21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2269 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 22 februari 2021

De algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de brief van 5 januari 2021 inzake het EU-China investeringsakkoord (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2255).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 12 februari 2021. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, De Roon

De adjunct-griffier van de commissie, Meijers

1

Wat is er, de laatste keer dat de Kamer over de voortgang van dit verdrag is geïnformeerd, op 9 november 2020, gedeeld met de Kamer? Wanneer en hoe is de Kamer verder geïnformeerd? Kunt u een overzicht geven van de overige momenten dat de Kamer is geïnformeerd?

Antwoord van het kabinet:

In het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 9 november 2020 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2249) staat:

Commissaris Dombrovskis informeerde de Raad over de voortgang in de onderhandelingen met China over het Comprehensive Agreement on Investment (CAI). Op een aantal terreinen is de afgelopen periode stevige voortgang geboekt in de onderhandelingen. Er liggen conceptafspraken over onder andere state-owned-enterprises, gedwongen technologieoverdracht en transparantie van subsidies. China heeft een markttoegang bod op tafel gelegd dat verder gaat dan het tot nu toe aan andere bilaterale partners heeft toegezegd. Dit markttoegang bod ligt desalniettemin nog niet op het niveau dat de Europese Unie vraagt. Op het gebied van telecom (cloud services), gezondheidszorg (private ziekenhuizen, biotech) en elektrische voertuigen ligt het aanbod bijvoorbeeld nog behoorlijk verwijderd van waar de EU om vraagt.

Andere nog belangrijke openstaande punten betreffen afspraken over geschillenbeslechting alsook over milieu en arbeidsstandaarden, waar de partijen nog ver uit elkaar liggen. Nederland en een groot aantal lidstaten gaf aan dat stevige afspraken hierover essentieel zijn om te komen tot een uiteindelijk akkoord. Daarbij stelden de meeste lidstaten, waaronder Nederland, dat de inhoud van het akkoord belangrijker is dan de snelheid waarmee het wordt afgerond («substance over speed») en dat de EU niet overhaast een akkoord moet afsluiten.

Daarna is uw Kamer op 5 januari jl. per brief geïnformeerd over het op 30 december jl. aangekondigde conceptakkoord (Kamerstuk 21 501-02 nr. 2255).

In de afgelopen periode is de Kamer op verschillende momenten geïnformeerd over de voortgang van de onderhandelingen, vooral in het kader van een Raad Buitenlandse Zaken Handel, bijvoorbeeld via de geannoteerde agenda of de «Voortgangsrapportage Handelsakkoorden».

2

Maakten van de rapportage, over de voortgang van de onderhandelingen over het verdrag, ook verwachtingen deel uit? Zo ja, kunt u daarvan een overzicht delen?

Antwoord van het kabinet:

Nee, rapportage over voortgang richt zich doorgaans op de Nederlandse (of Europese) inzet en niet op verwachtingen.

3

Wanneer kunnen we de tekst van het verdrag verwachten?

Antwoord van het kabinet:

Het definitieve, juridisch geschoonde en vertaalde verdrag, op basis waarvan de Raad zal besluiten over ondertekening, en de Raad en het Europees Parlement vervolgens zullen besluiten over sluiting van het verdrag, wordt niet eerder dan tegen eind 2021 verwacht.

De concepttekst van het principeakkoord is inmiddels gepubliceerd op de website van de Europese Commissie.1

4

Waarom hoeft het verdrag alleen geratificeerd te worden door het Europees Parlement en de Raad, en niet de nationale parlementen?

Antwoord van het kabinet:

De Commissie onderhandelt sinds 2013 over een investeringsakkoord op grond van een mandaat dat gevormd wordt door zowel een Raadsbesluit als een intergouvernementeel besluit van de lidstaten. De Commissie lijkt nu met China een principeakkoord te hebben bereikt over een EU-only overeenkomst zonder bepalingen over investeerder-staat geschillenbeslechting. Daarmee zou er geen juridische noodzaak zijn voor het sluiten van een gemengd akkoord.

5

Zal dit verdrag EU-only zijn of zullen de nationale parlementen hier goedkeuring aan moeten geven?

Antwoord van het kabinet:

Zie het antwoord op vraag 4.

6

Mochten onderdelen van dit verdrag niet EU-only zijn, kan er een overzicht worden gegeven van deze onderdelen?

Antwoord van het kabinet:

Het principeakkoord dat is bereikt door de onderhandelaars van de EU en China lijkt uit te gaan van een EU-only overeenkomst. Indien in de EU-China investeringsovereenkomst geen bepalingen worden opgenomen over investeerder-staat geschillenbeslechting, dan is er geen juridische noodzaak om een gemengd akkoord te sluiten. Een definitieve analyse van het akkoord kan pas gemaakt worden als een definitieve tekst beschikbaar komt inclusief alle bijlagen.

7

Wat is de gehele parlementaire procedure voor de onderdelen in dit handelsakkoord die niet EU-only zijn?

Antwoord van het kabinet:

Zie de antwoorden op vragen 5 en 6.

8

Wat zijn precies de artikelen en delen uit het EU-China Investeringsakkoord (CAI) die vallen onder respectievelijk de exclusieve, gedeelde dan wel ondersteunende bevoegdheden van de Europese Unie?

Antwoord van het kabinet:

Zie het antwoord op vraag 6.

9

Wanneer wordt het verdrag in de Raad verwacht?

Antwoord van het kabinet:

Het definitieve, juridisch geschoonde en vertaalde verdrag, op basis waarvan lidstaten zullen moeten besluiten over ondertekening van het verdrag, wordt niet eerder dan tegen eind 2021 verwacht.

10

Kunt u het ratificatieproces van dit investeringsakkoord schetsen? Wat is uw inschatting van het krachtenveld in de Raad en het Parlement?

Antwoord van het kabinet:

Er zijn nog de nodige stappen te gaan voordat de overeenkomst in werking kan treden. Allereerst moeten de definitieve teksten gereed komen, waarbij zal moeten blijken of de Commissie inderdaad een EU-only overeenkomst zal voorstellen. Dan zal de Europese Commissie de Raad een voorstel doen voor een besluit tot ondertekening en eventueel voorlopige toepassing. Daarover moet de Raad een besluit nemen. Als de Raad besluit tot ondertekening, zal de Commissie na ondertekening door beide partijen, de Raad een voorstel doen tot sluiting van de overeenkomst. Dat voorstel wordt ter goedkeuring aan het Europees Parlement voorgelegd. Als het Europees Parlement het voorstel goedkeurt en de Raad besluit tot sluiting, kan de Europese Unie aan China mededelen dat de interne procedure voor goedkeuring is afgerond. Als China de Europese Unie ook heeft medegedeeld dat hun interne procedure voor goedkeuring is afgerond, treedt de overeenkomst in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de dag waarop beide partijen die mededeling hebben gedaan.

Alle lidstaten, waaronder Nederland, moeten nog hun appreciatie van het investeringsakkoord maken. De Raad en het Europees Parlement zullen het akkoord naar verwachting nog vaak bespreken voordat het bovenstaande proces volledig is doorlopen.

11

Kunt u de uitspraak van de EU en China in september jl. delen waarin zij uitspraken de onderhandelingen nog in 2020 af te ronden?

Antwoord van het kabinet:

«With regard to the negotiations for an ambitious EU-China Comprehensive Investment Agreement (CAI) ... The two sides reaffirmed their objective of closing the remaining gaps before the end of the year.»2

12

Begin december jl. kwamen de onderhandelingen plotseling en onverwacht in een stroomversnelling, waarom onverwacht?

Antwoord van het kabinet:

In november was de status van de onderhandelingen nog dat China geen toezeggingen wilde doen inzake de ratificatie van de ILO-conventies, hier leek op dat moment geen oplossing voor te zijn. Begin december gaf de Commissie aan dat China toch bereid leek te bewegen op dit voor de EU belangrijke punt. Dit was onverwacht.

13

Wat is uw inschatting van de reden van de «onverwachte» bereidheid van China tot het komen tot een akkoord?

Antwoord van het kabinet:

Het kabinet kan niet namens China spreken over de afweging die is gemaakt.

14

Waarom is ervoor gekozen om nog ter elfde ure in 2020 de onderhandelingen af te ronden?

Antwoord van het kabinet:

Zoals vermeld in vraag 11, hadden de EU en China de wens uitgesproken om in 2020 de onderhandelingen af te ronden. De bereidheid van China begin december om concessies te doen op voor de EU belangrijke punten gaf het momentum om af te kunnen ronden. Dit mondde uit in de virtuele bijeenkomst van 30 december 2020 waarin het principeakkoord werd aangekondigd.

15

Wat is er – na 7 jaar onderhandelen – in december 2020 gebeurd waardoor de onderhandelingen in een stroomversnelling kwamen? In hoeverre speelde het streven van Duitsland om een akkoord tijdens hun voorzitterschap af te sluiten een rol? Welke concessies zijn er gedaan om dat streven te behalen?

Antwoord van het kabinet:

Zie het antwoord op vraag 12. Onder het Duitse voorzitterschap is een brede impuls gegeven aan de EU-China relatie. De onderhandelingen over het CAI zijn gevoerd door de Commissie, op basis van het onderhandelingsmandaat dat hiervoor door de Raad en de lidstaten in 2013 is gegeven.

16

Welke concessies zijn er door de EU gedaan om ervoor te zorgen dat het akkoord nog in 2020 kon worden bereikt?

Antwoord van het kabinet:

In de laatste fase van de onderhandelingen gaf de Commissie aan dat een extra toezegging op de energiemarkt nodig was om China over de streep te trekken. De Commissie heeft daarop een aanpassing gedaan, bovenop het markttoegangsaanbod, waarmee Chinese investeerders extra toegang krijgen van maximaal 5 procent per lidstaat in productie van wind- en zonne-energie. Investeringen in energie-infrastructuur en niet-hernieuwbare energie zijn hiervan uitgesloten. Bovendien is de toegang op basis van wederkerigheid, dus Chinese investeerders mogen maximaal evenveel investeren als het marktaandeel dat Europese investeerders in China hebben in wind- en zonne-energie. Volgens de Commissie is dat momenteel ongeveer 2 procent. De lidstaten hebben de Commissie toestemming gegeven voor dit extra aanbod.

17

Is de timing van dit akkoord, na 7 jaar gesteggel, niet heel opvallend? In hoeverre speelde het feit dat het Brexit-akkoord vlak ervoor was gesloten hierbij een rol?

Antwoord van het kabinet:

De EU heeft eerder de doelstelling geformuleerd om de onderhandelingen over een mogelijk investeringsakkoord met China voor het einde van 2020 af te ronden. Deze onderhandelingen zijn in de laatste weken van 2020 in een stroomversnelling geraakt, wat heeft geleid tot de virtuele bijeenkomst van 30 december 2020 waarin het principeakkoord werd gesloten.

De onderhandelingen over de toekomstige relatie met het Verenigd Koninkrijk die hebben geleid tot de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst staan los van de onderhandelingen met China over een investeringsakkoord.

18

Kunt u, de voor Nederland essentiële elementen, delen welke voor

30 december 2020 bij de Franse en Duitse verantwoordelijken en bij de Eurocommissaris voor Handel Dombrovskis zijn gepresenteerd zoals in de brief wordt gesteld?

Antwoord van het kabinet:

De essentiële elementen die Nederland herhaaldelijk naar voren heeft gebracht zijn: een daadwerkelijke verbeterde markttoegang voor EU-investeerders in China, een gelijk speelveld en concrete Chinese toezeggingen ten aanzien van duurzaamheid, met name arbeidsrechten.

19

Is de door u ingebrachte en breed gedragen wens van de Kamer en het kabinet om eventuele misstanden doorlopend te adresseren, op bilateraal of multilateraal niveau door uw Franse en Duitse collega’s, alsook door Eurocommissaris voor Handel Dombrovskis, alleen voor kennisgeving aangenomen of zijn er concrete afspraken gemaakt over het adresseren van de misstanden? Zo ja, welk afspraken zijn hierover gemaakt? Is hierbij in het bijzonder de situatie van Oeigoeren en andere minderheden in China benoemd?

Antwoord van het kabinet:

Zoals gebruikelijk bij investeringsakkoorden zijn binnen het CAI geen afspraken gemaakt over specifieke misstanden. De zorgen over de mensenrechtensituatie in China, waaronder die van Oeigoeren, worden doorlopend besproken in contacten met China, op bilateraal, Europees, en multilateraal niveau. Zo heeft de EU ook tijdens de EU-China leaders meeting van 30 december 2020 nogmaals haar ernstige zorgen over de mensenrechtensituatie in China uitgesproken.3

20

Zijn er in reactie op, de door u ingebrachte en breed gedragen wens van de Kamer en het kabinet om eventuele misstanden doorlopend te adresseren, op bilateraal of multilateraal niveau in samenspraak met uw Franse en Duitse collega’s, alsook door Eurocommissaris voor Handel Dombrovskis, al concrete plannen gemaakt om de misstanden in China te adresseren? Zo ja, over welke misstanden zijn afspraken gemaakt? Is er ook gesproken over de in China bestaande heropvoedingskampen en de wijze waarop daarmee mensenrechten worden geschonden? Zo ja, hoe is dit geadresseerd? Zo nee, waarom niet?

Antwoord van het kabinet:

Het adresseren van specifieke mensenrechtenschendingen vergt de inzet van een breed instrumentarium, op bilateraal, Europees en multilateraal niveau. Het kabinet blijft daarom zowel bilateraal als in EU- en VN-verband aandacht vragen voor de mensenrechtensituatie in China, in het bijzonder in Xinjiang, en trekt hierbij zo veel mogelijk op met gelijkgezinde (EU) landen. De EU heeft onder andere in de 45ste zitting van de VN-Mensenrechtenraad (MRR) van september jl. specifiek zorgen geuit over de misstanden waaronder dwangarbeid, gedwongen sterilisatie en geboortebeperkingen in Xinjiang. De Minister-President heeft op 23 december jl. in gesprek met premier Li Keqiang de mensenrechten-situatie in Xinjiang opgebracht.

Tegelijkertijd is het CAI een investeringsakkoord en daarmee in eerste instantie bedoeld om de toegang van investeerders tot elkaars markt te reguleren en het gelijk speelveld tussen de EU en China voor investeerders te verbeteren.

Het kabinet heeft ten aanzien van het CAI wel aangedrongen op stevige afspraken over investeringen en duurzame ontwikkeling, waaronder arbeidsrechten.

21

Welke voor Nederland belangrijke punten heeft het kabinet op tafel gelegd bij de Europese Commissie toen duidelijk werd dat een deal in zicht was? Welke daarvan zijn ingewilligd in het principeakkoord?

Antwoord van het kabinet:

Zie het antwoord op vraag 18. Deze punten lijken te zijn geadresseerd in het principeakkoord, maar het kabinet moet nog een zorgvuldige weging van alle teksten maken voordat hier een eindoordeel over gegeven kan worden. Het definitieve, juridisch geschoonde en vertaalde verdrag, wordt niet eerder dan tegen eind 2021 verwacht.

22

Welke toezeggingen heeft China op het laatste moment gedaan op het gebied van markttoegang en duurzaamheid?

Antwoord van het kabinet:

Volgens de Commissie maakte China in de laatste weken significante stappen wat betreft markttoegang op de volgende gebieden: gezondheidszorg (private ziekenhuizen), elektrische auto’s en research in biotech. Wat betreft duurzaamheid, was de toezegging van China om toe te werken naar ratificatie van de openstaande ILO-conventies.

23

Op welk moment wist u dat het sluiten van een concept-akkoord met China nabij was?

Antwoord van het kabinet:

Op 15 december 2020 liet de Commissie weten met de onderhandelingen richting een afronding te willen laten gaan. Het was toen echter niet duidelijk of dat ook zou kunnen worden waargemaakt.

24

Klopt het dat er een politieke akkoord gepresenteerd is op 30 december 2020 voordat Nederland de volledige tekst van dit politieke akkoord heeft gezien?

Antwoord van het kabinet:

Op 30 december 2020 is een politiek akkoord aangekondigd, zonder dat lidstaten de volledige tekst van het akkoord hadden gezien. Lidstaten hebben wel conceptversies van overeengekomen tekst gezien. Maar voor onderwerpen waarover nog geen overeenstemming was, waaronder een aantal belangrijke onderwerpen, hadden lidstaten geen overeengekomen tekst gezien.

25

Welke gedeelten van het akkoord zijn, voorafgaand aan het sluiten van het conceptakkoord, met Nederland gedeeld?

Antwoord van het kabinet:

De Commissie onderhandelt op basis van een onderhandelingsmandaat dat door de Raad en de lidstaten is verleend. Tijdens de onderhandelingen heeft het op grond van artikel 207 VWEU ingestelde Handelspolitiek Comité de onderhandelingen vanuit de Raad intensief begeleid. Ook heeft het kabinet tijdens de onderhandelingen concepten ingezien om de voortgang van de onderhandelingen te kunnen bewaken. Op een aantal belangrijke onderwerpen werd lange tijd geen voortgang geboekt. Nederland kan pas op basis van de definitieve en volledige tekst van het akkoord beoordelen of de uiteindelijke tekst van het akkoord binnen het onderhandelingsmandaat ligt. Daartoe was en is nu nog geen gelegenheid.

26

Kan in algemene termen een politiek akkoord worden gesloten zonder dat de leden van de Raad de tekst hebben gezien?

Antwoord van het kabinet:

Ja, de Commissie kan tot een onderhandelaarsakkoord komen. Dat is een politiek akkoord. Om te voorkomen dat de Raad, nadat de onderhandelaars tot overeenstemming zijn gekomen, de Commissie terugstuurt naar de onderhandelingstafel, is het van belang dat het akkoord inhoudelijk goed is voorbereid. De Commissie koppelt dan ook tussentijds terug over de voortgang van de onderhandelingen. Uw Kamer is daarover zoals gebruikelijk geïnformeerd middels de geannoteerde agenda’s en verslagen van de Raad Buitenlandse Zaken voor Handel, alsook in de kwartaalrapportage inzake lopende onderhandelingen. Verder geeft de Raad, naast het onderhandelingsmandaat, ook richtsnoeren voor de onderhandelingen en maken lidstaten hun offensieve doelstellingen kenbaar. Zoals hierboven al aangegeven, moet nog worden beoordeeld of de principeovereenkomst binnen de door de Raad gestelde kaders valt.

27

Welke aanpassingen zijn er gemaakt in het akkoord tussen begin december, toen uitstel door COREPER werd gevraagd, en eind december, toen het uiteindelijk politieke akkoord gesloten werd?

Antwoord van het kabinet:

COREPER heeft niet om uitstel gevraagd. Zie de antwoorden op vragen 16 en 22 voor wat betreft de aanpassingen.

28

Heeft u, formeel of informeel, enige instemming namens Nederland laten blijken met het sluiten van een conceptakkoord bij de Europese Commissie?

Antwoord van het kabinet:

Het kabinet heeft altijd duidelijk aangegeven dat Nederland pas een definitief standpunt in kan nemen als we de definitieve en volledige teksten hebben geanalyseerd. Gedurende de gehele CAI onderhandelingen is voor Nederland de inhoud leidend geweest en niet de snelheid.

29

Hebben andere EU-lidstaten zich positief of negatief uitgelaten over het gesloten conceptakkoord? Zo ja, welke lidstaten, en hoe?

Antwoord van het kabinet:

Er is nog geen definitieve tekst van het akkoord voorgelegd aan de Raad. Derhalve heeft nog geen enkele lidstaat een formeel standpunt ingenomen.

30

Kunt u duiden wat in de praktijk de meerwaarde zal zijn van het feit dat China zich committeert aan het «toewerken naar» ratificatie en naleving van de conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO)?

Antwoord van het kabinet:

De meerwaarde in de praktijk zal zich moeten bewijzen, maar de overeenkomst biedt een extra handvat voor het boeken van voortgang op het gebied van arbeidsrechten, met name om de vier openstaande fundamentele ILO-conventies te ratificeren en in China’s nationale regelgeving te respecteren. China heeft, buiten de ILO, niet eerder de toezegging gedaan om toe te werken naar ratificatie van de vier fundamentele ILO-conventies. Het CAI geeft de EU een instrument om deze toezegging te agenderen in gesprekken met China. Ook voorafgaand aan de inwerkingtreding van het CAI bieden deze afspraken een concreet aanknopingspunt voor agendering van dit onderwerp.

De vier fundamentele ILO-conventies die China nog niet geratificeerd heeft, hebben betrekking op vrijheid van organisatie in vakbonden en collectieve onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden (Conventies 87 en 98) en op dwangarbeid (Conventies 29 en 105).

31

Op welk moment zal het «toewerken naar ratificatie en naleving» van de ILO-conventies door China afdwingbaar zijn? Welk tijdspad krijgt China voor de ratificatie en toepassing? Welke sancties volgen wanneer dit tijdspad niet wordt gevolgd?

Antwoord van het kabinet:

De afspraken inzake investeringen en duurzame ontwikkeling, inclusief de toezegging van China om toe te werken naar ratificatie van de fundamentele ILO-conventies, zijn juridisch bindend vanaf het moment van ratificatie en inwerkingtreding van het CAI.

Het is aan de EU om bij vermeende gebrekkige naleving consultaties met de verdragspartij aan te gaan, waarbij – indien partijen er niet uit komen – uiteindelijk een deskundigenpanel een rapport met aanbevelingen opstelt. Dat rapport zal – nadat het beschikbaar is gesteld aan de verdragspartijen – openbaar worden gemaakt, met waarborgen voor vertrouwelijke informatie. De verdragspartijen dienen binnen 30 dagen nadat het rapport aan hen beschikbaar is gesteld, te consulteren en op basis van het rapport maatregelen te bespreken om de kwestie te adresseren. Hierbij kunnen zij inbreng van stakeholders (niet statelijke-actoren) over de implementatie van de maatregelen ontvangen. Dit mechanisme wordt ook in andere akkoorden gebruikt.

Verdragspartijen zijn verplicht om stappen te zetten richting ratificatie van de ILO-conventies. Het CAI schetst hiervoor geen concreet tijdpad; er zijn dus ook geen sancties mogelijk op het niet realiseren van een tijdpad.

32

Hoe staat het met het toewerken van China naar de ratificatie en naleving van alle fundamentele conventies van de ILO, in het bijzonder ten aanzien van dwangarbeid (C29 en C105), maar ook de fundamentele conventies over vrijheid van vereniging (C87) en collectieve onderhandelingen (C98)? Hoe wordt dat gemonitord? Wat gebeurt er als blijkt dat China in gebreken is gebleven? Is dit een voorwaarde voordat het verdrag in werking treedt?

Antwoord van het kabinet:

In de ILO wordt gestreefd naar ratificatie van alle acht fundamentele ILO-conventies door alle lidstaten. Het CAI is een extra drukmiddel op China om ook de vier fundamentele conventies te ratificeren die het tot nu toe niet geratificeerd heeft en om deze ILO-conventies in nationale wetgeving effectief te implementeren. De werkgroep inzake duurzame ontwikkeling, waarin verdragspartijen zitting hebben, zal toezien op de naleving van deze afspraken middels een jaarlijkse dialoog. Daarnaast voorziet het akkoord in een mechanisme waarbij de verdragspartijen meningsverschillen over de naleving van de betreffende bepalingen in het CAI kunnen adresseren en oplossen. Het investeringsakkoord is daarmee een instrument om voortgang te bereiken. Implementatie en ratificatie van de fundamentele ILO-conventies worden niet als voorwaarde voor inwerkingtreding gesteld.

De Europese Commissie heeft onlangs een Chief Trade Enforcement Officer aangesteld die onder andere naleving en handhaving van duurzaamheidsafspraken in EU-handelsakkoorden als taak heeft. Tevens heeft de Europese Commissie op 16 november jl. een klachtenmechanisme, ofwel het Single Entry Point, opgezet waar EU maatschappelijke organisaties vermeende gebrekkige naleving van arbeidsafspraken in EU-handelsakkoorden kunnen notificeren. Het ligt voor de hand dat een dergelijk mechanisme ook van toepassing zou zijn op de afspraken in het duurzaamheidshoofdstuk in een investeringsakkoord tussen de EU en China.

Zoals aangegeven bij vraag 31, is het aan de EU om bij vermeende gebrekkige naleving consultaties met de verdragspartij aan te gaan, waarbij indien partijen er niet uitkomen, uiteindelijk een deskundigenpanel een rapport met aanbevelingen opstelt. Dat rapport zal nadat het beschikbaar is gesteld aan de verdragspartijen openbaar worden gemaakt, met waarborgen voor vertrouwelijke informatie. De verdragspartijen dienen binnen 30 dagen nadat het rapport aan hen beschikbaar is gesteld, te consulteren en op basis van het rapport maatregelen te bespreken om de kwestie te adresseren. Hierbij kunnen zij inbreng van stakeholders (niet statelijke-actoren) over de implementatie van de maatregelen ontvangen. Dit mechanisme wordt ook in andere akkoorden gebruikt.

33

Wat is precies afgesproken over het ratificeren van de fundamentele ILO-conventies, nu China die nog niet geratificeerd heeft? Binnen welke termijn zal China deze conventies ratificeren? Hoe wordt gezorgd dat de artikelen in de conventies daadwerkelijk worden nageleefd?

Antwoord van het kabinet:

Zie de antwoorden op vragen 31 en 32.

34

Wat is uw oordeel over de huidige jaarlijkse rapportages van China over de stand van zaken met betrekking tot bestaande wetgeving, beleid en praktijk ten opzichte van de bepalingen van de ILO-conventies?

Antwoord van het kabinet:

Met de jaarlijkse rapportage geven lidstaten de ILO inzicht in de mate waarin bestaande wet- en regelgeving in overeenstemming is met de bepalingen in de conventies. Elk land rapporteert jaarlijks aan de ILO Office over door de ILO Office geselecteerde conventies die door dat land geratificeerd zijn en geeft tevens een update ten aanzien van de principes zoals opgenomen in de door dat land niet-geratificeerde fundamentele ILO-conventies. Deze rapportages zijn niet openbaar, maar worden besproken en beoordeeld door het ILO Committee of Experts on the Application of Conventions and Recommendations (CEACR). Het CEACR stelt een rapport op en een selectie van de zaken daaruit wordt besproken in het tripartiet samengestelde Conference Committee on the Application of Standards (CAS) tijdens de Internationale Arbeidsconferentie. Wanneer een zaak wordt geagendeerd in het CAS, velt de Conferentie een oordeel over de zaak aan de hand van de inhoud van de voorliggende zaak en de bevindingen van het CEACR. Het Conference Committee is, net als de ILO in het algemeen, tripartiet samengesteld en bestaat uit vertegenwoordigers van overheden, werkgevers en werknemers.

Op basis van de rapportages van China heeft de CEACR in 2019 nadere toelichting gevraagd over de naleving van een aantal conventies op het gebied van arbeidsomstandigheden. De door China opgeleverde rapportages hebben in 2019 geen aanleiding gegeven tot bespreking in het CAS. In verband met de COVID-19 crisis heeft het CAS in 2020 geen doorgang gevonden. Eerstvolgende CAS vindt plaats in juni 2021.

35

In hoeverre verwacht u dat Chinese toezeggingen om de ILO-conventies te volgen, gehandhaafd kunnen worden uit hoofde van het investeringsverdrag?

Antwoord van het kabinet:

Zie de antwoorden op vragen 31 en 32.

36

Welke afspraken zijn er precies gemaakt met betrekking tot de ILO-conventies?

Antwoord van het kabinet:

In het CAI onderstrepen verdragspartijen het belang van investeringen die hand in hand gaan met duurzame ontwikkeling, milieubescherming en arbeidsrechten. Verdragspartijen spannen zich in voor een hoog beschermingsniveau van arbeidsrechten en deze niet te verlagen of onvoldoende te handhaven teneinde investeringen aan te trekken. Ook bevestigen zij overeenkomstig de verplichtingen als lidstaat van de ILO en de daaruit voortvloeiende afspraken, om de beginselen van de fundamentele arbeidsrechten te respecteren, te promoten en te verwezenlijken. Partijen zeggen toe om continued and sustained efforts richting ratificatie van fundamentele ILO-conventies te ondernemen en reeds geratificeerde ILO-conventies effectief te implementeren. Ook zullen zij de ratificatie van andere «up to date» ILO-verdragen overwegen.

37

Binnen welke termijn zal China de fundamentele ILO-conventies ratificeren? Klopt het dat er op het gebied van de ratificatie en naleving van een aantal fundamentele ILO-normen slechts toezeggingen zijn gedaan zonder tijdpad?

Antwoord van het kabinet:

Zie het antwoord op vraag 31.

38

Welke mechanismes zijn er overeengekomen om de naleving van de fundamentele ILO-conventies af te dwingen?

Antwoord van het kabinet:

Zie de antwoorden op vragen 31 en 32.

39

Welke effecten verwacht u dat de gemaakte afspraken over de ILO-conventies zullen hebben op de mensenrechtensituatie in China, in het bijzonder wat betreft de situatie rondom dwangarbeid onder de Oeigoerse bevolking?

Antwoord van het kabinet:

China heeft, buiten de ILO, niet eerder de toezegging gedaan om toe te werken naar ratificatie van de vier fundamentele ILO-conventies. Ook bevestigen verdragspartijen overeenkomstig de verplichtingen onder de ILO en de daaruit voortvloeiende afspraken van de beginselen van de fundamentele arbeidsrechten te respecteren, te promoten en te verwezenlijken. Het CAI geeft de EU hiermee een instrument om de ILO- conventies regelmatig met China te bespreken. De vier fundamentele ILO- conventies die China nog niet geratificeerd heeft, hebben betrekking op dwangarbeid (Conventies 29 en 105) en de vrijheid van organisatie in vakbonden en collectieve onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden (Conventies 87 en 98).

Ratificatie van de vier resterende fundamentele ILO-conventies door China levert additionele mogelijkheden op om schending van fundamentele mensenrechten op het gebied van werk en sociale bescherming te kunnen constateren in de ILO.

Een EU-China investeringsakkoord kan en zal niet het antwoord op alle problemen zijn en het kabinet wil dan ook niet de illusie wekken dat het akkoord directe verlichting zal brengen in Xinjiang. Het adresseren van specifieke mensenrechtenschendingen vergt de inzet van een breed instrumentarium, op bilateraal, Europees en multilateraal niveau. Het kabinet heeft ten aanzien van het CAI daarom aangedrongen op stevige afspraken over investeringen en duurzame ontwikkeling, waaronder arbeidsrechten.

Op die manier geeft het akkoord de EU wel een manier om arbeidsrechten aan de orde te stellen en op langere termijn voortgang te boeken.

40

Welke ILO-conventies gaat China niet ratificeren? Waarom niet?

Antwoord van het kabinet:

In totaal zijn er 190 ILO-conventies, waarvan China er 26 heeft geratificeerd. De afspraak in het CAI gaat over vier van de acht fundamentele ILO-conventies. Of en wanneer China deze en andere ILO-conventies gaat ratificeren, is niet te voorspellen.

41

Welke gevolgen heeft het feit dat China niet alle fundamentele ILO-conventies ondertekent voor een gelijk speelveld tussen de EU en China?

Antwoord van het kabinet:

Het creëren van een gelijk speelveld heeft te maken met een veelheid aan factoren en is niet terug te leiden tot één bepaald onderdeel. Belangrijk voor de concurrentiepositie van het bedrijfsleven zijn onder meer infrastructuur, scholing, innovatie en arbeidsproductiviteit. Nederland is een van de meest concurrerende economieën ter wereld en aan deze positie zal weinig veranderen door ratificatie en implementatie van ILO-conventies in China. Uit onderzoek van de OESO en de ILO blijkt dat er geen directe relatie bestaat tussen implementatie van fundamentele ILO-conventies en de concurrentiepositie van landen in de context van handelsliberalisatie4.

De EU maakt afspraken over handel en arbeid in bilaterale handels- en investeringsakkoorden om duurzame ontwikkeling te stimuleren. Handels- en investeringsakkoorden dragen bij aan economische ontwikkeling in de EU en elders.

42

Wat is de inschatting van de termijn van harmonisatie van relevante nationale wetgeving, beleid en praktijk – gebaseerd op de huidige jaarlijkse rapportages van China over de stand van zaken met betrekking tot bestaande wetgeving, beleid en praktijk ten opzichte van de bepalingen van de ILO-conventies?

Antwoord van het kabinet:

Door de jaarlijkse rapportage aan ILO over de stand van zaken op de verhouding tussen bestaande wet- en regelgeving en de fundamentele ILO- conventies is er al goed zicht op eventuele noodzakelijke aanpassingen in de bestaande wet- en regelgeving. Het toezichthoudend mechanisme van de ILO en de mogelijkheid tot indienen van klachten over gebrek aan naleving bij de ILO gaan onmiddellijk in na ratificatie van de openstaande fundamentele ILO-conventies door China.

43

Is het voor Nederland acceptabel om een investeringsakkoord met China te sluiten zolang geen einde is gemaakt aan de gedwongen tewerkstelling, «heropvoeding» en sterilisatie van Oeigoeren?

Antwoord van het kabinet:

Zoals bekend maakt het kabinet zich ernstig zorgen over de mensenrechtensituatie in China, waaronder dwangarbeid door Oeigoeren. Nederland heeft daarom ook steeds in EU-verband het belang benadrukt van stevige afspraken over investeringen en duurzaamheid, waaronder arbeidsrechten.

Het kabinet zal, wanneer de definitieve tekst van het CAI beschikbaar is, de balans van de verschillende onderdelen en de context van het CAI opmaken om vervolgens tot een oordeel te komen.

44

Kunt u reeds een analyse maken van het risico dat het conceptakkoord de handel in, door Oeigoerse dwangarbeid geproduceerde goederen, vergemakkelijkt en/of stimuleert? Zo nee, op welk moment verwacht u deze analyse te kunnen maken?

Antwoord van het kabinet:

Zoals bekend maakt het kabinet zich ernstig zorgen over mensenrechtenschendingen in China en Xinjiang en over Oeigoerse dwangarbeid. Nederland spreekt zich in alle relevante fora uit tegen deze zorgwekkende situatie en pleit onder andere voor betekenisvolle en ongehinderde toegang voor onafhankelijke waarnemers zoals de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN tot Xinjiang. Op 16 december jl. heb ik in mijn gesprek met de viceminister van het Chinese Ministerie van Handel, Yu Jianhua, mijn zorgen geuit en China opgeroepen om toegang te verlenen tot Xinjiang en bedrijven in staat te stellen hun due diligence uit te voeren. Tevens heb ik China opgeroepen de ILO-conventies op het gebied van dwangarbeid te ratificeren. Het onderwerp is ook aan de orde gekomen tijdens het gesprek van Minister-President Rutte en Premier Li Keqiang op 23 december 2020. Ook wijst het kabinet bedrijven actief op de risico’s van zakendoen in Xinjiang. In EU-verband heeft Nederland consequent het belang van afspraken over arbeidsrechten in het investeringsakkoord benadrukt.

Het CAI is een investeringsakkoord. Het richt zich op het vergroten van de markttoegang van investeerders tot elkaars markt en het gelijk speelveld tussen de EU en China voor investeerders te verbeteren. Het CAI richt zich niet op de productie van goederen en bevat geen afspraken over de handel van goederen tussen de EU en China.

Wel is het CAI een extra instrument om bepaalde zaken die verband houden met investeringen, zoals arbeidsrechten, bespreekbaar te maken. De verdragspartijen spreken in het CAI af om beschermingsniveaus op het gebied van arbeidsrechten niet te verlagen of onvoldoende te handhaven teneinde investeringen aan te trekken. In 2017 was de verwachting volgens het Sustainability Impact Assessment dat het CAI een indirect positief effect zou hebben op de bescherming van mensenrechten vanwege een intensievere dialoog over arbeidsrechten en het betrekken van niet-statelijke actoren daarbij.5 In het voorlopige akkoord zijn bepalingen over het betrekken van dergelijke actoren opgenomen.

Het kabinet zal, wanneer de definitieve tekst van het CAI beschikbaar is, de balans van de verschillende onderdelen en de context van het CAI opmaken om vervolgens tot een oordeel te komen.

45

Is het voor Nederland acceptabel om een investeringsakkoord met China te sluiten zolang de persvrijheid en mensenrechten in Hongkong door China niet worden gerespecteerd?

Antwoord van het kabinet:

Het kabinet zal, wanneer de definitieve tekst van het CAI beschikbaar is, de balans van de verschillende onderdelen en de context van het CAI opmaken om vervolgens tot een oordeel te komen.

46

Zijn in het concept-investeringsakkoord afspraken gemaakt ten aanzien van de voortdurende onderdrukking van Tibet door China?

Antwoord van het kabinet:

Investeringsakkoorden bevatten geen afspraken over specifieke mensenrechtenkwesties. Het CAI bevat geen afspraken over Tibet.

47

Welke rol speelden de situatie in en onafhankelijkheid van Hongkong en Taiwan in de onderhandelingen over en totstandkoming van het CAI?

Antwoord van het kabinet:

De Europese Commissie heeft sinds 2013 namens de Unie en de lidstaten met China onderhandeld over het CAI op basis van een mandaat van de Raad en de lidstaten. De wens van de EU om de markttoegang en het gelijk speelveld van EU investeerders ten opzichte van China te versterken lag aan de totstandkoming van dat mandaat ten grondslag. De situatie in en de status van Hongkong en Taiwan speelden daarbij geen rol, en zijn daarom voor zover bekend niet besproken tijdens de onderhandelingen tussen de EU en China over de inhoud van het akkoord.

48

Zijn in het concept-investeringsakkoord afspraken gemaakt over de grootschalige toepassing van de doodstraf door China?

Antwoord van het kabinet:

Als regel bevatten investeringsakkoorden geen punten over specifieke mensenrechtenkwesties. Het CAI bevat geen afspraken over de doodstraf.

49

Kan China door investeringen op basis van het CAI, bijvoorbeeld de surveillance en controle van eigen burgers verbeteren, de greep op de burgerbevolking verder verstevigen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord van het kabinet:

Het CAI voorziet in afspraken voor de toegang van Europese en Chinese investeerders in elkaars markt. Het bevat geen afspraken over surveillance en controle van de eigen burgers door China.

Van Nederlandse bedrijven verwacht het kabinet dat zij zich houden aan de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen, en dus dat zij voorkomen en tegengaan dat hun producten worden misbruikt voor eventuele mensenrechtenschendingen.

Als er sprake is van een Chinese investering in een Europees bedrijf dat in bijvoorbeeld cybersurveillancetechnologie handelt, en de technologie valt onder de exportcontrolewetgeving, dan zal het Europese bedrijf alleen naar China kunnen exporteren met een vergunning. In het geval er sprake is van risico’s op mensenrechtenschendingen, wijst Nederland dergelijke vergunningen af.

50

Hoe verhoudt het CAI zich tot de Nederlandse China-strategie, en tot de door de Tweede Kamer aangegeven wens tot het aanvullen van deze notitie, op het terrein van mensenrechten?

Antwoord van het kabinet:

De relatie met China is complex en veelomvattend. Zoals aangegeven in de Chinanotitie (2019, Kamerstuk 35 207, nr. 1), vraagt dat om een breed instrumentarium om kansen te verzilveren en de uitdagingen het hoofd te bieden. De Chinanotitie geeft aan dat de EU het belangrijkste kanaal is in de relatie met China en dat het kabinet via de EU inzet op specifieke thema’s, waaronder handel en investeringen en mensenrechten.

M.b.t. handel en investeringen stelt de Chinanotitie dat het kabinet op Europees niveau richting China met name inzet op een gelijk internationaal speelveld. Ook stelt de notitie dat ingezet wordt op een investeringsverdrag tussen de EU en China, waarbij de EU zich als eigenstandig economisch en politiek blok opstelt bij het maken van afspraken met China.

M.b.t. mensenrechten geeft de Chinanotitie aan dat het kabinet op Europees niveau inzet op blijvende aandacht voor de mensenrechtensituatie, in het bijzonder de verslechterende situatie van de Oeigoeren in China en daarbuiten. Dat is ook de reden dat Nederland heeft aangedrongen op stevige afspraken over arbeidsrechten in het CAI.

Zie het antwoord op vraag 51 over de manier waarop arbeidsrechten in het CAI zijn geadresseerd en het antwoord op vraag 30 over de meerwaarde van het opnemen van ILO-conventies in het verdrag. Het CAI geeft de EU een instrument om de toezegging van China inzake de ILO-conventies (inclusief ratificatie van ILO-conventies m.b.t. dwangarbeid) steeds te agenderen in gesprekken met China. Daarmee vormt het een aanvulling op de instrumenten die in de Kamerbrief Mensenrechten China (referentie Min-BuZa.2019.4411) zijn genoemd.

51

Kunt u aangeven op welke manier mensenrechten in het verdrag zijn geadresseerd?

Antwoord van het kabinet:

In de preambule van het verdrag bevestigen verdragspartijen hun verbintenis aan het Handvest van de Verenigde Naties en verwijzen daarbij naar de Mensenrechtenverklaring. Daarnaast zeggen verdragspartijen toe dat zij zich zullen inspannen om openstaande fundamentele ILO-conventies te ratificeren en reeds geratificeerde ILO- conventies effectief te implementeren. Ook bevestigen zij overeenkomstig de verplichtingen als lidstaat van de ILO en de daaruit voortvloeiende afspraken, om de beginselen van de fundamentele arbeidsrechten te respecteren, te promoten en te verwezenlijken.

52

Hoeveel onderhandelingsruimte heeft de EU nog, als het gaat om het stellen van eisen ten aanzien van de verbetering van de mensenrechtensituatie in China, nu er een principeakkoord is bereikt?

Antwoord van het kabinet:

De concepttekst wordt juridisch opgeschoond en vertaald. Zodra dit proces is afgerond zal de Commissie een voorstel doen aan de Raad voor ondertekening en sluiting van het akkoord. Het besluit van de Raad vormt de basis voor volgende stappen.

53

Op welke wijze kan het CAI mensenrechtenschendingen in China, onder meer op het vlak van arbeidsomstandigheden en godsdienstvrijheid, helpen tegengaan?

Antwoord van het kabinet:

Zie het antwoord op vraag 51. Het CAI is een extra instrument om arbeidsrechten met China te bespreken. Godsdienstvrijheid is doorgaans geen onderdeel van investeringsakkoorden. Nederland kaart zorgen over godsdienstvrijheid in China consequent aan, zowel bilateraal, in EU-verband, als in VN-vergaderingen over mensenrechten.

54

Op welke wijze kan het CAI mensenrechtenschendingen in China (ongewild) bevorderen, en hoe is met de risico’s daaromtrent rekening gehouden in de onderhandelingen?

Antwoord van het kabinet:

Zie het antwoord op vraag 44.

55

Welke concrete afspraken zijn er gemaakt over duurzaamheid en op het gebied van de mensenrechten? Hoe wordt toegezien op de naleving van deze afspraken?

Antwoord van het kabinet:

Zie de antwoorden op vragen 31, 32 en 51.

56

Kunt u schetsen hoe het aangekondigde nalevingsmechanisme voor duurzaamheid, vergelijkbaar met bestaande mechanismes in handelsakkoorden van de EU met andere landen, werkt?

Antwoord van het kabinet:

Het nalevingsmechanisme in het CAI inzake duurzame ontwikkeling is vergelijkbaar met soortgelijke mechanismen in EU-handelsakkoorden. Het verdrag voorziet in een werkgroep inzake duurzame ontwikkeling, die bevoegd is om effectieve implementatie van de afspraken over investeringen en duurzame ontwikkeling te faciliteren en daarop toe te zien. Ook voorziet het CAI in de mogelijkheid van inbreng van niet-statelijke actoren wat betreft duurzaamheidsbepalingen. Het is aan de EU om bij vermeende gebrekkige naleving consultaties met de verdragspartij aan te gaan, waarbij indien ze er niet uitkomen, uiteindelijk een deskundigenpanel een rapport met aanbevelingen opstelt. Dat rapport zal nadat het beschikbaar is gesteld aan de verdragspartijen openbaar worden gemaakt, met waarborgen voor vertrouwelijke informatie. De verdragspartijen dienen binnen 30 dagen nadat het rapport aan hen beschikbaar is gesteld, te consulteren en op basis van het rapport maatregelen te bespreken om de kwestie te adresseren. Hierbij kunnen zij inbreng van stakeholders (niet statelijke-actoren) over de implementatie van de maatregelen ontvangen.

57

Hoe komt het nalevingsmechanisme voor duurzaamheid, vergelijkbaar met bestaande mechanismen in handelsakkoorden van de EU met andere landen, er voor China specifiek uit te zien? Wordt hierover nog apart onderhandeld? Zo ja, met wie? Op welke termijn zal dit nalevingsmechanisme gaan gelden? Komen er bijzondere voorwaarden gezien de huidige mensenrechtensituatie in China en het ontbreken van een democratische rechtstaat? Zo ja welke? Zo nee, waarom niet?

Antwoord van het kabinet:

Zie het antwoord op vraag 56.

58

Komt de hardheid en afdwingbaarheid van de afspraken op het gebied van duurzaamheid en mensenrechten overeen met de hardheid en afdwingbaarheid van de afspraken over markttoegang voor investeerders?

Antwoord van het kabinet:

Zoals nader uiteengezet in de antwoorden op vragen 31, 32 en 56, bevat het CAI mechanismen om de afspraken op het gebied van investeringen en duurzame ontwikkeling af te dwingen. Voor eventuele geschillen over de interpretatie en toepassing van de overige bepalingen uit het akkoord, gericht op de afspraken over markttoegang, voorziet het akkoord in consultaties, mediation en uiteindelijk de mogelijkheid om het geschil voor te leggen aan een arbitragepanel, een procedure die vergelijkbaar is met het geschillenbeslechtingsmechanisme onder de Wereldhandelsorganisatie (WTO). De afspraken op het gebied van duurzaamheid, arbeidsrechten, en markttoegang voor investeerders zijn bindend. Onder beide nalevingsmechanismen kunnen verdragspartijen elkaar aanspreken op implementatie en toepassing van door de verdragspartijen aangegane internationale afspraken op het terrein van investeringen en duurzaamheid.

59

Klopt het dat het hoofdstuk over Handel en Duurzame Ontwikkeling in het CAI minder sterk is dan in andere recent gesloten verdragen?

Antwoord van het kabinet:

Het hoofdstuk over investeringen en duurzame ontwikkeling in het CAI bevat vergelijkbare afspraken en nalevingsmechanismen, als in hoofdstukken over handel en duurzame ontwikkeling in recent gesloten EU-handelsakkoorden.

60

Wat verwacht u dat de gevolgen zullen zijn van het doorlopend adresseren van eventuele misstanden?

Antwoord van het kabinet:

Zoals aangegeven in de antwoorden op vragen 31, 32, 36, 50 en 56, geeft het CAI een extra handvat om China aan te spreken op arbeidsrechten (inclusief ratificatie van ILO-conventies m.b.t. dwangarbeid), naast andere bilaterale en multilaterale handvatten.

Zoals ook verwoord in de beleidsnotitie «Nederland-China: een nieuwe balans» uit 2019 (Kamerstuk 35 207, nr. 1), blijft het kabinet zich inzetten voor internationale standaarden en afspraken inzake mensenrechten. Nederland draagt dit actief uit en zet zich ook in voor een sterker EU-geluid op dit vlak.

Het kabinet streeft ernaar dit te blijven doen op een wijze die zoveel mogelijk concreet bijdraagt aan het uitbannen en voorkomen van misstanden, en zal misstanden ook blijven adresseren wanneer de gevolgen van die inzet niet direct zichtbaar zijn.

61

Als deze misstanden niet voldoende worden aangepakt, heeft de EU dan de mogelijkheid om op basis hiervan de overeenkomst op te schorten?

Antwoord van het kabinet:

Het CAI bevat geen bepaling die partijen de mogelijkheid biedt de overeenkomst in dat geval op te schorten. Wel geeft het geschillenbeslechtingsmechanisme van het CAI de mogelijkheid tot het (tijdelijk) opschorten van bepaalde verplichtingen op het moment dat de andere partij de door een arbitragepanel geconstateerde tekortkomingen niet (tijdig) of onvoldoende adresseert. Dit is echter niet van toepassing op het hoofdstuk over investeringen en duurzame ontwikkeling, hiervoor geldt een ander nalevingsmechanisme. Zie de antwoorden op vragen 31, 32 en 56.

62

Kunt u het mandaat van de Raad voor de onderhandelingen met de Kamer delen? Kunt u tevens de aanpassing die daarop gemaakt zijn in 2016, met name op het gebied van arbeidsomstandigheden, delen?

Antwoord van het kabinet:

De onderhandelingsrichtsnoeren hebben de rubricering «restreint», waardoor het kabinet gehouden is om hier vertrouwelijk mee om te gaan. Het kabinet bepleit openbaarmaking van de onderhandelingsrichtsnoeren, maar een besluit daartoe kan alleen door de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten worden genomen, in onderlinge overeenstemming.

63

Hoe kan naleving van de afspraken in het verdrag worden gecontroleerd en afgedwongen?

Antwoord van het kabinet:

Het akkoord is gestoeld op een institutioneel raamwerk dat voorziet in mechanismen voor de monitoring van de implementatie van het akkoord. Zo zal een Comité voor investeringen worden opgericht, dat de taak heeft om de implementatie van het akkoord te controleren en te faciliteren. Ook bevat het akkoord een robuust mechanisme bij geschillen tussen verdragspartijen over de interpretatie en toepassing van het verdrag, waarmee de naleving van het akkoord kan worden afgedwongen. Tot slot voorziet het akkoord in een ad hoc mechanisme voor eventueel snel ingrijpen op politiek niveau.

De werkgroep inzake duurzame ontwikkeling, waarin verdragspartijen zitting hebben, zal toezien op de naleving van afspraken over investeringen en duurzame ontwikkeling middels een jaarlijkse dialoog. Het is aan de EU om bij vermeende gebrekkige naleving consultaties met de verdragspartij aan te gaan, waarbij indien ze er niet uitkomen, uiteindelijk een deskundigenpanel een rapport met aanbevelingen opstelt. Dat rapport zal nadat het beschikbaar is gesteld aan de verdragspartijen openbaar worden gemaakt, met waarborgen voor vertrouwelijke informatie. De verdragspartijen dienen binnen 30 dagen nadat het rapport aan hen beschikbaar is gesteld, te consulteren en op basis van het rapport maatregelen te bespreken om de kwestie te adresseren. Hierbij kunnen zij inbreng van stakeholders (niet statelijke-actoren) over de implementatie van de maatregelen ontvangen. Dit mechanisme wordt ook in andere akkoorden gebruikt.

64

Zullen er, parallel aan dit investeringsakkoord, nog afspraken worden gemaakt met China over investeringsgeschillenbeslechting? Zo ja, waarom is dit niet in het akkoord opgenomen?

Antwoord van het kabinet:

De EU en China hebben tot nu toe geen overeenstemming over dit onderdeel kunnen bereiken. In het akkoord verbinden de verdragspartijen zich tot het voortzetten van reeds gevorderde onderhandelingen om tot een overeenkomst over investeringsbescherming en investeringsgeschillenbeslechting te komen (in een zogenaamde «rendez-vous clausule»). Dit betekent dat hierover verder zal worden onderhandeld. De afspraak is om dit proces af te ronden binnen twee jaar na ondertekening van het CAI. In de tussentijd blijft de bilaterale investeringsovereenkomst tussen Nederland en China van kracht (Trb. 2004, nr. 237).

65

Wat voor afspraken zijn er in het principeakkoord gemaakt over investeringsbescherming?

Antwoord van het kabinet:

Zie het antwoord op vraag 64.

66

Wat is de inzet van Nederland als het gaat om het bereiken van een akkoord over een investeerdersbeschermingsmechanisme in het CAI? Is dit in lijn met de inzet van de EU?

Antwoord van het kabinet:

Het kabinet steunt de moderne EU inzet op het gebied van investeringsbescherming, te weten het Investment Court System (ICS). Nederland heeft zich actief in Brussel ingezet bij de totstandkoming van de gemoderniseerde EU-inzet en de ontwikkeling van de ICS bepalingen. Als er een akkoord over investeringsbescherming (met ICS bepalingen) wordt bereikt, zal dat het bestaande bilaterale investeringsverdrag tussen Nederland en China, dat nog niet dergelijke gemoderniseerde bepalingen bevat, vervangen, alsook de andere bilaterale investeringsverdragen tussen andere EU-lidstaten en China.

67

Is de Nederlandse inzet dat er aparte rechtbanken of arbitragecommissies moeten komen, zoals Investor State Dispute Settlement (ISDS) of een Investment Court System (ICS), waarbij investeerders landen kunnen aanklagen? Zo ja, krijgen maatschappelijke organisaties hier ook toegang toe?

Antwoord van het kabinet:

Ja, zoals ook genoemd in het antwoord op vraag 66, is het kabinet voorstander van het opnemen van investeringsbescherming-clausules en het bijhorende investeerder-staat geschillenbeslechtingsmechanisme. Het kabinet steunt de EU inzet op dit gebied, te weten het Investment Court System (ICS).

Het ICS ziet toe op afspraken over investeringsbescherming, die primair gaan over het beschermen van investeerders tegen onrechtmatig overheidsoptreden. Het ICS biedt derde partijen de mogelijkheid om hun zienswijze naar voren te brengen in een specifiek investeringsgeschil onder het ICS. Derde partijen kunnen zich in deze procedures tussen een investeerder en een staat voegen als amicus curiae. Vakbonden, NGO’s en burgers die een belang hebben bij het geschil, kunnen hun visie op en belangen bij het geschil rechtstreeks bij het tribunaal voor het voetlicht brengen, ook als die afwijkt van één van de beide partijen in het geschil. Hierbij kunnen ICS rechters die zienswijze en ook de reactie daarop van de partijen in het geschil meenemen bij haar beraadslagingen over het geschil.

Los van het ICS heeft de Europese Commissie onlangs een nieuw klachtenmechanisme gelanceerd, het Single Entry Point, waar EU maatschappelijke organisaties vermeende gebrekkige naleving van afspraken over investeringen en duurzame ontwikkeling in EU handelsakkoorden kunnen notificeren. Het ligt voor de hand dat een dergelijk mechanisme ook van toepassing zou zijn op de afspraken in het duurzaamheidshoofdstuk in een investeringsakkoord tussen de EU en China.

68

Hoe wordt het arbitragesysteem vormgegeven en welke rol spelen de Europese lidstaten daarbinnen?

Antwoord van het kabinet:

Dit akkoord bevat geen bepalingen over investeerder-staat geschillenbeslechting. Zoals ook toegelicht bij de voorafgaande vragen, vormt het zogenoemde Investment Court System (ICS) de EU onderhandelingsinzet op het gebied van investeringsbescherming en het bijhorende investeerder-staat geschillenbeslechtingsmechanisme. Over de precieze vormgeving van eventuele toekomstige bepalingen over investeerder-staat geschillenbeslechting zal worden onderhandeld, zoals ook vastgelegd in de eerdergenoemde «rendez-vous clausule».

69

Hoe zal de afspraak dat Chinese staatsondernemingen zich beperken tot commerciële activiteiten, worden gehandhaafd?

Antwoord van het kabinet:

Het CAI bevat bepalingen die zich tevens richten op de commerciële activiteiten van staatsondernemingen van beide verdragspartijen. Zoals genoemd in het antwoord op vraag 63, zal een Comité voor investeringen worden opgericht, dat de taak heeft om de implementatie van het akkoord te controleren en te faciliteren. Hierbij kunnen kwesties over de implementatie van alle bepalingen uit het akkoord geadresseerd worden. Daarnaast voorziet het akkoord in een geschillenbeslechtingsmechanisme tussen verdragspartijen bij geschillen over de interpretatie en toepassing van het akkoord. Deze procedure is ook van toepassing op de bepalingen over commerciële activiteiten van staatsondernemingen, waarmee op de naleving daarvan kan worden toegezien. Daarnaast doet het verdrag volgens de Commissie geen afbreuk aan bestaande of in ontwikkeling zijnde Europese wetgeving voor het realiseren van een gelijk speelveld (zoals het witboek buitenlandse subsidies) of aan belangen van economische veiligheid, zoals geregeld in de EU FDI Screening Regulation.

70

Kunt u een toelichting geven op de wederkerigheid en evenwichtigheid van het politieke akkoord tussen Europa en China?

Antwoord van het kabinet:

Een belangrijk doel van een EU-China investeringsakkoord is het adresseren van de bestaande asymmetrie in de investeringsrelatie. De economie van de EU is immers veel opener dan de economie van China. Echter, volledige wederkerigheid tussen China en Europe lijkt niet mogelijk vanwege de rol die de overheid speelt in de sturing van de Chinese economie. In hoeverre de wederkerigheid verbeterd is, kan nu nog niet goed beantwoord worden, dat hangt namelijk onder meer af van de details in de annexen van het akkoord, die momenteel nog niet gepubliceerd zijn. Wanneer de volledige en definitieve teksten gereed zijn, zal het kabinet een zorgvuldige afweging maken.

71

Welke economische sectoren en welke bedrijven profiteren van dit verdrag? Geldt daarbij ook dat alle landen evenredig profiteren, dus Nederland even veel als bijvoorbeeld Duitsland? Op basis van welke cijfers wordt dit onderzocht?

Antwoord van het kabinet:

Het CAI heeft als doel om de toegang tot de Chinese markt te verbeteren en het gelijk speelveld voor Europese investeerders in China te verbeteren. Voorafgaand aan het onderhandelingsmandaat in 2013 is een impact assessment uitgevoerd. Dit impact assessment geeft een bandbreedte van 0,6% tot 1,9% procent aan voor de groei van Europese investeringen in China en 0,3% tot 0,9% voor de groei van Chinese investeringen in Europa. De groei zit in verschillende sectoren, voornamelijk in de transport en automobiel. Hoe groot de voordelen in de praktijk zullen zijn, hangt onder andere af van de sectorspecifieke afspraken die in de annex staan. De annex is nog niet gepubliceerd.

Pas met deze annex wordt duidelijk welke regels gelden voor welke sectoren, en dus wat de voordelen per sector zijn. De Commissie heeft al wel een aantal sectoren bekend gemaakt waarin de toegang voor Europese bedrijven zal verbeteren. Dit zijn onder andere: industrie, auto’s, financiële diensten, gezondheidszorg (ziekenhuizen), biotechnologie, telecommunicatie/cloud diensten, computerdiensten, maritiem en luchttransport.

Alle lidstaten kunnen derhalve profiteren van dit verdrag. De mate waarin individuele lidstaten profiteren is echter van vele factoren afhankelijk en daarom op voorhand lastig in te schatten.

72

Kunt u inzicht geven in de afspraken die gemaakt zijn in het politieke akkoord rondom subsidieverlening? Is er een gelijk speelveld tussen China en de EU-lidstaten gecreëerd?

Antwoord van het kabinet:

De doelstelling van het CAI is om bij te dragen aan een gelijk speelveld voor Europese investeerders in China door de bestaande asymmetrie in de handelsrelatie terug te dringen. Het is een grote uitdaging om Chinese subsidies aan Chinese ondernemingen effectief te adresseren. Er zijn geen bilaterale afspraken over subsidieregimes met China. En op multilateraal niveau blijken de afspraken uit de WTO lastig toe te passen in de specifieke Chinese context. Immers, om in WTO-verband te kunnen acteren, moet eerst aangetoond worden dat er sprake is van een «subsidie» die een specifiek voordeel geeft en «verboden» of «actionable» is. Dat blijkt in de praktijk een lastige opgave te zijn, zeker omdat de informatie over subsidies in China niet transparant is. Bovendien geldt het WTO-subsidie regime alleen maar voor subsidies met betrekking tot handel in goederen en vallen subsidies in de dienstensector buiten de reikwijdte, waarbij het nu lijkt dat het CAI verder gaat dan huidige WTO-verplichtingen omdat het ook de transparantie over subsidieverlening in bepaalde dienstensectoren vergroot. Daarnaast kan de EU om consultaties verzoeken waarbij China extra informatie kan aanleveren over subsidies die een potentieel negatief effect hebben op investeringsbelangen van de EU (zowel op het gebied van goederen als diensten). Deze bepalingen zijn echter uitgezonderd van Sectie X (staat-staat geschillenbeslechting). Nederland zal de samenhang van het CAI met recente initiatieven om het verstorende effect van buitenlandse subsidies op de interne markt te adresseren, bestuderen wanneer de volledige en definitieve teksten van het CAI beschikbaar zijn.

73

Neemt de EU volgens u met dit verdrag een autonome positie in ten opzichte van de Verenigde Staten (VS), gezien het voornemen van de EU om samen met de VS oneerlijke handelspraktijken te bestrijden? Heeft het bijvoorbeeld gevolgen inzake secundaire sancties van de VS?

Antwoord van het kabinet:

De EU voert een zelfstandige handelspolitiek. De Commissie treedt op namens de EU-lidstaten.

Ten aanzien van oneerlijke handelspraktijken door bijvoorbeeld China delen de VS en Europa dezelfde zorgen. In de Gezamenlijke Mededeling «A new EU-US agenda for global change» van 2 december jl.6 doen de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie voorstellen voor trans-Atlantische samenwerking op handelsgebied. De nieuwe Amerikaanse administratie heeft ook de ambitie uitgesproken om op dit gebied nauwer samen te werken met Europa. Nederland is voorstander van dergelijke samenwerking.

Het kabinet zal de eventuele effecten inzake secundaire sancties van de VS, analyseren wanneer de volledige en definitieve teksten van het CAI beschikbaar zijn.

74

Is – gezien de reactie van de EU over het begin 2020 door de VS gesloten investeringsakkoord met China – de VS geïnformeerd over het gesloten handelsakkoord? Zo ja, hoe was de reactie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord van het kabinet:

De Europese Commissie opereert eigenstandig als onderhandelaar namens de Unie en de lidstaten. Voor zover bekend heeft de Commissie de VS niet geïnformeerd tijdens de eindfase van de onderhandelingen, maar is de VS op de hoogte gesteld zodra het akkoord was bereikt.

75

Welke invulling krijgt de samenwerking van de EU (en Nederland) met de VS om oneerlijke Chinese handelspraktijken te bestrijden nu de VS heeft verklaard dat China genocide en misdaden tegen de menselijkheid pleegt door de onderdrukking van Oeigoeren (New York Times, 19 januari jl.)?

Antwoord van het kabinet:

Ten aanzien van oneerlijke handelspraktijken door bijvoorbeeld China delen de VS en Europa dezelfde zorgen. In de Gezamenlijke Mededeling «A new EU-US agenda for global change» van 2 december jl. doen de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie voorstellen voor trans-Atlantische samenwerking op handelsgebied. De nieuwe Amerikaanse administratie heeft ook de ambitie uitgesproken om op dit gebied nauwer samen te werken met Europa. Nederland is voorstander van dergelijke samenwerking.

Het is nog niet duidelijk of de nieuwe Amerikaanse administratie de vaststelling betreffende genocide door de Chinese staat in Xinjiang over zal nemen en welke gevolgen zij hieraan zal verbinden. Wel heeft Secretary of State Blinken tijdens zijn hoorzitting met de Senate Foreign Relations Committee aangegeven deze kwalificatie te onderschrijven. Nadere besluitvorming door de Amerikaanse overheid moet worden afgewacht, voordat eventuele gevolgen in kaart kunnen worden gebracht.

76

Hoe verhoudt de razendsnelle afronding van de onderhandelingen in 2020 zich tot de noodzaak om inzake China zo veel mogelijk samen op te trekken met de VS?

Antwoord van het kabinet:

De Commissie heeft verklaard dat zich in december een unieke kans voordeed om de onderhandelingen tot een succesvol einde te brengen, doordat China tot toezeggingen bereid was die het tot dan toe had afgehouden. De Commissie heeft aangegeven dat het CAI nauwere trans-Atlantische samenwerking, o.a. op gebied van handelspolitiek en China, niet in de weg staat7 en heeft samen met de Hoge Vertegenwoordiger op 2 december jl. de Gezamenlijke Mededeling «A new EU-US agenda for global change» gepubliceerd, die hiertoe ook voorstellen bevat. In zijn toespraak van 25 januari jl. ging Eurocommissaris Dombrovskis hier ook expliciet op in.8

77

Op welke wijze is tot en met de laatste fase van de onderhandelingen contact en afstemming geweest met de Verenigde Staten over het CAI?

Antwoord van het kabinet:

Zie het antwoord op vraag 74.

78

Wat is de inzet van Nederland en van de EU voor nadere samenwerking en afstemming met de VS tijdens en na de inwerkingtreding van het CAI?

Antwoord van het kabinet:

Nederland pleit voor verdieping en versterking van de samenwerking tussen de EU en de VS, waarbij onder andere de relatie met China en de mogelijke Amerikaanse terugkeer naar het Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA) prioritair zijn. In de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 7 december jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2246), alsook het verslag van die bijeenkomst (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2250), is deze inzet uiteengezet en is tevens de kabinetsappreciatie van de Gezamenlijke Mededeling «A new EU-US agenda for global change» van 2 december jl. opgenomen.

79

Kunt u een roadmap delen waar we naartoe werken tussen de EU en China de komende jaren? Hoe past dit verdrag daarin?

Antwoord van het kabinet:

In 2013 kwamen de EU en China de «EU-China 2020 Strategic Agenda for Cooperation»9 overeen waarin beschreven staat hoe zij tot 2020 invulling wilden geven aan de onderlinge samenwerking. Deze agenda bevatte ook de intentie toe te werken naar een investeringsakkoord. Momenteel onderhandelen de EU en China over een nieuwe meerjarige samenwerkingsagenda. Het is de intentie om gedurende 2021 tot vaststelling van deze nieuwe agenda te komen. Naast de samenwerkingsagenda gaven de EU en China ook verdere invulling aan hun samenwerking middels enkele gezamenlijke slotverklaringen bij de EU-China Toppen die de afgelopen jaren plaatsvonden.

De brede beleidsinzet van de EU ten aanzien van China is vastgelegd in de EU-China strategie uit 2016.10 Daarnaast presenteerden de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid in hun Gezamenlijke Mededeling «EU-China: een strategische visie»11 van maart 2019 actiepunten om de relatie van de EU met China verder vorm te geven.

80

Hoe is de algemene monitoring van dit verdrag geregeld? Hoe kunnen eventuele oneffenheden of dwalingen gecorrigeerd worden?

Antwoord van het kabinet:

De onderhavige tekst betreft nog geen definitieve versie van het akkoord, maar een principeakkoord. De tekst zal nog door juristen worden opgeschoond en eventueel gecorrigeerd indien er sprake is van dwalingen.

Verder, zoals ook nader toegelicht in het antwoord op vraag 63, is het akkoord gestoeld op een institutioneel raamwerk dat voorziet in mechanismen voor de monitoring van de implementatie van het akkoord. Voor de uitvoering van het akkoord zal een Comité voor investeringen in het leven worden geroepen. Volgens het principeakkoord mag dit Comité onder andere aanbevelingen uitbrengen die relevant zijn voor de implementatie en het functioneren van dit akkoord. Ook is het Comité bevoegd wijzigingen van dit akkoord voor te stellen, welke goedgekeurd dienen te worden via de gebruikelijke interne goedkeuringsprocedures van de verdragspartijen. Tot slot mag het Comité bindende interpretaties van bepalingen van dit akkoord aannemen. Met deze bevoegdheden kunnen eventuele dwalingen worden ondervangen.

81

Op welke wijze is het SER-advies (uitgebracht naar aanleiding van TTIP) opgevolgd om de onderhandelingen transparant te laten verlopen?

Antwoord van het kabinet:

Het kabinet zet zich in voor het vergroten van transparantie in handelspolitiek onder andere door publicatie van onderhandelingsmandaten. Tevens zet het kabinet in op tijdige publicatie van de Sustainability Impact Assessments die de Europese Commissie laat uitvoeren. Het kabinet blijft hierop inzetten, bijvoorbeeld in het kader van de EU Trade Policy Review.

82

Kent u de kritiek van NGO’s en (internationale en Europese) vakbonden op dit akkoord? Wat heeft u met deze kritiek gedaan? Op welke manier heeft afstemming plaatsgevonden met deze sociale partners?

Antwoord van het kabinet:

Het kabinet is bekend met de zorgen die vakbonden en NGO’s uiten over arbeidsrechten in China. Het kabinet deelt de zorgen over arbeidsrechten en heeft dan ook steeds het belang van afspraken over arbeidsrechten in het investeringsakkoord benadrukt in EU-verband. Het kabinet zal wat betreft het investeringsakkoord de balans opmaken wanneer de definitieve teksten beschikbaar zijn.

In Nederland zijn er verschillende manieren waarop maatschappelijke organisaties hun visie en zorgen op handelsterrein kenbaar kunnen maken. Zo kan het maatschappelijk middenveld via het Breed Handelsberaad (BHB) inbreng leveren op onderhandelingen van handels- en investeringsakkoorden. Doorgaans wordt tijdens de bijeenkomsten van het BHB de Geannoteerde Agenda van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) Handel behandeld. Het CAI was onderdeel van de geannoteerde agenda in aanloop naar de RBZ Handel van 9 november jl.

Ook de Europese Commissie consulteert regelmatig het maatschappelijk middenveld over lopende onderhandelingen en handelspolitieke beleidsontwikkelingen middels het zogenaamde Civil Society Dialogue programma.

83

Op welke manier zijn maatschappelijke organisaties, zoals NGO’s en vakbonden, betrokken bij de onderhandelingen over dit akkoord?

Antwoord van het kabinet:

Zie het antwoord op vraag 82.

84

Wanneer komen de nadere regels tegen de gedwongen overdracht van technologie, over het opereren van staatsbedrijven en ten aanzien van beter inzicht in subsidieverlening? Zijn deze nadere regels voorwaardelijk voor het inwerkingtreding van het CAI? Zo nee, waarom niet?

Antwoord van het kabinet:

Het CAI is een op zichzelf staande principeovereenkomst tussen China en de EU, waarvan de details nog moeten worden uitgewerkt. De uiteindelijke bepalingen zullen van kracht worden na besluitvorming in de Europese Unie. Dit doet niets af aan de Nederlandse en Europese inzet, en de reeds ingezette (wetgevende) trajecten, met betrekking tot het tegengaan van gedwongen overdracht van technologie, het opereren van staatsbedrijven en ten aanzien van beter inzicht in subsidieverlening.

85

Acht u het opportuun dat een dergelijke investeringsakkoord met China is gesloten aan het eind van een jaar waarin China Hongkong aan zich onderwerpt, de Oeigoeren dwangarbeid laat doen en onderzoeken naar de oorsprong van het COVID-19 virus heel lang heeft tegengehouden? Is dit vanuit strategisch oogpunt voor de Chinese overheid niet uitermate handig dat zij nu kunnen laten zien dat ongeacht de internationale reacties op eerdergenoemd optreden, landen bereid zijn een dergelijk investeringsakkoord te sluiten?

Antwoord van het kabinet:

De onderhandelingen over het CAI zijn in 2013 begonnen. Het was een gezamenlijk streven van de EU en China om voor eind 2020 tot een afronding van de onderhandelingen over de inhoud van een investeringsverdrag te komen, en die inhoud raakt niet direct aan de genoemde omstandigheden – met uitzondering van gedwongen arbeid. Het is de Europese en Chinese onderhandelaars uiteindelijk gelukt om inderdaad nog voor eind 2020 een principeakkoord te bereiken, inclusief een toezegging van China om toe te werken naar ratificatie van de fundamentele ILO-conventies over onder meer gedwongen arbeid. Nederland heeft steeds het belang van stevige afspraken over investeringen en duurzaamheid, waaronder arbeidsrechten, benadrukt in EU-verband. Het kabinet zal, wanneer de definitieve tekst van het CAI beschikbaar is, de balans van de verschillende onderdelen en de context van het CAI opmaken om vervolgens tot een oordeel te komen.

86

Zal het akkoord leiden tot meer ruimte voor Chinese bedrijven om te investeren in de vitale infrastructuur van de EU?

Antwoord van het kabinet:

In het CAI is een bepaling opgenomen die partijen in staat stelt om te handelen indien zij dit nodig achten voor de bescherming van hun essentiële veiligheidsbelangen en er zijn volgens de Commissie waarborgen en uitzonderingen opgenomen t.a.v. het doen van investeringen in gevoelige en vitale infrastructuur. Op basis van de definitieve teksten zal het kabinet een standpunt innemen over het CAI, waarbij de juiste bescherming van met name vitale infrastructuur een belangrijk onderdeel zal zijn.

87

Zijn er controle- of handhavingsmechanismen opgenomen in het verdrag waarmee gemaakte afspraken over onder andere markttoegang en een gelijk speelveld gewaarborgd kunnen worden? Zo ja, welke zijn dat?

Antwoord van het kabinet:

Zie het antwoord op vraag 63.

88

Klopt het dat de EU met het investeringsverdrag toezeggingen op het gebied van investeringsbescherming binnenhaalt die de afgelopen jaren onder president Trump ook al aan de Verenigde Staten zijn gedaan?

Antwoord van het kabinet:

Het CAI bevat afspraken over onderwerpen die ook in de «Economic and Trade Agreement» tussen de VS en China (ook bekend als de «Phase One Trade deal») aan bod komen, zoals geschillenbeslechting en gedwongen technologieoverdracht. Het is echter belangrijk om te onderstrepen dat de «Phase One Trade deal» en het CAI verschillende verdragen zijn. Wanneer alle CAI-gerelateerde teksten beschikbaar zijn en de juridische analyse van deze teksten is afgerond, kan nader worden bezien hoe het CAI zich tot dit akkoord verhoudt. De Amerikaanse administratie heeft op 29 januari aangegeven dat het beleid van de vorige administratie op nationaal veiligheidsterrein, waaronder de «Phase One Trade deal», momenteel heroverwogen wordt.

89

Kunt u de voordelen en bescherming die Europese bedrijven in China en Chinese bedrijven in Europa uit het investeringsverdrag halen, vergelijken met de rechten die Amerikaanse bedrijven in China en Chinese bedrijven in de Verenigde Staten hebben?

Antwoord van het kabinet:

Zie het antwoord op vraag 88.

90

Biedt het investeringsverdrag Chinese telecombedrijven in enigerlei vorm rechten, toezeggingen of beschermingen waardoor het voor Europese overheden moeilijker wordt hen te weren bij de aanleg van 5G?

Antwoord van het kabinet:

De Europese Commissie heeft benadrukt dat het CAI geen invloed heeft op veiligheid gerelateerde mechanismes van de EU en/of lidstaten, zoals de 5G security toolbox. Artikel 10 van subsectie II (sectie VI) biedt de ruimte om de acties te ondernemen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van essentiële veiligheidsbelangen. Het kabinet zal dit aspect zorgvuldig wegen op basis van de definitieve teksten.

91

Kan er bij de mogelijke toepassing van de beoogde maatregelen uit het International Procurement Instrument (IPI) en het White Paper over buitenlandse subsidies jegens Chinese bedrijven, ook gekeken gaan worden naar het feit dat China het investeringsverdrag heeft getekend, in plaats van alleen naar de feitelijke gedragingen van bedrijven?

Antwoord van het kabinet:

Het International Procurement Instrument (IPI)-voorstel beoogt de Europese Commissie de mogelijkheid te geven om maatregelen te treffen als een derde land de toegang tot zijn markt voor overheidsopdrachten afschermt. Het investeringsverdrag met China heeft geen betrekking op overheidsopdrachten. Daarom speelt dit geen rol in de mogelijkheden voor de toepassing van het IPI. Voor wat betreft het witboek buitenlandse subsidies geldt dat het CAI ziet op wederzijdse markttoegang, terwijl de in het witboek voorgestelde instrumenten niet zien op markttoegang, maar op verstorende subsidies in individuele gevallen op de interne markt. Mogelijk is het CAI wel relevant voor de in het witboek voorgestelde instrumenten als het gaat om transparantie over het verstrekken van subsidies: hier zijn in het CAI namelijk bepalingen over opgenomen. In hoeverre het CAI uiteindelijk relevant is, hangt af van de definitieve tekst van het CAI, het IPI en de instrumenten uit het witboek. Nederland blijft scherp letten op een goede onderlinge samenhang.

92

Begrenst het akkoord op enigerlei wijze de mogelijkheden van de toepassing van de beoogde maatregelen uit het IPI en het White Paper over buitenlandse subsidies jegens Chinese bedrijven?

Antwoord van het kabinet:

Hoewel het IPI nog niet uitgekristalliseerd is en de definitieve tekst van het CAI inclusief annexen nog niet beschikbaar is, staat vast dat het CAI geen betrekking heeft op overheidsopdrachten. Derhalve begrenst het CAI niet de mogelijkheden voor eventuele toepassing van het IPI jegens China – en daarmee jegens Chinese bedrijven – in de toekomst. Tot slot valt ten aanzien van het witboek buitenlandse subsidies nog niet met zekerheid te zeggen of het CAI een toekomstig instrument uit het witboek zal begrenzen: een wetgevend voorstel op basis van het witboek wordt verwacht in het tweede kwartaal van 2021.

93

Kunt u de economische voordelen van het akkoord voor Nederland becijferen, waaronder in banen en welvaart?

Antwoord van het kabinet:

Zie het antwoord op vraag 71.

94

Hoe kijkt u in dit kader aan tegen de onvrede in veel landen (bijvoorbeeld rond het Belt and Road Initiative), dat Chinese bedrijven bij werkzaamheden veel eigen tijdelijke werknemers meesturen, waardoor de lokale werkgelegenheid van een investering of infrastructureel project beperkt blijft?

Antwoord van het kabinet:

De signalen van onvrede in veel landen zijn bekend, maar tevens is er veel vraag naar investeringen door China. Nederland vindt ownership van overheden en lokale bevolking bij investeringen in het eigen land zeer belangrijk en vindt het gewenst dat de investeringen en werkzaamheden leiden tot lokale werkgelegenheid. Indien het landen binnen de EU betreft, dient er uiteraard gehouden te worden aan de in de EU geldende regels. In oktober 2018 is de «EU Strategy on Connecting Europe and Asia»12 aangenomen, waarin ook waarden als transparantie, gelijk speelveld, good governance en het houden aan internationale normen en standaarden staan opgenomen.

95

Welke restricties en voorwaarden zijn hieraan gekoppeld zoals screening, minimumsalaris of eisen rond het beschikken over speciale hoogwaardige beroepskwalificaties?

Antwoord van het kabinet:

De arbeidsrechten en beroepskwalificaties die van toepassing zijn op werknemers bij projecten die deel uitmaken van het Belt and Road Initiative verschillen per land. In het EU-China investeringsakkoord bevestigen verdragspartijen hun toezeggingen onder multilaterale overeenkomsten op het gebied van milieubescherming en arbeidsrechten.

96

Klopt het dat door het investeringsakkoord Chinezen makkelijker tijdelijk in de Europese Unie kunnen werken, als zij dat doen in dienst van een Chinees bedrijf dat hier actief is en hen vanuit China uitzendt?

Antwoord van het kabinet:

Het principeakkoord bevat beperkte afspraken over het tijdelijk verblijf van natuurlijke personen voor zakelijke doeleinden in zowel de EU als China. Het gaat om zakelijke bezoekers voor vestigingsdoeleinden en managers of specialisten die tijdelijk overgeplaatst worden binnen een onderneming (van een concernonderdeel binnen China naar een concernonderdeel binnen de EU, of andersom). Toelating en verblijf zijn conditioneel aan verschillende voorwaarden. Zo moeten zakelijke bezoekers voor vestigingsdoeleinden bijvoorbeeld een senior functie hebben en verantwoordelijk zijn voor de oprichting van een onderneming voor het bedrijf waarvoor zij werken in het land van tijdelijk verblijf. De zakelijke bezoeker mag enkel economische activiteiten ondernemen die noodzakelijk zijn voor de vestiging van de onderneming. Bovendien mag de zakelijke bezoeker ook geen beloning ontvangen van een bron binnen het land van verblijf. Daarnaast is de maximale verblijfsduur respectievelijk 90 dagen in een periode van 12 maanden voor zakelijke bezoekers voor vestigingsdoeleinden en 3 jaar voor intra-corporate transferees, dit laatste conform EU-richtlijn 2014/66/EU i nzake de toelating en verblijf van intra-corporate transferees. Verder blijven eisen omtrent beroepskwalificaties die de wet- of regelgeving voorschrijft voor het uitoefenen van de desbetreffende activiteiten onverminderd van toepassing.

97

Welke Nederlandse sectoren verwacht u dat het meest zullen profiteren van het CAI?

Antwoord van het kabinet:

Zie het antwoord op vraag 71.

98

Hoe verhoudt het CAI zich tot de Europese ambities als het gaat om het versterken van strategische autonomie, die ook van toepassing is op het handelsbeleid van de EU?

Antwoord van het kabinet:

Het verwezenlijken van strategische autonomie, met behoud van een open economie, is een van de belangrijkste doelstellingen van de Unie13. De Europese Commissie heeft benadrukt dat het CAI aansluit bij bestaande en nog in ontwikkeling zijnde maatregelen in dit kader. Wat het kabinet betreft, heeft het streven naar strategische autonomie vooral betrekking op de weerbaarheid van de EU en haar vermogen om publieke belangen te kunnen borgen. Op basis van de definitieve teksten zal het kabinet bezien of het CAI geen afbreuk doet aan het vermogen om deze publieke belangen te borgen.

99

Hoe beïnvloedt het CAI de kansen van Chinese investeerders om overnames te doen in belangrijke sectoren zoals de voedingsindustrie, de gezondheidszorg en de tech-sector?

Antwoord van het kabinet:

Het CAI is bedoeld om wederzijdse investeringen te faciliteren. De exacte regels per sector staan in de annex, die nog niet verschenen is (zie het antwoord op vraag 71). Los van het CAI, hebben de EU en de lidstaten bepaalde veiligheidsmechanismen, zoals op het gebied van investeringstoetsing, die onverminderd van kracht blijven. Hiermee kunnen Europese overheden maatregelen nemen om hun eigen markten te beschermen tegen overnames die een bedreiging voor de openbare orde en veiligheid betekenen.

100

Hoe zullen publieke diensten in het CAI worden beschermd?

Antwoord van het kabinet:

Op basis van artikel 1.2 (c) (toepassingsgebied) in sectie II van het principeakkoord, vallen publieke diensten niet onder de reikwijdte van de afspraken over liberalisering van investeringen in het akkoord.

101

Welke afspraken die zijn gemaakt in het principeakkoord zullen onder het Most Favored Nation-principe vallen, indien zij worden opgenomen in het uiteindelijke akkoord?

Antwoord van het kabinet:

In artikel 5 in sectie II van het akkoord staat dat de verdragspartijen het Most Favored Nation-principe toepassen op investeerders en bedrijven die onder het akkoord vallen. Echter, er zijn ook uitzonderingen van toepassing, genoemd in artikel 1, 5 en 7 van sectie II en artikel 11 van sectie VI.

102

Vergemakkelijkt het CAI investeringen door China in Europese strategische infrastructuur, zoals (lucht)havens en/of in gevoelige (informatie) technologie?

Antwoord van het kabinet:

Het CAI biedt in principe de mogelijkheid om strategische sectoren uit te sluiten bij het verlenen van markttoegang. Voor welke sectoren dit precies het geval is, is uitgewerkt in de annexen. Deze waren op het moment van beantwoording van deze vraag nog niet beschikbaar. Zie voor het overige de antwoorden op vragen 86 en 98.

103

Kan, ondanks het CAI, voorkomen worden dat China investeert in strategische infrastructuur in Nederland en/of de EU, of in (technologie)bedrijven, waardoor bijvoorbeeld intellectueel eigendom verloren kan gaan? Zo ja, onder welke voorwaarden? Zo nee, wat betekent dit voor de Nederlandse steun voor het CAI?

Antwoord van het kabinet:

Zie het antwoord op vraag 102.

104

In hoeverre en hoe zorgt het CAI voor versterking van gelijke markttoegang voor Nederlandse en Europese bedrijven in China?

Antwoord van het kabinet:

Zie het antwoord op vraag 71.

105

Welke economische winst valt er te verwachten voor Nederlandse bedrijven als gevolg van het CAI? Kunt u een zo compleet mogelijk overzicht geven?

Antwoord van het kabinet:

Zie het antwoord op vraag 71.

106

Welke economische winst valt er te verwachten voor Chinese bedrijven als gevolg van het CAI?

Antwoord van het kabinet:

Zoals vermeld in vraag 71, was de Europese markt al meer open voor buitenlandse investeerders. Hoe het CAI een verbetering brengt voor Chinese bedrijven zal moeten blijken uit de afspraken in de annex.

107

Op welke wijze kan of zal het CAI bijdragen aan de vervolmaking van de Chinese «Nieuwe Zijderoute» en hoe verhoudt dit zich tot Nederlandse en Europese (handels)belangen wereldwijd?

Antwoord van het kabinet:

Het Belt and Road Initiative (BRI) is een grootschalig Chinees initiatief dat verbindingen («nieuwe zijderoutes») tussen continenten en hun aangrenzende zeeën beoogt te stimuleren. Nederland vindt connectiviteit belangrijk en staat daarom achter de EU-strategie voor de verbinding van Europa en Azië. Deze strategie benadrukt het belang van duurzaamheid in al haar aspecten, zoals fiscale, financiële en sociale duurzaamheid en aandacht voor het milieu. Nederland en China vinden elkaar op het gebied van connectiviteit – zolang die duurzaam is, binnen de EU-lijnen valt en concrete kansen en projecten voor beide partijen biedt.

De Europese markt is al open voor buitenlandse investeringen, dus wat dat betreft houdt het CAI geen uitbreiding van de Chinese markttoegang tot de EU in. Het gaat voor China vooral om behoud van bestaande markttoegang via het akkoord. In die zin heeft het CAI geen significante impact op de vervolmaking van het BRI.

108

Welke oneerlijke handelspraktijken van China zijn door dit verdrag niet meer mogelijk?

Antwoord van het kabinet:

Pas als alle CAI-gerelateerde teksten beschikbaar zijn en de juridische analyse afgerond is, kan aangegeven worden welke oneerlijke handelspraktijken door het CAI geadresseerd worden en in welke mate. De doelstelling van het CAI is om bij te dragen aan een gelijk speelveld voor Europese investeerders in China door de bestaande asymmetrie in de handelsrelatie terug te dringen. Zo zullen Europese investeerders betere toegang krijgen tot een aantal Chinese sectoren. Volgens de Commissie gaat het onder andere om cloud-diensten, financiële dienstverlening en gezondheidszorg. Daarnaast hebben de partijen nadere regels vastgesteld met betrekking tot de gedwongen overdracht van technologie, het opereren van staatsbedrijven en een verbetering van inzichten in subsidieverlening. Ook zijn er afspraken gemaakt over gelijke toegang voor bedrijven tot consultaties op het gebied van de ontwikkeling van standaarden.

109

Welke oneerlijke handelspraktijken van China, die de EU samen met de VS wil bestrijden, blijven onder dit verdrag nog steeds mogelijk?

Antwoord van het kabinet:

Pas als alle CAI-gerelateerde teksten beschikbaar zijn en de juridische analyse afgerond is kan aangegeven worden welke oneerlijke handelspraktijken door het CAI geadresseerd worden en in welke mate. Het is belangrijk om te onderstrepen dat dit verdrag niet alle oneerlijke handelspraktijken van China effectief kan aanpakken. Het CAI is onderdeel van de bredere EU-China strategie, waarbij bilaterale en multilaterale betrokkenheid gecombineerd worden met op zichzelf staande en generieke autonome instrumenten, zoals het witboek voor buitenlandse subsidies op de interne markt, om oneerlijke handelspraktijken aan te pakken en onze belangen te verdedigen. Het investeringsakkoord heeft geen invloed op onze behoefte en interesse om samen te werken met de VS en andere gelijkgezinde landen in de context van de WTO of anderszins.

110

Op welke manieren worden Chinese investeringen in de Europese Unie door dit verdrag vergemakkelijkt?

Antwoord van het kabinet:

Pas als alle CAI-gerelateerde teksten beschikbaar zijn en de juridische analyse is afgerond, zal duidelijker worden hoe het CAI een verbetering brengt voor Chinese bedrijven. De annex van het CAI is nog niet gepubliceerd. Deze wordt in de tweede helft van februari verwacht. Pas met deze annex wordt duidelijk welke toegang voor welke sectoren onder welke voorwaarden verleend wordt. De Europese markt is echter al relatief open voor buitenlandse investeringen en biedt onder het General Agreement on Trade in Services van de WTO al een zekere mate van markttoegang voor diensten aan WTO-leden. Via het CAI biedt de EU minder markttoegang aan China dan China dat aan de EU biedt. Het gaat voor China vooral om behoud van bestaande markttoegang via het akkoord. In het algemeen geldt dat de EU waakzaam blijft op het terrein van buitenlandse investeringen, waaronder via de FDI-screeningsverordening.

De partijen bij het CAI committeren zich aan de verbetering van hun investeringsklimaat, en het faciliteren van handel en investeringen over en weer. Zo zullen partijen ervoor zorgen dat hun nationale wet- en regelgevingskader, alsmede rechtspraak die van belang is voor investeerders, transparant en toegankelijk is. Voor een effectieve implementatie van dit akkoord zullen de partijen ook een nationaal contactpunt voor investeerders aanwijzen. Deze contactpunten zullen investeerders van de andere partijen voorzien van informatie. Tot slot verbinden partijen zich, conform het hoofdstuk over investeringen en duurzame ontwikkeling, eraan investeringen in milieugoederen en -diensten, en klimaatvriendelijke investeringen te faciliteren. Hiertoe zullen partijen informatie en best practices uitwisselen en samenwerken in internationale fora, waar passend.

111

Welke voordelen heeft het verdrag voor China? Welke voordelen heeft het verdrag voor de Europese Unie?

Antwoord van het kabinet:

De cumulatieve buitenlandse directe investeringen (FDI) van de Europese Unie naar China bedroegen in de afgelopen twintig jaar meer dan EUR 140 miljard. Voor Chinese buitenlandse directe investeringen in de EU was dit bijna EUR 120 miljard. Met deze investeringen over en weer, ligt het voor de hand dat de EU en China afspraken over deze investeringen maken. Dit biedt investeerders meer duidelijkheid en zekerheid. De EU is altijd opener geweest dan China waar het buitenlandse investeringen betreft. De Commissie geeft aan14 dat China zich via het investeringsakkoord committeert aan meer markttoegang voor Europese bedrijven dan ooit tevoren. China committeert zich voorts aan eerlijke behandeling van Europese bedrijven (inclusief in relatie tot staatsbedrijven), transparantie m.b.t. subsidies en regels m.b.t. gedwongen overdracht van technologie. Op deze manier ontstaat een gelijker speelveld in China. China is ook akkoord gegaan met ambitieuze afspraken over duurzaamheid, inclusief toezeggingen m.b.t. gedwongen arbeidsrechten en ratificatie van relevante ILO-conventies. China stelt zelf bij monde van president Xi dat er sprake zal zijn van grotere markttoegang, een verbeterd zakelijk klimaat, sterkere institutionele garanties en betere vooruitzichten voor wederzijdse investeringen15.


X Noot
4

Organisation of Economic Cooperation and Development (OECD), Trade, Employment and Labour Standards: a Study of Core Workers’ Rights and International Trade, OECD, Paris, 1996.

ILO, Handbook on Assessment of Labour Provisions in Trade and Investment Arrangements, Geneva, 2017, 18.

X Noot
7

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2255

Naar boven