21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1025 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 februari 2011

Graag bieden wij u hierbij aan de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 21 februari 2011.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 21 februari 2011

Situatie in de Arabische regio

De Raad zal spreken over de actuele situatie in de Arabische regio. Daarbij zal uiteraard worden stilgestaan bij het aftreden op 11 februari jl. van de Egyptische president Mubarak. De Hoge Vertegenwoordiger (HV) zal op 14 februari in Tunesië zijn en zal zodra mogelijk ook naar Egypte gaan. Tijdens de Raad zal zij verslag doen van haar bevindingen in de regio.

Het kabinet is van mening dat de landen in de regio nu geloofwaardige en beslissende maatregelen moeten nemen om noodzakelijke politieke, sociale en economische hervormingen in gang te zetten. Indachtig de motie-Van den Berge/Albayrak zal het kabinet onderstrepen dat partnerlanden, mede in het kader van het Nabuurschapsbeleid, werkelijke inspanningen moeten leveren ter bevordering van de democratie en verbetering van de mensenrechtensituatie. Het Nabuurschapsbeleid moet naar de mening van het kabinet worden aangepast opdat dit het transitieprocessen beter stimuleert.

Het belang van een coherent beleid richting de zuidelijke buren is evident omdat zij zo belangrijk zijn voor de stabiliteit in de regio, inclusief voor de strijd tegen terrorisme, radicalisering en illegale migratie en voor energietoevoer en handel. De komende maanden zal de EU haar instrumenten (hulp, handelspreferenties, leningen, dialoog, technische assistentie) flexibel moeten inzetten om positieve ontwikkelingen in de regio te ondersteunen.

Egypte en Tunesië

Nu Hosni Mubarak zijn ambt heeft neergelegd, is het moment aangebroken democratisering en bevordering van de rechtsstaat daadwerkelijk vorm te geven. Egypte moet in de komende maanden worden gesteund bij een ordelijke en onomkeerbare overgang naar een democratisch bestel en de organisatie van vrije en eerlijke verkiezingen. Het kabinet is van mening dat de huidige machthebbers (de Opperste Raad van de Strijdkrachten) de plicht hebben de fundamentele rechten en rechtsstatelijkheid te respecteren. Zij moeten de komende periode gebruiken om, in overleg met oppositiegroeperingen, zowel het voorgenomen referendum over voorgestelde grondwetswijzigingen als de parlements- en presidentverkiezingen voor te bereiden. De noodtoestand moet zo spoedig mogelijk worden opgeheven.

De Europese Raad van 4 februari jl. heeft HV Ashton gevraagd te identificeren welke steun de EU kan geven om het transitieproces in Egypte en Tunesië te bevorderen. Naar verwachting zal de HV aan de Raad hierover rapporteren, mede in de vorm van op de actuele behoeften toegespitste inzet van het Nabuurschapsbeleid en de Mediterrane Unie. Besluitvorming is voorzien voor de Europese Raad van maart. In lijn met de motie Albayrak heeft de Europese Raad de HV gevraagd Egypte zo nodig noodhulp te bieden. Deze zal zo nodig uiteraard op korte termijn worden geboden.

Midden-Oosten Vredesproces

De Raad zal een terugkoppeling van HV Ashton krijgen over de Kwartetbijeenkomst die op 5 februari jl. plaatshad in München en aansluitend de voortgang van het Midden-Oosten Vredesproces bespreken. Het Kwartet onderstreepte zijn steun voor spoedige hervatting van de rechtstreekse onderhandelingen, leidend tot een Raamwerkakkoord binnen de door het Kwartet gestelde termijn (september 2011). Om het proces kracht bij te zetten, zullen gezanten van het Kwartet separaat met de Palestijnse en Israëlische onderhandelaars spreken, evenals met de vertegenwoordigers van het Arab Peace Initiative comité. Het Kwartet zal in maart in Brussel wederom bijeenkomen, waarbij ook de ontwikkelingen in de regio en de implicaties daarvan op het vredesproces besproken zullen worden.

Het kabinet steunt de inzet van het Kwartet en pleit voor spoedige hervatting van de rechtstreekse onderhandelingen. Deze boodschap is ook uitgedragen bij het bezoek van minister Rosenthal aan de regio, waarbij de minister de partijen opriep om te bewegen maar af te zien van unilaterale acties die vooruitlopen op de uitkomsten van deze onderhandelingen. Het kabinet meent dat de Europese rol en activiteiten in het kader van het vredesproces in goede afstemming met de VS vormgegeven moeten worden. Over het bezoek van minister Rosenthal aan de regio gaat u separaat een verslag toe.

En marge van de raad zal de Associatieraad EU-Israël plaatsvinden. Deze Associatieraad moet de aanzet geven tot een doorstart in de discussie over de intensivering van de relaties tussen de EU en Israël, waartoe in 2008 het beginselbesluit is genomen.

Vrijheid van religie

In vervolg op de discussie tijdens de RBZ van 31 januari jl. zal de Raad verder spreken over intensivering van het EU-beleid ter bevordering van godsdienstvrijheid wereldwijd, met name de bescherming van religieuze minderheden.

Gezien het toegenomen geweld tegen vooral christenen is het van groot belang dat de EU zich in ondubbelzinnige bewoordingen uitspreekt tegen geweld tegen religieuze minderheden en oproept tot effectieve bescherming van deze groepen. Hierbij moet expliciet aandacht worden besteed aan de meest kwetsbare groepen, waaronder christenen.

Het kabinet meent dat het eerder overeengekomen actieplan van de EU om godsdienstvrijheid te bevorderen met prioriteit dient te worden uitgewerkt in concrete operationele stappen, waaronder het consistent en op hoog niveau blijven aanspreken van regeringen op geweldsincidenten tegen religieuze minderheden en het besteden van ruime aandacht aan dit onderwerp in contacten met derde landen, in rapportages en tijdens besprekingen in onder andere VN-verband.

Iran

De Raad zal, mede op verzoek van Nederland, spreken over de mensenrechtensituatie in Iran. Daarbij zal aandacht worden besteed aan het voorstel om maatregelen te nemen tegen de grootste mensenrechtenschenders. Na de executie van mevrouw Baahrami heeft Nederland in Europees verband het pleidooi voor het direct instellen van sancties tegen Iraanse mensenrechtenschenders met kracht herhaald. Het kabinet heeft bij de Europese partners bepleit dat ook leden van de Iraanse rechterlijke macht voor deze sanctielijst in aanmerking komen.

De EU besloot op voorstel van Nederland tot een EU-brede boycot van de viering van de Iraanse nationale dag in Teheran, Brussel en Genève. Indien lidstaten in andere steden aanwezig waren, was dat slechts op laag niveau. Nederland was bij geen van de vieringen aanwezig. Met deze maatregel heeft de EU krachtig en zichtbaar haar afkeuring over de executie van mw. Baahrami geuit.

Bosnië-Herzegovina

Mede in het licht van de verkiezingen van 3 oktober jl., die overigens nog niet hebben geleid tot de vorming van een regering, heeft HV Ashton de situatie in Bosnië-Herzegovina geagendeerd. Zij zal een discussie willen voeren over de vraag wat de EU kan doen om de politieke en bestuurlijke impasse waarin het land al geruime tijd verkeert, te doorbreken. Het betreft onder andere de vraag hoe de EU-missie ter plaatse het beste kan worden versterkt en hoe dit zich verhoudt tot de toekomst van het kantoor van de Hoge Vertegenwoordiger in Bosnië-Herzegovina (de «OHR»).

Nederland is voorstander van een geïntegreerde aanpak door de EU waarin de veiligheidscomponent (de missies EUFOR Althea en EUPM) nadrukkelijk wordt meegenomen. Nederland is bereid mee te werken aan een Europese inzet die de ontwikkeling van stabiele staatsstructuren in Bosnië-Herzegovina bevordert en tegelijkertijd de verantwoordelijkheid voor de benodigde hervormingen bij de Bosnische politici laat.

(evt.) Sahel

Mogelijk zal de Raad, in vervolg op de discussie tijdens de bijeenkomst van 31 januari jl., spreken over de verslechterende veiligheidssituatie in de Sahel-regio (Mali, Niger, Mauritanië, Algerije, Libië, Burkina Faso en Tsjaad). Bespreking zal plaatsvinden aan de hand van de nog te verschijnen EU-strategie voor de regio. Deze strategie zal naar verwachting voorstellen bevatten voor een geïntegreerde benadering van de regio ter bevordering van de sociaal-economische ontwikkeling in de Sahel en ter verbetering van de veiligheidssituatie.

De verslechterende veiligheidssituatie in de Sahel-regio geeft reden tot zorg. Analyses wijzen op een stijging van veiligheidsdreigingen in de vorm van smokkel van personen, wapens en verdovende middelen, alsmede ontvoeringen door AQIM (Al Qaida in de Islamitische Maghreb), waarvan met name EU-burgers het slachtoffer zijn.

Mensenrechten

HV Ashton wil kort de EU-prioriteiten voor de aankomende reguliere zitting van de Mensenrechtenraad (MRR) bespreken (28 februari–25 maart a.s.). Belangrijke onderwerpen betreffen uiteraard de mensenrechtensituatie in Iran en de situatie in de Arabische wereld (onder andere Egypte en Tunesië). De EU zal een resolutie indienen op het gebied van vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, waarin speciale aandacht zal uitgaan naar de positie van religieuze minderheden. Op de agenda van de MRR staan verder de verlenging van een aantal landenmandaten en verschillende Midden-Oostenresoluties. Voorafgaand aan de sessie van de MRR zal het kabinet uw Kamer met een separate brief informeren over de Nederlandse inzet.

Zimbabwe

De Raad zal deze maand het sanctieregime tegen Zimbabwe, dat sinds 2002 van kracht is, verlengen. Als gebruikelijk zal daarbij de lijst met namen van betrokken personen worden geactualiseerd.

Naar boven