident Dombrovskis inzake EU-handelsbeleid. Op initiatief van Zweden
hebben Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen,
Malta, Portugal, Slovenië, Spanje, Tsjechië en Nederland deze brief op 20 juni 2022
aan Vicepresident Dombrovskis van de Europese Commissie gestuurd en met de Raad een
afschrift gedeeld.
In de brief onderstrepen mijn collega’s en ik de noodzaak en het belang van weerbare
waardeketens, strategische partnerschappen, kennisuitwisseling en open handel. De
Russische agressie en invasie van Oekraïne, alsook de COVID-pandemie maken dat eens
te meer duidelijk. Juist nu moet de EU beter gebruik maken van haar potentieel om
de mondiale handelsagenda en handelsregels vorm te geven. Dit vraagt om een proactief,
open en eerlijk handelsbeleid. Daarnaast wijzen de ondertekenaars erop dat EU-handelsbeleid
niet in een vacuüm opereert. Andere landen sluiten met succes handelsakkoorden af
om hun positie in de wereldeconomie geopolitiek te versterken. Volgens de ondertekenaars
van de brief mag de EU hierin niet achterblijven. Daarom roepen zij op om voortvarender
op te treden in het onderhandelen, ondertekenen en in werking laten treden van handelsakkoorden.
Hierdoor verzekeren we ons van toegang tot belangrijke derde markten, garanderen we
onze lange-termijn economische groei en versterken we ons geopolitiek gewicht in de
wereld.
De brief is in lijn met het coalitieakkoord, waarin is afgesproken dat Nederland een
actief handelsbeleid voert, waarbij handels- en investeringsverdragen een belangrijk
instrument zijn. Ook sluit de brief aan op het verzoek in de motie van het lid Hammelburg
(Kamerstuk 36 045, nr. 78) om een concreet plan voor het sluiten van handels- en investeringsakkoorden bij
de diversificatie van handelspartners. Naast een algemene oproep om te komen tot meer
handelsakkoorden, worden in de brief ook specifieke partners genoemd waarmee de onderhandelingen
over een handelsakkoord zouden moeten worden versneld. Ook wordt verwezen naar een
aantal door de Commissie onderhandelde akkoorden, die de EU, met robuuste en afdwingbare
duurzaamheidsafspraken, zou moeten proberen aan te nemen en implementeren. Met het
oog op de eerder door uw Kamer aangenomen gewijzigde motie over het EU-Mercosur akkoord1 hecht ik eraan te herhalen dat het kabinet pas een positie over dit akkoord zal innemen
wanneer de Commissie de definitieve teksten voor besluitvorming voorlegt aan de Raad.
Met het ondertekenen van deze brief wordt niet vooruitgelopen op de uiteindelijke
Nederlandse positie ten aanzien van een EU-Mercosur akkoord. Dat heb ik de Commissie
ook laten weten.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher