Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 21501-01 nr. 168 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 21501-01 nr. 168 |
Vastgesteld 28 maart 2002
De vaste commissie voor Economische Zaken1 en de algemene commissie voor Europese Zaken2 hebben op 28 februari 2002 overleg gevoerd met staatssecretaris Ybema van Economische Zaken en staatssecretaris Benschop van Buitenlandse Zaken over:
– het verslag van de Interne Markt-, Consumenten- en Toerismeraad (IMC&T-raad) van 26 november 2001 (21 501-01, -15, -25, nr. 162);
– de agenda voor de Interne Markt-, Consumenten- en Toerismeraad (IMC&T-raad) van 1 maart 2002 (21 501-01, -15, -25, nr. 166).
Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissies
De heer Bolhuis (PvdA) constateert dat sommige onderwerpen van de agenda van de IMC&T-raad van 26 november jl. niet meer voorkomen op die voor de komende raad. Wat is daarvan de reden? In de afgelopen maanden zijn de consumentenprijzen flink gestegen, maar uit publicaties van o.a. het CBS blijkt dat die stijging niet gemakkelijk is te herleiden tot de introductie van de euro. Welke rol kan de NMa in dezen spelen? Hoe zien bewindslieden dit en welke verwachting hebben zij van de bespreking van dit onderwerp tijdens de komende raadsbijeenkomst?
Tijdens de bijeenkomst van 26 november jl. heeft Nederland zich onthouden van stemming over een Belgisch compromisvoorstel voor een cosmeticarichtlijn die dierproeven verbiedt als een alternatieve testmethode voorhanden is en handel in producten verbiedt als desondanks toch op dieren is getest. Hoe dan ook mag het vigerende Nederlandse verbod op dierproeven niet in gevaar komen. Hoe kijken de bewindslieden hier tegenaan? De heer Bolhuis dringt erop aan zo snel mogelijk alternatieve testmethoden te ontwikkelen die voor de OESO aanvaardbaar zijn, opdat dierproeven voor het testen van cosmetica in Europa zo spoedig mogelijk tot het verleden behoren. Wordt overwogen om dit onderwerp op de WTO-agenda te plaatsen?
De vorderingen met besluitvorming over het gemeenschapsoctrooi zijn ronduit teleurstellend. Ter zake steunt de heer Bolhuis de opstelling van de Nederlandse regering. Het belang van het Nederlands als technische octrooitaal mag niet uit het oog worden verloren. Hoe denkt de regering de huidige patstelling te doorbreken? Octrooien moeten alleen worden verleend op echt vernieuwende vindingen. Onderschrijven bewindslieden dat bij de octrooiering van software al snel het gevaar aanwezig is dat het slechts gaat om «gebakken lucht» en dat octrooi alleen wordt aangevraagd uit winstoogmerk?
De heer Bolhuis heeft de indruk dat commissaris Bolkestein in de discussie over diensten van algemeen belang vooral de nadruk legt op liberalisering en marktwerking en dat hij de intrinsieke waarde van deze diensten wat onderschat. Onderschrijven bewindslieden dat lidstaten criteria moeten kunnen stellen aan dergelijke diensten?
De heer Bolhuis gaat ervan uit dat de twee interpretatieve mededelingen van de Commissie over de wijze waarop aanbestedende diensten milieu- en sociale aspecten kunnen meewegen bij een aanbestedingsprocedure alleen betrekking hebben op huidige regelgeving. Voor de toekomst moet een en ander goed worden verankerd in de richtlijnen zelf. Hoe zien de bewindslieden dit? Steunen zij de amendementen die het Europees Parlement op dit punt heeft aangenomen? Is de Nederlandse inzet op dit punt eigenlijk wel breed genoeg?
De heer Bolhuis roept de bewindslieden op, naast een specifieke aanpak van Europese consumentenbescherming, ook te streven naar een algemene kaderrichtlijn die oneerlijke handelspraktijken verbiedt. Hoe staat het overigens met het groenboek maatschappelijk verantwoord ondernemen?
Het is te betreuren, zo constateert de heer Bolhuis, dat de Commissie er niet in is geslaagd om voor de Top van Laken een actieplan voor de vereenvoudiging van regelgeving af te ronden. Het scoreboard voor de Interne Markt illustreert goed welke problemen er zijn bij het omzetten van communautaire in nationale wetgeving. Als men de doelstellingen van Lissabon serieus neemt, moet met gerichte acties de werking van de Interne Markt meetbaar worden bevorderd.
Ten slotte roept hij op in de discussie over Europese vakantiespreiding ook de situatie op kleinere luchthavens in het vakantieseizoen aan de orde te stellen.
De heer De Haan (CDA) hecht niet al te veel waarde aan een Europese discussie over vakantiespreiding. Uit het ontbreken van een aantal onderwerpen op de agenda voor de komende IMC&T-raad constateert hij dat er gelukkig voortgang is geboekt.
De conclusie van het CBS dat het lastig is de effecten van de introductie van de euro op de inflatie te meten, onderschrijft de heer De Haan. Diverse signalen duiden er echter op dat dit effect zeer gering moet zijn geweest. De huidige hoge inflatie in Nederland is voor een deel veroorzaakt door de slechte oogsten in Zuid-Europa, maar vooral door het gevoerde regeringsbeleid en door de overbesteding in Nederland. Het zou hem niet verbazen als Nederland op dit punt van de Commissie een voorzichtige waarschuwing krijgt uitgedeeld.
De heer De Haan onderschrijft dat consumentenbescherming primair gediend is met een specifieke aanpak. In de door de Commissie voorgestelde gemengde aanpak ziet hij niet veel. Hoe zien de bewindslieden dit? Hij steunt het Nederlandse standpunt ter zake van het CARDIFF-proces. Een toelichting vraagt hij op de betekenis van SOLVIT voor Nederlandse burgers en bedrijven.
De teleurstelling van de heer Bolhuis over de vorderingen in de besluitvorming over het gemeenschapsoctrooi deelt de heer De Haan geheel. Willen de bewindslieden nader schriftelijk de voordelen van het gemeenschapsgebruiksmodel uiteenzetten? Op welk soort producten of diensten kan dit van toepassing zijn?
De heer De Haan vindt totstandkoming van een gedegen wetgevend pakket voor overheidsaanbestedingen van groot belang. Ze betreffen immers niet minder dan 15% van het EU-BBP. Er dienen zoveel mogelijk open inschrijfprocedures voor overheidsopdrachten te komen, maar daarbij moet er dan wel oog zijn voor de bescherming van de deskundigheid van bedrijven in aanbestedingsprocedures voor innovatieve projecten. Ten slotte onderstreept hij het eminente belang van TRANSIT voor het voorkomen van fraude bij de inning en afdracht van douanerechten in de EU.
De heer Vendrik (GroenLinks) neemt eveneens met enige scepsis kennis van de Europese discussie over vakantiespreiding. Hij vindt het veel te voorbarig om op basis van de eerste CBS-cijfers te concluderen dat de euroconversie op de inflatie over januari slechts zeer beperkt van invloed is geweest. Die vraag is thans nog niet te beantwoorden. De analyse van de heer De Haan, dat overbesteding een van de belangrijke oorzaken van de hogere inflatie is geweest, deelt hij niet.
Een toelichting vraagt de heer Vendrik op nut en noodzaak van een Europees debat over de etikettering van video- en computerspelletjes. Biedt zelfregulering niet altijd in voldoende mate bescherming? Ook hij is teleurgesteld over de vorderingen in de besluitvorming over het gemeenschapsoctrooi.
Uit de stukken leidt de heer Vendrik af dat de regering zich inzake het wetgevend pakket voor overheidsaanbestedingen vooral baseert op de twee interpretatieve mededelingen van de Commissie over het meewegen van milieu- en sociale aspecten in een aanbestedingsprocedure. Wat is de relevantie hiervan? Immers die mededelingen zijn gebaseerd op de tekst van de huidige richtlijn, terwijl het er nu juist om gaat een nieuwe richtlijn vorm te geven. Steunt de regering de amendementen die het Europees Parlement op de artikelen 23 en 54 heeft aangenomen? Kan de regering nader schriftelijk uiteenzetten wat onder de vigeur van de, al dan niet geamendeerde, nieuwe regelgeving wel en niet mogelijk is? Welke ruimte hebben nationale en lokale overheden dan nog om bij hun aanbestedingsbeleid aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) te betrekken? Nederland zet in op een MVO-bestendig overheidsaanbestedingsbeleid. Waarom dan nog onderhandelen over een richtlijn die nationale overheden alle ruimte op dit gebied laat? Moet dit dan niet gewoon een Europese standaard worden?
De heer Geluk (VVD) vraagt naar het effect van de euroconversie op de inflatie in andere Europese landen. Hij gaat ervan uit dat hierover in de komende maanden meer informatie beschikbaar komt. Zijn er effecten te vrezen voor de concurrentiepositie van Europa op de wereldmarkt?
De heer Geluk onderschrijft het Nederlandse standpunt ter zake van etikettering van computer- en videospelletjes. Monitoring door de Commissie is een prima aanvulling op een proces van geconditioneerde zelfregulering door de markt. Aan extra Europese regelgeving op het gebied van consumentenbescherming heeft hij geen behoefte. Europa zou een voorbeeld kunnen nemen aan de Nederlandse regelgeving.
Uit de annotatie bij het onderwerp «voorbereiding Europese Raad van Barcelona: CARDIFF-proces» leidt hij af dat bij het creëren van optimale voorwaarden voor ondernemen ook staatssteun mogelijk is. Wordt hiermee gedoeld op het faciliteren van een goede marktomgeving, of gaat het om daadwerkelijke steun aan bedrijven? Hoe kan laatstbedoelde steun een transparante werking van de markt bevorderen?
De heer Geluk pleit voor meer ambitie in de besluitvorming over het gemeenschapsoctrooi. Nu dreigen innovatieve Europese ondernemingen uit te wijken naar de VS, waar octrooien wel tijdig kunnen worden geregeld. Dit is slecht voor de Europese concurrentiepositie. Hij onderschrijft het Nederlandse standpunt ter zake van het communautair gebruiksmodel. Het MKB en het overige Nederlandse bedrijfsleven hebben hier geeft behoefte aan. Ten slotte vraagt hij welke invloed het Statuut Europese Coöperatieve Vennootschap zal hebben op Nederlandse coöperaties.
Het antwoord van de bewindslieden
De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken bevestigt dat als gevolg van de vorderingen die hiermee zijn gemaakt de punten «Cosmeticarichtlijn», «Gevaarlijke stoffen: azo-kleurstoffen, CMR's, ftalaten», «Europese levensmiddelenwet/Europese Voedselautoriteit (EVA)», «Verzekeringsbemiddeling» en «Grensoverschrijdende betalingen» niet meer op de agenda voor de komende IMC&T-raad staan. Onder de nieuwe cosmeticarichtlijn, die minder ver gaat dan het Nederlandse beleid, kan het Nederlandse verbod op dierproeven worden gehandhaafd. Dit is gecontroleerd bij de juridische dienst van Raad en Commissie en is vastgelegd in een verklaring die Nederland in de notulen heeft laten opnemen. In het licht van het WTO-beleid ter zake van handelsverboden wordt in OESO-verband bezien of door middel van het valideren van alternatieve testmethoden een basis kan worden gevonden voor handelsverboden voor cosmetische producten en ingrediënten waar dierproeven aan ten grondslag hebben gelegen.
De euroconversie beoordeelt de staatssecretaris als een doorslaand succes, dat vooral te danken is aan de zeer positieve opstelling van de consument. De monitoring van de Consumentenbond geeft vooralsnog aan dat de introductie van de euro niet noemenswaardig heeft bijgedragen aan de hoge inflatie in januari. Naast de reguliere prijsverhogingen per 1 januari was die veeleer te wijten aan oorzaken als de slechte oogsten in Zuid-Europa. In andere Europese landen is het inflatiecijfer in januari iets hoger dan in december. Ook dit is vooral terug te voeren op seizoensinvloeden. Daarnaast is gebleken dat de inflatie in het eurogebied niet harder is gestegen dan die in de landen daarbuiten.
De besluitvorming over het gemeenschapsoctrooi zit thans vooral vast op de kwestie rond het talenregime. Kwesties rondom de rol van nationale octrooibureaus zijn nagenoeg opgelost. Portugal staat zonder meer afwijzend tegenover voorstellen inzake het talenregime. Frankrijk en Duitsland nemen er geen genoegen mee dat wordt getornd aan de standaard van het Münchens octrooibureau en dat niet alles zou behoeven te worden vertaald in het Frans, Engels en Duits. Naar verwachting zal in de komende raadsbijeenkomst geen oplossing worden gevonden en zal dit onder de aandacht van de Top van Barcelona worden gebracht. Spanje streeft naar een definitieve oplossing in de IMC&T-raad van mei aanstaande. Nederland houdt daarbij druk op de ketel.
In lijn met de besluitvorming tijdens de Top van Laken ontwikkelt de Commissie ter voorbereiding van de Top van Barcelona richtsnoeren voor onder andere het geven van staatssteun.
SOLVIT is bedoeld om problemen op te lossen die burgers en bedrijven ondervinden bij het gebruikmaken van de interne markt. Voor de oplossing van een probleem in het buitenland behoeven zij zich niet direct te wenden tot een rechter in het buitenland. Zij kunnen zich wenden tot het Nederlandse SOLVIT-bureau dat in contact met het betrokken buitenlandse SOLVIT-bureau naar een oplossing streeft.
De staatssecretaris zegt toe de Kamer op de hoogte te houden van de discussie over de etikettering van video- en computerspelletjes. Op dit punt zou Europa een voorbeeld kunnen nemen aan de in Nederland gehanteerde zelfregulering op wettelijke basis.
Op verzoek van Nederland is in het verordeningsvoorstel voor het Statuut van de Europese Coöperatieve Vennootschap (EVA) opgenomen dat ook coöperaties zonder aandelenbezit gebruik kunnen maken van of deel kunnen nemen aan de EVA.
Verwijzend naar eerdere discussies over de introductie van de zomertijd en de goede ervaringen die daarmee in Europa zijn opgedaan, vindt de staatssecretaris het een goede zaak dat nu op Europees niveau wordt gesproken over vakantiespreiding.
De staatssecretaris van Economische Zaken deelt mede dat de NMa thans studeert op cijfermateriaal van de Consumentenbond over prijsontwikkelingen in bepaalde sectoren als gevolg van de euroconversie.
De discussie over het verlenen van octrooi op software is vooral gericht op het creëren van een duidelijke juridische praktijk. Nederland is niet principieel tegen een richtlijn op dit punt, mits daarmee de gewenste duidelijkheid wordt verkregen. Het geven van octrooi op software die in wezen niet meer is dan «gebakken lucht», moet worden voorkomen.
De interpretatieve mededelingen van de Commissie inzake overheidsaanbestedingen laten aanbestedende diensten voldoende ruimte om MVO-aspecten in de aanbestedingsprocedure mee te nemen. Zo is men vrij in de keuze van het product of de dienst. Ook kunnen aanvullende eisen worden gesteld bij de selectie van de onderneming die de opdracht wordt gegund, ook als er sprake is van gelijkwaardige offertes. Verder kan de aanbestedende dienst voorwaarden stellen aan de uitvoering van de opdracht. Daarnaast kunnen, rekening houdend met WTO-kaders, eisen worden gesteld aan de productiewijze. Ervan uitgaande dat de door Nederland gestelde aanvullende voorwaarden worden gehonoreerd, is er geen reden te veronderstellen dat dingen onmogelijk worden gemaakt die Nederland belangrijk vindt. Een van de voorwaarden is, dat door bedrijven in de competatieve dialoog ingebrachte innovatieve deskundigheid afdoende moet worden beschermd, zonder daarbij afbreuk te doen aan het mededingingsaspect. De tekst voor een nieuwe richtlijn is nog niet beschikbaar. Desgevraagd zegt de staatssecretaris toe een en ander meer gedetailleerd toe te lichten in het verslag van de komende IMC&T-raad. Vooruitlopend daarop acht hij het niet goed mogelijk om in te gaan op de vraag of die tekst dezelfde ruimte zal bieden als de interpretatieve mededelingen van de Commissie. Wel leidt een eerste verkenning van de door het Europees Parlement ingediende amendementen op het wetgevend pakket tot de conclusie dat deze kunnen worden gesteund.
Nederland is terughoudend ten opzichte van een kaderrichtlijn voor diensten van algemeen belang, omdat lidstaten daardoor worden beperkt om hieraan criteria te stellen. Omdat het op dit punt al beschikt over een omvangrijk, goed werkend eigen stelsel voelt Nederland ook niet voor een kaderrichtlijn consumentenbescherming. Sceptisch is Nederland ook over de introductie van het gemeenschapsgebruiksmodel. Beter is het om alle inspanningen te richten op het gemeenschapsoctrooi.
Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), Biesheuvel (CDA), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA), Voûte-Droste (VVD), ondervoorzitter, Rabbae (GroenLinks), Hessing (VVD), Giskes (D66), Marijnissen (SP), Crone (PvdA), Van Dijke (ChristenUnie), M. B. Vos (GroenLinks), Van Walsem (D66), Hofstra (VVD), Wagenaar (PvdA), Stroeken (CDA), Van den Akker (CDA), Geluk (VVD), Ravestein (D66), Verburg (CDA), Blok (VVD), Hindriks (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Bolhuis (PvdA), Horn (PvdA).
Plv. leden: Snijder-Hazelhoff (VVD), Atsma (CDA), Molenaar (PvdA), Klein Molekamp (VVD), Vendrik (GroenLinks), De Swart (VVD), Van den Berg (SGP), Poppe (SP), Kuijper (PvdA), Van Middelkoop (ChristenUnie), Van der Steenhoven (GroenLinks), Schimmel (D66), Van Baalen (VVD), Herrebrugh (PvdA), Van der Hoeven (CDA), De Haan (CDA), Van Beek (VVD), Bakker (D66), Schreijer-Pierik (CDA), Udo (VVD), Hamer (PvdA), Koenders (PvdA), Schoenmakers (PvdA), Smits (PvdA), Wijn (CDA).
Samenstelling: Leden: Te Veldhuis (VVD), voorzitter, Weisglas (VVD), Scheltema-de Nie (D66), Van Middelkoop (ChristenUnie), Van Oven (PvdA), ondervoorzitter, Voûte-Droste (VVD), Hessing (VVD), Hoekema (D66), Marijnissen (SP), Verhagen (CDA), Rouvoet (ChristenUnie), De Haan (CDA), Koenders (PvdA), Van den Akker (CDA), Ross-van Dorp (CDA), Karimi (GroenLinks), Bussemaker (PvdA), Timmermans (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Weekers (VVD), Albayrak (PvdA), Eurlings (CDA), Van Baalen (VVD), Molenaar (PvdA).
Plv. leden: Verbugt (VVD), Blaauw (VVD), Dittrich (D66), Van den Berg (SGP), Valk (PvdA), Wilders (VVD), Remak (VVD), Ter Veer (D66), Van Bommel (SP), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), De Graaf (D66), Van der Hoeven (CDA), Waalkens (PvdA), Balkenende (CDA), Çörüz (CDA), M. B. Vos (GroenLinks), Feenstra (PvdA), Zijlstra (PvdA), Harrewijn (GroenLinks), Geluk (VVD), Visser-van Doorn (CDA), Örgü (VVD), Gortzak (PvdA), Crone (PvdA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-01-168.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.