21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

32 317 JBZ-Raad

Nr. 2325 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 maart 2021

Hierbij bieden wij u het verslag aan van de informele videoconferentie van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 15 maart 2021.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

VERSLAG VAN DE GECOMBINEERDE INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN EN RAAD JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN 15 MAART 2021

Introductie

Op maandag 15 maart jl. vond de informele vergadering van de leden van de gecombineerde Raad Buitenlandse Zaken en Raad Justitie en Binnenlandse Zaken plaats. De Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hebben namens het kabinet deelgenomen aan deze vergadering. Op de agenda stond de externe dimensie van het EU-migratiebeleid in het kader van het EU migratie- en asielpact. Tijdens de bespreking stonden de beoogde brede partnerschappen van de EU met derde landen centraal en daarmee samenhangend verbeterde coördinatie en samenwerking tussen de verschillende EU-instellingen, en tussen de EU en haar lidstaten. Tenslotte presenteerde het Portugees voorzitterschap zijn voorstel ter versterking van samenwerking tussen de EU en Noord-Afrikaanse landen op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken, dat ook op de agenda van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 12 maart jl. stond.

De externe dimensie van het EU-migratiebeleid in het kader van het EU migratie- en asielpact

De informele vergadering van de gecombineerde Raad werd voorgezeten door de Hoge Vertegenwoordiger, Josep Borrell, en de Portugese Minister van Binnenlandse Zaken, Eduardo Cabrita. De Hoge Vertegenwoordiger onderstreepte het belang van een gezamenlijk optreden van EU instituties en lidstaten bij zowel de externe als de interne dimensie van het EU migratiebeleid en het samenbrengen van beide dimensies. Veel lidstaten, inclusief het Portugees voorzitterschap, benadrukten daarbij het belang van het organiseren van gecombineerde Raden Buitenlandse Zaken en Justitie en Binnenlandse Zaken. De laatste gecombineerde Raad vond zes jaar geleden plaats. Het Portugese voorzitterschap concludeerde dat het nuttig zou zijn om dit soort RBZ/JBZ Jumboraden vaker te organiseren, bij voorkeur jaarlijks.

Lidstaten waren eensgezind over de noodzaak van een alomvattende aanpak van migratie, via brede op maat gemaakte partnerschappen met belangrijke herkomst-, transit- en opvanglanden, waarbij gebruik wordt gemaakt van het brede instrumentarium dat de EU tot haar beschikking heeft. Vicepresident van de Commissie, Margaritis Schinas, bracht onder de aandacht dat de EU nu meer instrumenten tot haar beschikking heeft dan zes jaar geleden, waaronder het Neighbourhood Development and International Cooperation Instrument (NDICI) en de vernieuwde visumcode, en dat die verschillende instrumenten in samenhang moeten worden bezien en ingezet.

Veel lidstaten zagen mogelijkheden voor een verbeterde EU-coördinatie op het gebied van migratiesamenwerking. De EU-inzet kan aan effectiviteit winnen als er gezamenlijk wordt opgetreden en meer met één stem gesproken wordt. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, riepen de Europese Commissie op om te komen met een roadmap voor de externe dimensie van migratie. Enkele leden van de Raad, waaronder Nederland, onderstreepte daarbij de noodzaak van een partnerschapscoördinator binnen de Europese Commissie. Er bestond grote overeenstemming onder de lidstaten over Noord-Afrika als prioriteitsregio voor verdere samenwerking op het gebied van migratie. Ook merkten verscheidene lidstaten de Westelijke Balkan, de Sahel, de Hoorn van Afrika en landen op de Zijderoute, zoals Afghanistan en Pakistan aan als belangrijke regio’s en landen voor versterkte migratiesamenwerking.

Nederland onderstreepte de noodzaak om voortgang te boeken op de in het migratie- en asielpact voorgestelde EU brede partnerschappen die voor beide partijen meerwaarde hebben. Nederland sloot zich aan bij de verzoeken van meerdere lidstaten aan de Europese Commissie om de EU samenwerking met prioritaire derde landen concreet uit te werken, inclusief een duidelijke tijdlijn.

Nederland benadrukte dat meer sturing nodig is binnen de EU op coördinatie en samenwerking op de externe dimensie van het EU migratie- en asielpact, zodat de brede beleidsterreinen en EU instrumenten, de inspanningen van lidstaten, en de belangen van partnerlanden geïntegreerd kunnen worden afgewogen. Nederland drong aan op goede coördinatie tussen de verschillende Directoraten-Generaal binnen de Europese Commissie en de Europese Dienst voor Extern Optreden, alsmede met de lidstaten.

Verder benadrukten verschillende lidstaten, waaronder Nederland, de noodzaak van voldoende flexibele EU-financiering voor migratiesamenwerking en betrokkenheid van de lidstaten bij de besteding van deze migratiemiddelen, waaronder uit het NDICI. Binnen de brede partnerschappen zal aandacht moeten zijn voor verschillende aspecten van migratie. Zo pleitten verschillende lidstaten voor voldoende investeringen in de grondoorzaken van migratie, onder andere om de economie te stimuleren en werkgelegenheid te creëren, en voor het lokaal versterken van grensbeheer en de aanpak van mensenhandel en mensensmokkel.

Ten aanzien van artikel 25bis van de Visumcode en de samenwerking op terugkeer refereerde Commissaris Johansson aan de bespreking in de JBZ-raad van 12 maart jl. Het voornemen van de Europese Commissie werd aangehaald om op basis van een gezamenlijke, gerichte landenlijst met betrokken lidstaten op te trekken richting derde landen om terugkeersamenwerking te verbeteren.1 Veel lidstaten, waaronder Nederland, refereerden in hun interventie aan het visuminstrument en het belang van spoedige en concrete vervolgstappen gericht op mogelijke inzet van dit instrument.

Samenwerking tussen de EU en Noord Afrikaanse landen op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken

Tot slot spraken de leden van de Raad over de samenwerking tussen de EU en Noord-Afrikaanse landen. Het Portugees voorzitterschap deed daarbij een voorstel voor een politieke dialoog met Noord-Afrikaanse landen op het terrein van Justitie- en Binnenlandse Zaken. Dit voorstel werd eerder besproken in de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 12 maart jl.2 Het gaat daarbij om een brede dialoog, waaronder over justitiële samenwerking, politiesamenwerking, migratiesamenwerking, bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit en terrorismebestrijding. Ook het bevorderen van fundamentele rechten en de rechtstaat kan onderdeel vormen van deze samenwerking. Dit voorstel van het voorzitterschap werd breed verwelkomd.

Opvolging

Hoge Vertegenwoordiger Borrell, de Portugese Minister van Binnenlandse Zaken Cabrita, vicepresident Schinas en Commissaris Johansson concludeerden dat er zeer brede consensus is over de brede geïntegreerde aanpak om samenwerking met derde landen aan te gaan en voelden zich gesteund om hier concreet mee aan de slag te gaan. Commissaris Schinas markeerde dat migratie niet langer op zichzelf staat, maar een kernelement vormt van het buitenlandse beleid van de EU. Minister Cabrita onderstreepte nogmaals het belang van het samenbrengen van de interne en externe dimensie van het EU asiel- en migratiebeleid.

De Commissie gaf aan gehoor te zullen geven aan de boodschap van veel lidstaten om de partnerschappen te operationaliseren. Bij het versterken van de migratiesamenwerking met deze landen zullen alle beschikbare instrumenten worden ingezet, inclusief bezoeken op hoog niveau.

Zoals aangekondigd tijdens de JBZ-raad van 12 maart, gaf het voorzitterschap aan ten aanzien van artikel 25bis van de Visumcode na aparte bilaterale overleggen met de lidstaten een vertrouwelijke lijst van meest prioritaire derde landen op te stellen. Commissaris Johansson bevestigde dat de Commissie aan de hand van deze lijst in dialoog zal treden met de betreffende derde landen over terugkeersamenwerking, rekening houdend met de EU-brede betrekkingen met deze landen. De Commissie verwacht vervolgens in de zomer eventuele (visum)maatregelen voor te kunnen stellen aan de Raad.


X Noot
1

Verslag van de informele Raad Justitie en Binnenlandse Zaken 12 maart 2021. Kamerstuk 32 317, nr. 682

X Noot
2

Ibid.

Naar boven