21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1654 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 september 2016

Hierbij bied ik u aan het verslag van de informele Raad Buitenlandse Zaken van 2 en 3 september 2016.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

VERSLAG INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN («GYMNICH») VAN 2 EN 3 SEPTEMBER 2016

Turkije

Op 2 september werd over de situatie in Turkije gesproken met nadruk op de nasleep van de mislukte couppoging en de EU-Turkije relatie. Deze bespreking vormde tevens input voor het werkontbijt dat op zaterdag 3 september plaatsvond van de EU lidstaten met de Turkse Minister voor Europese Zaken Ömer Çelik. De bespreking met de Turkse Minister vond plaats in een open sfeer waarin duidelijke boodschappen zijn overgebracht.

Minister Çelik vroeg de EU om begrip voor de impact die de couppoging op het land had gehad en de stappen die Turkije heeft gezet in de nasleep ervan. De EU lidstaten waren unaniem in het veroordelen van de couppoging en het uiten van steun aan de democratische instituties van Turkije. Ook was er overeenstemming dat de nasleep van de coup binnen de kaders van de rechtstaat en democratische beginselen moet plaatsvinden. Aan de Turkse Minister is overgebracht dat de doodstraf niet te verenigen is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens of lidmaatschap van de Europese Unie. De EU stelt aan kandidaat-lidstaten hoge eisen op het gebied van democratie en rechtstaat. Nederland kreeg van een groot aantal lidstaten steun voor het idee van nauwe samenwerking tussen Turkije en de Raad van Europa, zoals met het European Committee for the Prevention of Torture (CPT), dat een rol kan spelen bij het monitoren van de situatie van gedetineerden en dat Turkije bezocht van 29 augustus t/m 6 september jl. Het Comité van Ministers van de Raad van Europa spreekt op 7 september aanstaande over de situatie in Turkije. De Hoge Vertegenwoordiger concludeerde dat de EU en de Raad van Europa ten aanzien van de rechtstatelijke ontwikkelingen in Turkije nauw samen kunnen werken.

De EU lidstaten waren het eens dat Turkije een belangrijke samenwerkingspartner blijft op tal van terreinen zoals in de strijd tegen ISIS en het EU-Turkije migratieakkoord. Zowel van Europese als Turkse zijde werd bevestigd dat de bestaande afspraken onverkort van kracht blijven, inclusief alle strikte voorwaarden. Aan de vereisten voor visumliberalisatie zal niet worden getornd. Tijdens een dialoog op hoog niveau op 9 september aanstaande, zullen Hoge Vertegenwoordiger Mogherini en Commissaris Hahn met Turkse counterparts verder spreken over de situatie in Turkije en de bestaande samenwerking tussen de EU en Turkije.

De Turkse Minister gaf aan dat de Gülen-beweging in hun ogen een terroristische organisatie is en verzocht om steun van de EU in de aanpak hiervan. Meerdere ministers van EU lidstaten gaven aan meer inzicht te wensen in deze beweging en verzochten tevens om meer inzicht in bewijslast voor betrokkenheid van de Gülenbeweging bij de couppoging. Mede in dit kader is uitgebreid gesproken over de zorgen die in Nederland en in andere EU lidstaten leven over het exporteren van Turkse binnenlandse spanningen naar Turkse gemeenschappen in Europa en het feit dat een dergelijke export wordt afgewezen. Bijvoorbeeld de zorgen over beïnvloeding van Europese burgers ten aanzien van de schoolkeuze voor hun kinderen en intimidatie van personen en organisaties. Deze spanningen leven in meerdere EU lidstaten. Mede op verzoek van Nederland is met de Hoge Vertegenwoordiger en de EU lidstaten afgesproken om de aanpak hiervan beter op elkaar af te stemmen. Ministers van meerdere lidstaten, waaronder de Nederlandse, hebben er ook bij de Turkse Minister sterk op aangedrongen niet bij te dragen aan polarisatie in EU lidstaten.

Minsk-proces

De ministers bespraken de ontwikkelingen in het Minsk-proces en de wijze waarop de EU de implementatie van de Minsk-akkoorden kan bevorderen. Er was brede waardering voor de inspanningen van Duitsland en Frankrijk in het kader van het Normandië format, dat tot een hernieuwd staakt-het-vuren had geleid dat op 1 september van start was gegaan. De Franse en de Duitse Minister gaven een korte toelichting op de werkzaamheden van het Normandië format. Meer inzet is nodig, met name ten aanzien van de definitie van de contactlijn, terugtrekking van zware wapens en de wetgeving voor verkiezingen in het oosten van Oekraïne. Het werd als essentieel geacht dat nu eerst de veiligheidssituatie in het oosten van Oekraïne verbetert. Dat zou ruimte scheppen voor verdere stappen. Ook toegang en de veiligheid van de OVSE waarnemersmissie blijft van cruciaal belang.

De Hoge Vertegenwoordiger, Frankrijk en Duitsland suggereerden enkele mogelijkheden waarmee de EU kan bijdragen aan de voortgang van het Minsk-proces. Dit betrof onder meer het meer systematisch reageren op schendingen van de onder Minsk gemaakte afspraken, het uiten van actieve steun voor het houden van verkiezingen in Donetsk en Luhansk indien aan de voorwaarden is voldaan, het steunen van de OVSE missie, steunen van economische en humanitaire werkgroepen om concrete verbeteringen voor de lokale bevolking te laten zien en meer aandacht voor vredesopbouw en verzoening.

Er was veel steun onder lidstaten voor de werkzaamheden van het Normandië format, waarbij door enkele ministers werd aangetekend dat ook nauw met de Verenigde Staten moet worden samengewerkt. Het behouden van de Europese eenheid ten aanzien van dit proces, onder meer door het handhaven van een benadering van druk en dialoog in relatie tot Rusland, werd als essentieel gezien. Ook was er overeenstemming dat de EU Oekraïne moet blijven aansporen tot het doorvoeren van hervormingen. In dit verband benadrukte Commissaris Hahn dat het van belang is dat burgers in Oekraïne zien dat de hervormingen iets opleveren, zoals bijvoorbeeld ten aanzien van economische groei en welvaart, maar ook in het licht van visumliberalisatie. De Hoge Vertegenwoordiger voegde hieraan toe dat het ook belangrijk is beter inzichtelijk te maken wat de EU allemaal doet ter ondersteuning van Oekraïne.

EU Global Strategy

Hoge Vertegenwoordiger Mogherini dankte de lidstaten, de Commissie en andere actoren die hadden geholpen bij de totstandkoming van de EU Global Strategy (EUGS). Ze gaf aan dat implementatie van de strategie nu prioriteit geniet, te beginnen met de uitwerking van de elementen die betrekking hebben op veiligheid en defensie. In de komende weken zal de timing daarvan verder worden uitgewerkt. De Raad Buitenlandse Zaken zal de leiding houden als het gaat om de implementatie van de EUGS als zodanig. Desbetreffende vakraden zullen een belangrijke rol krijgen waar het gaat om specifieke terreinen als Defensie, de Sustainable Development Goals, terrorismebestrijding of de externe dimensie van migratie.

Een meerderheid van ministers, waaronder ook de Nederlandse, sprak zich uit voor snelle implementatie van de strategie te beginnen met het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) in brede zin. Enkele lidstaten verbonden deze bespreking met de aanstaande bijeenkomst van de 27 staatshoofden en regeringsleiders in Bratislava tijdens welke over de toekomst van de EU wordt gesproken in een context waarin burgers van de EU vragen beter te worden beschermd.

Ten aanzien van de uitwerking van de veiligheidsagenda werd door meerdere ministers nadruk gelegd op crisisrespons en -preventie, de geïntegreerde benadering, terrorismebestrijding, inzet van GVDB- instrumenten voor grenscontroles, capaciteitsopbouw, weerbaarheid en civiel-militaire samenwerking. Enkele lidstaten vroegen aandacht voor «zachte» veiligheid, bijvoorbeeld door te investeren in onderwijs, gezondheid en cultuur. Ook was er aandacht voor het belang van een goede samenwerking tussen EU en NAVO, mede in het licht van een vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU.

Nederland vroeg voorts aandacht voor het belang van eigenaarschap door lidstaten van de EUGS, onder meer door het waarborgen van de betrokkenheid van nationale parlementen, zeker waar het gaat om defensie. Elmar Brok, de voorzitter van de buitenlandcommissie van het Europees parlement, steunde dit pleidooi. Ook het belang van communicatie en publieksdiplomatie werd door Nederland naar voren gebracht, met steun van meerdere lidstaten en de Hoge Vertegenwoordiger. Zij gaf aan in de uitwerking van de EUGS weer nauw samen te willen werken met een de lidstaten en andere actoren.

Terrorisme en voorkomen/bestrijden radicalisering

In aanwezigheid van de kandidaat-lidstaten werd gesproken over terrorismebestrijding en het tegengaan van radicalisering en gewelddadig extremisme in het externe domein. Dit onderwerp was gekozen omdat gewelddadig extremisme en terrorisme een gedeeld probleem zijn waarop intensieve samenwerking van groot belang is. De kandidaat-lidstaten uit de Westelijke Balkan gaven in een gecoördineerde interventie aan dat zij willen worden gezien als leverancier van veiligheid en niet als probleemregio. Deze landen werken nauw samen met de EU en de VS waar het gaat om terrorismebestrijding. Ze hebben te maken met dezelfde problematiek, bijvoorbeeld waar het gaat om buitenlandse strijders die mogelijk terugkeren of de mogelijkheid dat ISIS meer de nadruk gaat leggen op acties in landen van herkomst van buitenlandse strijders. De kandidaat-lidstaten gaven aan de goede samenwerking op het vlak van terrorismebestrijding graag uit te breiden naar andere domeinen van gemeenschappelijk belang.

Nederland vroeg aandacht voor nieuwe trends in terrorisme die een gezamenlijke aanpak verdienen, zoals de «lone wolves» en de potentieel 25.000 ISIS-strijders die terug kunnen keren naar Europa en de zuidelijke ring van instabiliteit. Ook bij het aanpakken van die trends is nauwe samenwerking, ook met kandidaat-lidstaten, van belang. Terrorismebestrijding en voorkomen van gewelddadig extremisme is een terrein waarop interne en externe veiligheid nauw met elkaar zijn verbonden. In dit licht is het belangrijk om informatie te delen, onder meer via contraterrorisme-dialogen, zowel als EU lidstaten onderling als met externe partners. Informatie en ervaringen kunnen ook gedeeld worden via internationale contraterrorisme fora binnen de VN en via het Global Counter Terrorism Forum (GCTF) en de anti-ISIS coalitie. Het bestrijden van terrorisme zal alleen succesvol zijn als ook de grondoorzaken worden aangepakt, financieringsbronnen worden afgesneden en capaciteit wordt opgebouwd om goede rechtsgang mogelijk te maken. Hier is meer inzet en financiering voor nodig zodat bestaande strategieën kunnen worden omgezet in concrete projecten en resultaten. De ministeriële bijeenkomst van het GCTF van 21 september aanstaande, waar de EU lid en Nederland co-voorzitter van is, is een belangrijk moment om hier dieper op in te gaan.

Het pleidooi voor nauwere samenwerking, informatie-uitwisseling en aanpak grondoorzaken kreeg veel bijval. In deze context werd door enkele ministers ook sociale uitsluiting als grondoorzaak opgebracht en benadrukt dat meer aandacht nodig is voor het tegengaan van islamofobie. Ook onderwijs, jeugd, een geïntegreerde aanpak, betere bewaking van buitengrenzen en strategische communicatie werden als terreinen voor nauwere samenwerking genoemd in het licht van preventie.

Een aantal lidstaten achtte snelle toetreding van de kandidaat-lidstaten het beste instrument om gezamenlijke uitdagingen als terrorisme het hoofd te bieden. Deze landen vroegen ook om enige terughoudendheid waar het gaat om kritiek op de landen in de Westelijke Balkan om hun Europese koers niet te ondergraven.

United Nations Disengagement Observer Force

Het kabinet informeert uw Kamer langs deze weg over het besluit het Nederlandse mandaat voor een personele bijdrage van maximaal drie militairen aan de United Nations Disengagement Observer Force (UNDOF) met één jaar te verlengen. UNDOF is de gewapende waarnemingsmissie van de VN voor toezicht op het Troepenscheidingsakkoord op de Golan-hoogte tussen Israël en Syrië. Daarnaast levert UNDOF ook de force protection voor de ongewapende waarnemersmissie United Nations Truce Supervision Organization (UNTSO), waaraan Nederland twaalf militaire waarnemers levert. Deelname aan UNDOF en UNTSO draagt direct bij aan de Nederlandse doelstellingen in de regio en aan de Nederlandse ambitie deel te blijven nemen aan VN operaties.

Naar boven