21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1393 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juni 2014

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 23 juni 2014.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 23 JUNI 2014

Oekraïne

Algemeen

Op 25 mei vonden de presidentsverkiezingen in Oekraïne plaats. Met uitzondering van Donetsk en Loegansk, was er geen sprake van ernstige ongeregeldheden. Op de Krim hebben de burgers hun stem in het geheel niet kunnen uitbrengen. De verkiezingen zijn gewonnen door Petro Porosjenko, die in de eerste ronde ruim voldoende stemmen kreeg om rechtstreeks verkozen te worden tot de nieuwe president van Oekraïne. De kandidaten van Svoboda en de Rechtse sector behaalden beiden minder dan 1% van de stemmen. De gemiddelde opkomst in de Oekraïne was 60,5%, waarbij er in West-Oekraïne een aanzienlijke hogere opkomst was dan in Oost-Oekraïne.

De OVSE heeft geconcludeerd dat er sprake was van eerlijke verkiezingen die over het algemeen in lijn met internationale verplichtingen en respect voor fundamentele vrijheden en democratische waarden zijn verlopen. De Oekraïense autoriteiten hebben, ondanks de moeilijke omstandigheden, van deze verkiezingen een succes gemaakt. Ook de OVSE en haar waarnemers hebben een belangrijke rol gespeeld in de aanloop naar en tijdens de verkiezingen en zo bijgedragen aan het goede verloop.

Op 7 juni jl. vond de inhuldiging van de nieuwe president plaats. Namens Nederland was Minister Timmermans hierbij aanwezig. In zijn inauguratie-toespraak kondigde Porosjenko aan het conflict vreedzaam te willen oplossen en hij heeft amnestie aangeboden aan separatisten die de wapens neerleggen en geen misdaden hebben begaan. Ook stelde hij te willen werken aan decentralisatie en een ontwikkelingsplan voor de Oostelijke regio’s van Oekraïne. Het Oekraïens blijft de enige staatstaal, maar het recht op het vrij gebruik van Russisch en andere talen zal worden gegarandeerd. Porosjenko onderstreepte het belang van de aanpak van corruptie en het verbeteren van het zakenklimaat onder meer door het creëren van nieuwe banen.

Het kabinet verwelkomt dat ondanks alle moeilijkheden deze verkiezingen relatief rustig zijn verlopen en betreurt de gewelddadigheden in het oosten en zuiden van het land. Vrije en eerlijke verkiezingen zijn de beste manier voor de inwoners van Oekraïne om hun keuze te maken over de toekomst van het land. Een meerderheid van de bevolking heeft uiteindelijk van dit democratische recht gebruik gemaakt.

Er rust nu een belangrijke taak op de schouders van president Porosjenko. Ook na de verkiezingen is het van groot belang dat de lijn van de-escalatie wordt voortgezet. De Zwitserse OVSE CiO, Burkhalter, heeft in mei een roadmap gepresenteerd met als uitgangspunt het Genève-akkoord van 17 april jl. met daarin vier concrete elementen: (1) stoppen geweld, (2) onmiddellijke implementatie van de-escalerende maatregelen, (3) brede nationale dialoog, en (4) presidentsverkiezingen. De implementatie van de OVSE roadmap is inmiddels gestart en tot op heden hebben drie ronde tafelbijeenkomsten plaatsgevonden. Het kabinet steunt deze roadmap vanuit de overtuiging dat een politieke oplossing de enige oplossing is voor het conflict en roept de nieuwe president op tot voortzetting van een inclusieve nationale dialoog onder leiding van de OVSE; iedereen moet zich gehoord voelen.

Het is ook van groot belang dat Oekraïne en Rusland met elkaar praten en tot afspraken komen om de situatie in met name het oosten te stabiliseren. In het pinksterweekeinde is er uitvoering gegeven aan het vredesplan door middel van een drietal bijeenkomsten van een contactgroep bestaande uit vertegenwoordigers van Oekraïne, Rusland en de OVSE. Het kabinet roept- net als de G7 – Rusland op om meer te doen om de situatie in oost-Oekraïne te stabiliseren. Het kabinet beschouwt de recente Russische verklaringen -dat het de wil van de Oekraïense bevolking zal respecteren en bereid is de dialoog aan te gaan met de nieuwe president- als positieve signalen. Op 6 juni jl. vond een eerste ontmoeting plaats tussen president Poetin en president Porosjenko in de marge van de herdenking van D-Day in Frankrijk. Inmiddels is de Russische ambassadeur teruggekeerd naar Kiev en woonde hij de inhuldiging van president Porosjenko bij.

Ondanks deze relatief positieve ontwikkelingen blijven er zorgen bestaan. Bij aanvallen van separatisten op grensposten en operaties van het Oekraïense leger in de regio’s Loegansk en Donetsk zijn in de afgelopen week veel slachtoffers gevallen. De hevige gevechten in en rondom Slovjansk hebben niet alleen de stad ernstig beschadigd, maar leiden ook tot een toename van het aantal ontheemden. President Porosjenko heeft inmiddels opdracht gegeven een humanitaire corridor te creëren waardoor burgers de gevechtshaarden veilig moeten kunnen verlaten. Daarnaast is besloten een aantal grensposten tussen de regio’s en Rusland te sluiten. De geruchten over een toenemende stroom van Russische wapens en gewapende groeperingen vanuit Rusland naar Oekraïne zijn zorgwekkend. Het kabinet roept alle partijen op maximale terughoudendheid te betrachten bij het gebruik van geweld.

Sancties

Op 27 mei jl. hebben de EU regeringsleiders een verklaring aangenomen waarin wordt gesteld dat voorbereidende werkzaamheden door de Commissie en de EDEO worden voortgezet voor mogelijke additionele gerichte maatregelen tegen Rusland, indien ontwikkelingen daartoe aanleiding geven. De G7 heeft in navolging daarvan op 4 juni jl. verklaard dat het bereid is gerichte sancties te intensiveren en additionele restrictieve maatregelen te nemen tegen Rusland indien gebeurtenissen dat vereisen.

Er is op dit moment nog geen aanleiding voor de EU om de stap naar verder gaande sancties te zetten. Wel zal de druk op Rusland behouden worden en wordt de voorbereiding van additionele sancties voortgezet. Daarbij hecht het kabinet eraan de EU-eenheid te bewaren. De situatie in Oost-Oekraïne blijft immers zorgwekkend en Rusland zal meer moeten doen om de situatie in Oost-Oekraïne te stabiliseren en de instroom van wapens en strijders te voorkomen. Ook de situatie op de Krim dient niet naar de achtergrond te verdwijnen. Het kabinet zal duidelijk blijven maken dat deze illegale annexatie onacceptabel is.

Stand van zaken GVDB-missie

Tijdens de aanstaande Raad Buitenlandse Zaken wordt besluitvorming voorzien over een mogelijke GVDB-missie in Oekraïne. In de ontwerptekst van het Crisis Management Concept (CMC) voor deze missie wordt uitgegaan van een gefaseerde missie waarbij gestart wordt met het verlenen van strategisch advies met betrekking tot hervorming van de veiligheidssector en ondersteuning van de rechtsstaat in Oekraïne. Na een evaluatie van de eerste fase kan worden besloten dit werk voort te zetten door veldteams waarna een trainingsmissie tot de mogelijkheid behoort. In lijn met de toezegging gedaan tijdens het AO Oekraïne op 23 april jl. zal de Kamer op de hoogte gehouden worden van verdere ontwikkelingen.

Associatieovereenkomst / Vrijhandelsakkoord

Naast het bewerkstelligen van een stabiele veiligheidssituatie zijn er ook veel diepgaande hervormingen op komst voor Oekraïne.

Tijdens de Europese Raad van 26 en 27 juni zullen naar verwachting de resterende delen van het associatieakkoord inclusief vrijhandelszone (AA/DCFTA) tussen de EU en Oekraïne worden getekend. De politieke delen van dit akkoord werden reeds op 21 maart 2014 ondertekend. Hoewel het akkoord in twee delen wordt ondertekend, heeft de integraliteit van het akkoord niet ter discussie gestaan. Met de formele afronding van het akkoord gaat de politieke associatie en economische integratie van Oekraïne met de EU een nieuw stadium in. Het kabinet zal vervolgens het ratificatieproces in gang zetten.

Het ondertekenen van het AA/DCFTA met Oekraïne sluit niet uit dat het land ook goede betrekkingen met Rusland (en andere landen) onderhoudt. Indien Oekraïne daarvoor kiest, is het van belang een toekomstgerichte dialoog te voeren met zowel de EU als Rusland en gepercipieerde tegenstellingen in deze samenwerkingsverbanden op te lossen. Zoals vermeld in de kamerbrief van 12 juni jl. over de relaties tussen de EU en Oost-Europa (Kamerstuk 21 501-20-882), is in de ogen van het kabinet niemand gebaat bij nieuwe scheidslijnen in Europa.

Energie

Op 9 juni vond het 5e overleg plaats tussen Oekraïne, Rusland en de Europese Commissie over het veiligstellen van gasleveranties aan (en door) Oekraïne. Het overleg bood nog geen uitsluitsel en is daarop op 11 juni voortgezet. Het kabinet hecht er belang aan dat de partijen blijven overleggen en de wil blijven tonen tot overeenstemming te komen.

Overige internationale organisaties

Ook in andere internationale organisaties wordt verder gesproken over de situatie in Oekraïne.

OVSE

NL hecht groot belang aan de werkzaamheden van de OVSE Special Monitoring Mission in Oekraïne (SMM). De missie, die wordt uitgebreid naar 500 waarnemers, telt thans ongeveer 240 waarnemers. Nederland levert momenteel zes waarnemers en financiële ondersteuning (Euro 950.000). Daarnaast heeft Nederland extra kandidaat-waarnemers aan de OVSE aangeboden. De veiligheidssituatie maakt het echter zeer moeilijk voor de SMM om haar werkzaamheden in Oost-Oekraïne (regio’s Donetsk en Loegansk) naar behoren uit te voeren. De missie heeft contact verloren met twee groepen van vier OVSE-waarnemers werkzaam in deze regio’s. Nederland steunt de inspanningen van de OVSE om contact met de waarnemers te herstellen en deze in vrijheid te stellen.

Aanvullend op de civiele Monitoringsmissie vinden militaire waarnemingsactiviteiten in het kader van het Weens Document plaats. Wanneer die conform planning is afgerond zullen eventuele vervolgmissies slechts plaatsvinden op gericht Oekraïens verzoek – vooralsnog is daarvan geen sprake.

Raad van Europa

Het Oekraïense parlement (Rada) heeft de Venetië Commissie verzocht haar advies over de nieuwe grondwet uit te stellen. Waarschijnlijk heeft dit verband met de verkiezing van een nieuwe voorzitter van het parlement. De Rada zal de Raad van Europa naar verwachting op korte termijn advies vragen over de wetsvoorstellen inzake de Hoge Raad van Justitie en de status van rechters. Vanuit de Raad van Europa adviseert de Nederlander Jeroen Schokkenbroek de voorzitter van het Oekraïens parlement over de grondwet en andere wetten.

Het Ministerie van Regionale Ontwikkeling heeft de Raad van Europa om ondersteuning gevraagd op het gebied van decentralisatie en lokaal zelfbestuur. De Raad van Europa zal die ondersteuning bieden. De Mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa heeft de afgelopen weken consultaties gevoerd met Oekraïne en Rusland over een bezoek aan de Krim, dat statusneutraal zou moeten plaatsvinden. Dat bezoek is voor medio juni gepland.

Nadat in de voorjaarsvergadering de Parlementaire Assemblee het stemrecht heeft ontnomen van de delegatie van Rusland, heeft vorige week de Doema de samenwerking met de Parlementaire Assemblee stopgezet. De voorzitters van beide parlementen blijven contact houden en zullen elkaar op korte termijn ontmoeten voor een open bespreking.

Verenigde Naties

De Russische Federatie heeft vorige week onder eigen voorzitterschap een ontwerpresolutie over de humanitaire situatie in Oekraïne ingediend. Enkele Westerse landen hebben informeel gereageerd op het eenzijdige karakter van de resolutie. Tot dusverre is er geen debat geagendeerd over dit onderwerp.

NAVO

Voor wat betreft de NAVO verwijst het kabinet naar de geannoteerde agenda voor de NAVO-ministeriële die Uw Kamer spoedig toe zal gaan.

Ontwikkelingen Azië

De Raad zal naar aanleiding van de laatste ontwikkelingen in Azië mogelijk kort spreken over de oplopende spanningen in de Zuid-Chinese Zee, voornamelijk tussen Vietnam en China. Nederland neemt geen positie in ten aanzien van het territoriale geschil, maar bepleit wel een vreedzame oplossing van de conflicten op basis van internationaal recht, zoals United Nations Convention on the Law of the Seas (UNCLOS) en eventueel gebruik makend van internationale instituties die daartoe voorhanden zijn. Het belang van het reguleren van vreedzaam dagelijks gedrag in een Code of Conduct rond deze gebieden, is naar mening van het kabinet toegenomen. Ook zal de Raad mogelijk stilstaan bij de nauwer wordende energierelaties tussen Rusland en China.

Verder springen de ontwikkelingen in Thailand in het oog waar de legerleiding de macht naar zich toe heeft getrokken. Middels een verklaring van de woordvoerder van Hoge Vertegenwoordiger Ashton heeft de EU Thailand opgeroepen tot het respecteren van de constitutionele orde en het belang benadrukt van terugkeer naar een legitiem democratisch bestel. Het organiseren van vervroegde verkiezingen is daarvoor cruciaal. Hoewel het momenteel relatief rustig is in Bangkok, is het onduidelijk of dit proces naar nieuwe verkiezingen en democratisch bestuur leidt.

Zuiderburen

Syrië

Het kabinet beschouwt de presidentsverkiezingen in Syrië van 3 juni jl. als een schijnvertoning die elke vorm van legitimiteit ontbeert. De voortdurende belemmering van humanitaire hulp en de blijvende niet-discriminerende inzet van vatenbommen in bewoonde gebieden onderstrepen dat er geen plaats is voor President Assad in de toekomst van Syrië. Het kabinet blijft in Raadskader benadrukken dat internationale misdrijven niet onbestraft mogen blijven en zal daarnaast ook pleiten voor blijvende druk op het Syrische regime om de verwijdering van de laatste 8 procent van de Syrische chemische wapenvoorraad te voltooien.

Het kabinet dringt voorts aan op nog nauwere Europese en regionale samenwerking en informatiedeling op het gebied van (terugkerende) buitenlandse strijders. De Syrië-ganger, die onlangs in Frankrijk gearresteerd werd op verdenking van de moord op vier onschuldige burgers in Brussel, maakt de noodzaak hiervan duidelijk.

Om tegemoet te blijven komen aan de onnoemelijke humanitaire noden van de Syrische vluchtelingen binnen en buiten Syrië maakte het kabinet begin deze maand een additionele humanitaire bijdrage van 7 miljoen euro beschikbaar: 4 miljoen euro gaat als ongeoormerkte bijdrage naar het World Food Programme voor behoeftigen binnen Syrië en Syrische vluchtelingen in de buurlanden, 2 miljoen euro naar de Internationale Federatie van het Rode Kruis voor de opvang van vluchtelingen in Turkije via het Nederlandse Rode Kruis en 1 miljoen euro naar verlenging van een noodhulpproject van het Libanese Rode Kruis in Libanon, eveneens via het Nederlandse Rode Kruis.

Libië

In Libië heeft de escalatie van het conflict tussen islamitische milities en hun tegenstanders geleid tot een verslechtering van de veiligheidssituatie en toename van de politieke chaos. In reactie op de onrust is besloten tot vervroegde parlementsverkiezingen. Deze zijn voorzien voor 25 juni a.s.

Het kabinet acht de situatie in Libië zorgwekkend, mede omdat deze mogelijk bijdraagt aan de verspreiding van drugs, wapens en extremisme in de directe nabuurregio van de EU en illegale migratie vanuit die regio richting de EU. Het bereiken van een politieke oplossing is cruciaal om het transitieproces terug op het juiste spoor te krijgen. Het is daarom van belang dat de EU hier samen met andere partners zoals de VN aandacht aan blijft besteden.

Egypte

Op 8 juni jl. is Abdel-Fattah El-Sisi geïnstalleerd als president van Egypte nadat hij de recente presidentsverkiezingen met 96,9 procent van de stemmen had gewonnen. President Sisi gaat grote uitdagingen tegemoet en zal politieke, sociaal-economische, financiële en veiligheidshervormingen moeten doorvoeren om aan de verwachtingen van het Egyptische volk te voldoen.

Namens de Europese Unie heeft de Hoge Vertegenwoordiger op 5 juni jl. een verklaring afgegeven over de presidentsverkiezingen in Egypte. De EU is bereid om te investeren in de relatie met Egypte en wil een bijdrage leveren om de grote structurele problemen die het land parten spelen op te lossen.

Het kabinet acht de presidentsverkiezingen een belangrijke stap in de implementatie van de democratische routekaart die de autoriteiten in juni 2013 hebben vastgesteld. Evenwel blijven grote zorgen bestaan, ten aanzien van detentie van politieke oppositie en activisten, acties die de vrijheid van de pers en de vrijheid van vergadering beperken, straffeloosheid, en een gebrekkige rechtsgang. Deze zorgen werden ook in bovengenoemde EU-verklaring aan de orde gesteld. Tijdens de RBZ zal Nederland daarnaast de aandacht vestigen op de economische transitie waaraan de EU zal moeten bijdragen om de structurele armoede en grote werkloosheid onder Egyptenaren het hoofd te bieden.

Rule of Law instituut Malta

Het kabinet maakt van deze gelegenheid gebruik uw Kamer te informeren dat in juni 2012 tijdens de ministeriele bijeenkomst van «the Global Counterterrorism Forum» (GCTF) is besloten tot de oprichting van het International Institute on Justice and Rule of Law (ICCT) in Malta. Vervolgens heeft de G8 in een verklaring (juni 2013) haar steun uitgesproken voor dit initiatief. Nederland zal optreden als één van de founding partners. Het instituut zal op 18 juni a.s. worden geïnaugureerd en zal onder meer trainingen organiseren op het gebied van bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, waaronder terrorisme, binnen de kaders van de rechtstaat. Doelgroepen zijn vertegenwoordigers van de rechterlijke macht, opsporingsambtenaren en grensbewakers uit de Noord-Afrikaanse regio. Het kabinet is niet voornemens subsidie te verlenen, maar zal wel expertise ter beschikking stellen en op projectbasis kunnen opdrachten worden gegeven aan het instituut.

Naar boven