Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 21501-01 nr. 170 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 21501-01 nr. 170 |
Vastgesteld 14 mei 2002
De algemene commissie voor Europese Zaken1 en de vaste commissie voor Economische Zaken2 hebben op 25 april 2002 overleg gevoerd met minister Jorritsma-Lebbink van Economische Zaken en staatssecretaris Benschop van Buitenlandse Zaken over:
– verslag Interne Marktraad, consumentenzaken en toerisme, van 1 maart 2002 (21 501-01, nr. 167);
– brief van de minister van Economische Zaken en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken d.d. 19 april 2002 inzake de geannoteerde agenda;
– brief van de minister van Economische Zaken d.d. 19 april 2002 inzake reactie op Groenboek Concentratieverordening.
Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.
De minister van Economische Zaken deelt vooraf mee dat het onderwerp verordening NUTS van de agenda is afgevoerd.
Vragen en opmerkingen uit de commissies
De heer Bolhuis (PvdA) stemt van harte in met het standpunt van het kabinet met betrekking tot het gemeenschapsoctrooi.
De regering steunt elementen uit amendementen van het EP die bijdragen aan maatschappelijk verantwoord of duurzaam aanbesteden. De heer Bolhuis vraagt zich af of dit overeenkomt met de indertijd door de regering gedane toezeggingen die iets strikter waren geformuleerd. Gedurende het gehele productieproces moeten sociale eisen kunnen worden gesteld, maar de bijlage laat wat dit betreft nog enige ruimte. In die bijlage staat ook dat er geen sociale of milieueisen mogen worden gesteld die niet gerelateerd zijn aan de productie van de gevraagde dienst, werk of levering. Steunt het kabinet het amendement dat ertoe strekt aanbieders uit te sluiten die naleving van de cao in de weg staan? In de VS is het gebruikelijk dat bij overheidsaanbestedingen of -aankopen positieve actie wordt gestimuleerd; er wordt bijvoorbeeld gevraagd een bepaalde percentrage minderheden in dienst te nemen. Is dat ook in de EU mogelijk?
Speelt het punt «diensten algemeen belang» nog een rol op de herziene Lissabonagenda? Hoe kan het algemeen belang worden betrokken bij het proces van liberalisering?
Ingaande op het groenboek Concentratiecontrole merkt de heer Bolhuis op zich te kunnen voorstellen dat het kabinet weinig voelt voor toepassing van het substantial lessening of competition-criterium (SLC). Sommige wetenschappers zijn echter van mening dat dit criterium beter aansluit op de economische werkelijkheid. Tijdens de discussie over de herziening van de Mededingingswet is afgesproken dat er iets meer nadruk wordt gelegd op economische aspecten en dat gestreefd zal worden naar criteria waarmee beter gewerkt kan worden dan de huidige criteria. Zo zal het begrip «economische machtspositie» duidelijker moeten worden omschreven. Hopelijk zal hieraan de nodige aandacht worden besteed in de evaluatie van de mededingingswetgeving.
Wat betreft de verordening verkoopbevorderende activiteiten pleit de heer Bolhuis overeenkomstig het Nederlandse beleid in dezen een uitzondering te maken voor alcohol en tabak.
Ten slotte roept de heer Bolhuis het kabinet op zich aan te sluiten bij de meerderheid van de Raad die een gemengde aanpak in het kader van het groenboek Consumentenbescherming voorstaat.
Het valt de heer Vendrik (GroenLinks) op dat in het verslag van de vorige vergadering niets staat over de harmonisatie van vakantiespreiding in Europees verband.
De heer Vendrik pleit met nadruk voor meer ruimte in de EU-aanbestedingenrichtlijnen voor de nationale overheden om naar eigen goeddunken aanvullende eisen te stellen als het gaat om maatschappelijk verantwoord ondernemen. Hij wijst erop dat er nog steeds niet gesproken kan worden van een plicht tot MVO-aanbesteden, maar van de mogelijkheid daartoe. Wil het kabinet toezeggen dat het zo nodig verder zal gaan dan de richtlijn als het gaat om het stellen van MVO-eisen? Het valt aan de kiezers niet uit te leggen dat een dynamisch proces als maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt gedwarsboomd door rigide EU-regels. Waarom zou een aanbestedende dienst niet mogen eisen dat een inschrijver een bepaald milieukeur of sociaal label heeft? Dan immers wordt duidelijk of een dienst of product MVO-bestendig is. Als die eis niet mag worden gesteld, zou dat de positie van keurmerken aanzienlijk verzwakken. De heer Vendrik wijst in dit verband op de brief van de Brusselse NGO's, waarin wordt gepleit voor een nieuw artikel 53, dat dan in ieder geval de ruimte dient te bevatten waaraan hij heeft gerefereerd.
De heer Van Walsem (D66) vindt dat Nederland wat betreft het gemeenschapsoctrooi terecht vasthoudt aan de optie die de grootste kostenreductie voor de gebruiker met zich meebrengt en dus voor het systeem van onafhankelijke claims. Mag worden verwacht dat hierover een akkoord wordt bereikt en is Nederland bereid om met het oog daarop concessies te doen? Wat zijn de gevolgen als er geen akkoord wordt bereikt?
De octrooiering van software blijft een belangrijk punt. De heer Van Walsem is van mening dat daarbij specifieke criteria in acht moeten worden genomen. Er moet bijvoorbeeld echt sprake zijn van een technische uitvinding. Zogenaamde business methods mogen daar absoluut niet onder vallen. Gelukkig brengt ook de Commissie een duidelijke scheiding aan tussen technische en niet-technische uitvindingen. Zij wijkt hierbij bewust af van de praktijk in de VS waarin een technische toets niet noodzakelijk is. Ook is de heer Van Walsem er tevreden over dat het kabinet streeft naar aanscherping van de kernartikelen. Mag hieruit worden afgeleid dat het nu ook extra waarborgen wil rondom de octrooiering van software en geen voorstander meer is van het schrappen van het verbod op octrooiering in het Europese Octrooiverdrag? Op verzoek van de Kamer heeft de industrie een aantal criteria opgesteld aan de hand waarvan triviale octrooien kunnen worden voorkomen. Is het kabinet bereid die criteria een rol te laten spelen in de onderhandelingen in Brussel? Deze criteria behelzen onder meer het vereiste dat er een duidelijk onderscheid dient te zijn tussen technische en niet-technische uitvindingen in termen van planmatig gebruik van beheersbare natuurkrachten. Als programmatuur deel uitmaakt van een vinding dient de indiener de functionerende broncode te overleggen. Verder mag de bescherming van het octrooi zich alleen uitstrekken tot de overlegde implementatie en niet tot de gebruikte methodieken. De aanvrager moet daarnaast aannemelijk maken dat hij experimenten heeft uitgevoerd in verband met zijn vinding omdat het probleem te complex was om louter met denkwerk op te lossen. Ten slotte dient het beoordelingssysteem prikkels te bevatten voor een juiste interpretatie van de beperkingen van het octrooirecht.
Wordt er bij het opstellen van het nieuwe actieplan voor het consumentenbeleid ook gekeken naar de resultaten van het vorige actieplan? Waarop heeft het onderdeel «governance» (politieke relatie tussen de EU en de burgers) precies betrekking? Als het echt gaat om die politieke relatie (kiesrecht, direct gekozen voorzitter etc.) lijkt dit actieplan niet de goede plaats.
De heer Van Walsem kan zich vinden in de reactie van het kabinet op het groenboek Consumentenbescherming.
Wat is de meerwaarde van een Europees toerismebeleid?
Ten slotte merkt de heer Van Walsem op zich te kunnen vinden in de conceptreactie van het kabinet op het groenboek Concentratiecontrole.
De heer De Haan (CDA) merkt op dat de passage over de herziening strategie interne markt zo mooi is geformuleerd dat niemand er eigenlijk tegen kan zijn. Het gemeenschapsoctrooi krijgt zo langzamerhand het karakter van een lijdensweg. Iedereen zet zijn hakken in het zand en een doorbraak lijkt verder weg dan ooit.
Het kabinet is terecht van mening dat heel zorgvuldig moet worden geopereerd als het gaat om de octrooiering van software. Nu bij een verplaatsing van een machine al gesproken kan worden van een wijziging van het productieproces, is het zeer de vraag of het Amerikaanse systeem de problemen oplost. De heer De Haan steunt de opstelling van het kabinet in dezen.
Wat betreft de overheidsaanbestedingen pleit de heer De Haan voor toepassing van de klassieke EU-richtlijnen, los van de mogelijkheid dat er een zekere ongelijkheid kan ontstaan tussen landen die wel en landen die niet overgaan tot privatisering van de nutssectoren.
Wat wordt precies bedoeld met het opleggen van de verplichting om vooraf toestemming te vragen aan nationale autoriteiten voor verkoopbevorderende acties? De heer De Haan kan zich overigens voorstellen dat een nationale overheid wordt toegestaan om bepaalde reclameacties (prostitutie, tabak, drugs e.d.) te verbieden.
Ten slotte vraagt de heer De Haan zich af wat de meerwaarde is van een Europees toerismebeleid. Het lijkt hem in ieder geval dat dit eerder een zaak is voor de sector zelf dan voor de overheid.
Mevrouw Voûte-Droste (VVD) spreekt haar teleurstelling uit over het feit dat er geen voortgang wordt geboekt in het dossier van het gemeenschapsoctrooi. Ook is zij teleurgesteld over de voorstellen van de Commissie met betrekking tot de liberalisering van de dienstensector en de verbetering van de regelgeving. Welke zijn de 30 resterende actiepunten? Ter verbetering van het ondernemingsklimaat mikt de Commissie op goedkeuring van de nieuwe mededingingsverordening en de indiening van een nieuwe concentratieverordening. Hoeveel aandacht wordt hierbij besteed aan het MKB dat overal in Europa kan worden beschouwd als de banenmotor? Kan het Europese MKB-handvest worden omgezet in bijvoorbeeld een groenboek MKB? In ieder geval moet duidelijk worden dat niet alleen met de mond wordt beleden dat het MKB belangrijk is.
Kan één van de bewindslieden een toelichting geven op de peer reviews en twinningprojecten als het gaat om kandidaat-lidstaten?
Wat gebeurt er met de aanbevelingen van de High Level Group om te komen tot verbetering van de kwaliteit van de regelgeving?
Kan de minister aangeven wat er precies zal worden gedaan om het dossier octrooiering van software concrete inhoud te geven?
Mevrouw Voûte vraagt vervolgens naar de betekenis van de mededeling dat de kans aanwezig is dat er een akkoord wordt bereikt over de richtlijnen met betrekking tot overheidsaanbestedingen. Wordt de klassieke richtlijn ook gehanteerd om met name innovatieve projecten te bevorderen?
Wat betreft het groenboek Concentratiecontrole lijkt het SLC-criterium minder rechtszekerheid te bieden dan het huidige marktdominantiecriterium. De twee daarin voorkomende onvolkomenheden moeten echter wel worden weggenomen. Dat de huidige rechterlijke procedures twee à drie jaren duren, is onacceptabel. Hetzelfde geldt voor de onvoldoende toegang tot relevante informatie.
Het antwoord van de bewindslieden
De minister van Economische Zaken vreest dat er ook dit keer geen overeenstemming zal worden bereikt over het gemeenschapsoctrooi.
Aanbestedende diensten kunnen allerlei sociale eisen of milieueisen aan een product stellen, zolang die eisen maar niet in strijd zijn met het EG-verdrag. Ze moeten non-discriminatoir, transparant en objectief zijn. De aanbestedende diensten kunnen ook voorwaarden stellen aan de wijze van uitvoering van de overeenkomst, bijvoorbeeld met betrekking tot de inzet van allochtonen. Dit alles is neergelegd in enkele interpretatieve documenten van de Commissie en Nederland steunt amendementen van het EP waarin wordt verwezen naar de belangen van het milieu en sociale aspecten. Uiteraard dienen ondernemingen in het algemeen geldende wetgeving en cao's na te leven.
Dat niet geëist wordt dat een MVO-keurmerk wordt gebruikt, betekent niet dat het gebruik van eisen uit keurmerken verboden is. Voorkomen moet echter worden dat een nationaal keurmerk buitenlandse bedrijven uitsluit, maar eisen, vervat in een bepaald keurmerk, kunnen wel degelijk worden voorgeschreven met betrekking tot het productieproces. Het kan echter niet de bedoeling zijn om uitsluitend een bepaald keurmerk te hanteren, want dat zou protectionisme in de hand werken. Zo kan niet worden geëist dat alleen maar FSC-hout mag worden gebruikt, want er zullen wellicht ook andere keurmerken met betrekking tot duurzaam hout zijn die aan precies dezelfde eisen voldoen. In artikel 53 geeft de Commissie de benodigde ruimte; er komt een extra overweging waarin wordt aangegeven dat niet elk afzonderlijk criterium een economisch voordeel hoeft op te leveren, zodat er ruimte komt voor MVO-eisen.
Aan het adres van mevrouw Voûte merkt de minister op dat bij aanbestedingen functionele specificaties mogelijk zijn met het oog op de bevordering van innovatieve projecten.
Nog niet duidelijk is of het voorstel met betrekking tot de octrooiering van software triviale octrooien tegengaat. Wel leidt de richtlijn tot meer uniformiteit, waardoor de kans op verkeerde toewijzingen kleiner wordt. De minister zegt de indruk te hebben dat de Commissie de octrooilat iets hoger legt. Wat dat betreft worden de verschillen met de VS alleen maar groter. Zij gaat ervan uit dat onder andere de door de heer Van Walsem bedoelde criteria zullen worden betrokken in de onderhandelingen in Brussel.
Het aspect van reclame, gericht op kwetsbare consumentengroepen, verdient inderdaad de nodige aandacht bij de verordening verkoopbevorderende activiteiten. Voorkomen moet worden dat nationale regels op het gebied van bijvoorbeeld tabak, alchohol en kansspelen door EU-richtlijnen worden doorkruist. Aan het adres van de heer De Haan merkt de minister op dat het nu juist de bedoeling van de verordening is om algemene verplichtingen inzake het vragen van toestemming vooraf voor verkoopbevorderende acties af te schaffen. Het beperken van dergelijke acties voor specifieke producten en diensten blijft overigens mogelijk.
De resolutie met betrekking tot het toerisme is nogal onschuldig van karakter. Op dit punt moet inderdaad niet iets groots worden opgetuigd.
Op het terrein van consumentenbeleid is het nodige bereikt (voedselveiligheid en aanscherping van de algemene productveiligheidsrichtlijn). Toch is een andere aanpak nodig die het mogelijk maakt om sneller te reageren. Wat dat betreft biedt het actieplan nog de nodige openingen.
Het kabinet wacht de voorstellen van de Commissie met betrekking tot het groenboek Consumentenbescherming af. Voorshands gaat de voorkeur nog steeds uit naar een specifieke aanpak.
Invoering van het SLC-criterium (groenboek concentratiecontrole) heeft in Europa nauwelijks praktische voordelen. In feite is een dergelijk criterium nog minder goed afgebakend dan het machtspositiecriterium. Men zou kunnen denken dat er in de VS meer rekening kan worden gehouden met de economische realiteit in een specifiek geval. Die ruimte wordt echter beperkt door de strikte toepassingskaders, voortvloeiend uit de jurisprudentie. De Commissie heeft daarentegen ruime discretionaire bevoegdheden terwijl het begrip «machtspositie» vrij gedetailleerd is vastgelegd. Invoering van het SLC-criterium zou echter een beperking van de interpretatieruimte van de Commissie met zich mee moeten brengen. Bovendien vergt invoering van dit criterium wijziging van het verdrag van de EU. Het is overigens nog maar de vraag of convergentie met het beleid van de VS altijd het ultieme doel moet zijn. De minister is het eens met mevrouw Voûte dat de huidige rechterlijke procedures te lang duren. De Commissie streeft ernaar de EU-jurisdictie uit te breiden. Dat houdt in dat de Commissie zelf meer zaken gaat afhandelen. De oplossingsrichting is het toevoegen van een vereenvoudigd criterium, maar het is natuurlijk de vraag of dat een verplichtend karakter moet hebben.
De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken merkt op dat bij het opstellen van de lijst van actiepunten een strenger criterium is gehanteerd. Het gaat nu alleen om acties die een aanzienlijke bijdrage kunnen leveren en die goed meetbaar zijn. Daardoor is het aantal teruggebracht van 80 tot 30, onderverdeeld in vier rubrieken. Wat betreft de kwaliteit van de regelgeving mag worden verwacht dat de Commissie nog voor de Europese Raad van Sevilla met een standpunt over het rapport-Mandelkern komt. In Barcelona is afgesproken dat de lidstaten jaarlijks zal worden gevraagd wat ze hebben gedaan op het terrein van het MKB. Dat de diensten algemeen belang niet in het overzicht worden vermeld, heeft te maken met het feit dat een stringenter criterium is toegepast. In Barcelona is wel afgesproken dat voor de bijeenkomst in Sevilla zal worden gerapporteerd over de evaluatiemethodieken met betrekking de diensten algemeen belang. De Commissie zal verslag uitbrengen over de ervaringen die zijn opgedaan met de richtsnoeren voor staatssteun aan bedrijven, belast met diensten van algemeen belang. Voorts is de Commissie opgeroepen haar onderzoek naar een algemene kaderrichtlijn voor deze diensten voort te zetten. Hierover moet voor het einde van het jaar worden gerapporteerd.
Hopelijk komt er de komende weken nog enige beweging in het dossier van het gemeenschapsoctrooi. Het kan niet de bedoeling zijn dat de gestelde deadline wordt overschreden. Nederland is bereid zich soepel op te stellen, maar de nieuwe constructie moet wel duidelijk meerwaarde hebben.
De portee van de passage over toerisme is dat van de Commissie geen voorstellen hoeven te worden verwacht.
Samenstelling: Leden: Te Veldhuis (VVD), voorzitter, Weisglas (VVD), Scheltema-de Nie (D66), Van Middelkoop (ChristenUnie), Van Oven (PvdA), ondervoorzitter, Voûte-Droste (VVD), Hessing (VVD), Hoekema (D66), Marijnissen (SP), Verhagen (CDA), Rouvoet (ChristenUnie), De Haan (CDA), Koenders (PvdA), Van den Akker (CDA), Ross-van Dorp (CDA), Karimi (GroenLinks), Bussemaker (PvdA), Timmermans (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Weekers (VVD), Albayrak (PvdA), Eurlings (CDA), Van Baalen (VVD) en Molenaar (PvdA).
Plv. leden: Verbugt (VVD), Blaauw (VVD), Dittrich (D66), Van den Berg (SGP), Valk (PvdA), Wilders (VVD), Remak (VVD), Ter Veer (D66), Van Bommel (SP), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), De Graaf (D66), Van der Hoeven (CDA), Waalkens (PvdA), Balkenende (CDA), Çörüz (CDA), M. B. Vos (GroenLinks), Feenstra (PvdA), Zijlstra (PvdA), Harrewijn (GroenLinks), Geluk (VVD), Visser-van Doorn (CDA), Örgü (VVD), Gortzak (PvdA) en Crone (PvdA).
Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), Biesheuvel (CDA), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA), Voûte-Droste (VVD), ondervoorzitter, Rabbae (GroenLinks), Hessing (VVD), Giskes (D66), Marijnissen (SP), Crone (PvdA), Van Dijke (ChristenUnie), M. B. Vos (GroenLinks), Van Walsem (D66), Hofstra (VVD), Wagenaar (PvdA), Stroeken (CDA), Van den Akker (CDA), Geluk (VVD), Ravestein (D66), Verburg (CDA), Blok (VVD), Hindriks (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Bolhuis (PvdA) en Horn (PvdA).
Plv. leden: Snijder-Hazelhoff (VVD), Atsma (CDA), Molenaar (PvdA), Klein Molekamp (VVD), Vendrik (GroenLinks), De Swart (VVD), Van den Berg (SGP), Poppe (SP), Kuijper (PvdA), Van Middelkoop (ChristenUnie), Van der Steenhoven (GroenLinks), Schimmel (D66), Van Baalen (VVD), Herrebrugh (PvdA), Van der Hoeven (CDA), De Haan (CDA), Van Beek (VVD), Bakker (D66), Schreijer-Pierik (CDA), Udo (VVD), Hamer (PvdA), Koenders (PvdA), Schoenmakers (PvdA), Smits (PvdA) en Wijn (CDA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-01-170.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.