21 501-01
Interne Marktraad

nr. 106
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 18 februari 1998

Hierbij heb ik de eer U aan te bieden het verslag van de Informele Bijeenkomst Interne Markt gehouden op 13/14 februari jl., te Cambridge.

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

M. Patijn

Verslag van de Informele bijeenkomst van de Interne Markt Raad; Cambridge, 13/14 februari 1998

Samenvatting en beoordeling

De voorzitter van de bijeenkomst, Lord Simon, had in zijn uitnodigingsbrief de volgende gespreksthema's aangekondigd: vereenvoudiging van Interne-Marktwetgeving (SLIM), bedrijfseffectentoets, nationale vereenvoudiging, toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning, totstandkoming van normen en standaarden, omzetting van richtlijnen, toepassing en handhaving van het Gemeenschapsrecht en het voorstel van de Commissie voor een nieuw interventiemechanisme om een einde te maken aan ernstige verstoring van het vrij verkeer van goederen. Deze onderwerpen, voor een deel ook in het Actieprogramma voor de Interne Markt opgenomen, vallen onder één noemer: het functioneren van de interne markt.

De Nederlandse regering is al geruime tijd van oordeel dat de Interne Markt Raad zich vooral moet bezighouden met het functioneren van de interne markt, nu het wetgevingsprogramma ten behoeve van Europa '92 goeddeels voltooid is. Het feit dat de informele bijeenkomst geheel gewijd was aan dit onderwerp en de goede, inhoudelijke discussie die plaatsvond over de verschillende aspecten worden daarom als zeer positief beoordeeld. De regering zal zich ervoor blijven inspannen dat bespreking van deze thema's regulier deel gaat uitmaken van de agenda van de Interne Markt Raad.

Het functioneren van de interne markt als geheel kwam ook tijdens de lunch uitvoerig aan de orde. De bewindslieden stelden vast dat de invoering van de EURO de prijstransparantie en daarmee de concurrentie op de interne markt verder zal doen toenemen. In bepaalde sectoren in lidstaten die onvoldoende aanpassingsvermogen hebben, zou dit tot spanningen kunnen leiden; het gevaar van protectionistische reflexen en het zich willen onttrekken aan de regels en mechanismen van het vrije verkeer op de interne markt ligt dan op de loer. De noodzaak om het functioneren van de interne markt goed te bewaken zal daarom met de invoering van de EURO alleen maar toenemen. Alle instellingen van de EU moeten zich hiervan bewust zijn.

Afgesproken werd dat Lord Simon dit aspect van de invoering van de EURO onder de aandacht zal brengen van de eerstkomende ECOFIN Raad.

SLIM (Simpler Legislation for the Internal Market)

Commissaris Monti kondigde aan dat de Commissie binnenkort met een mededeling komt over bouwmaterialen, een onderwerp uit de eerste fase van SLIM.

De Commissie zal spoedig concrete wijzigingsvoorstellen doen voor de onderwerpen uit de tweede fase van SLIM, die in april 1997 van start ging (nomenclatuur van de buitenlandse handel, kunstmest, bancaire dienstverlening en administratieve aspecten van het BTW-stelsel).

Voor de derde fase heeft de Commissie gekozen voor de onderwerpen elektromagnetische compatibiliteit, verzekeringen en sociale zekerheidsrechten. Commissaris Monti legde uit dat de Commissie over het onderwerp openbare aanbestedingen, waar veel lidstaten om gevraagd hadden, binnenkort een Witboek zal verschijnen. Daarom was het niet gekozen als SLIM-onderwerp. Veel lidstaten hadden ook de machinerichtlijn als SLIM-onderwerp willen zien. Dit onderwerp was echter in het Molitorrapport al behandeld en de Commissie komt gauw met een nieuw richtlijnvoorstel.

Vele bewindslieden pleitten voor een grotere betrokkenheid van de lidstaten/Raad bij de keuze van de SLIM-onderwerpen en bij de behandeling van de resultaten van de SLIM-werkgroepen. Staatssecretaris Patijn pleitte er in concreto voor de rapporten van deze werkgroepen in de Interne Markt Raad te bespreken alvorens de Commissie haar wijzigingsvoorstellen gaat voorbereiden en vervolgens, wanneer de wijzigingsvoorstellen er eenmaal zijn, deze eerst op Raadsniveau te behandelen teneinde aan de Raadswerkgroepen oriëntaties mee te kunnen geven voor de verdere behandeling.

Lord Simon concludeerde dat de in de Interne Markt Raad regelmatiger moet worden gerapporteerd over de voortgang van de SLIM-werkzaamheden; voortaan zullen de wijzigingsvoorstellen eerst in de Raad worden besproken teneinde richting te geven aan de werkzaamheden van de Raadswerkgroepen.

Nationale vereenvoudigingsexercities

Vereenvoudiging op nationaal niveau is de logische tegenhanger van de SLIM-exercitie voor EU-regelgeving. De lidstaten hadden voorafgaand aan de bijeenkomst aan de Commissie informatie verschaft over hun initiatieven op dit terrein, die in een overzicht aan de bijeenkomst was voorgelegd.

Onderminister voor Overheidsdiensten Clark kondigde aan dat het Britse voorzitterschap op 9 en 10 maart a.s. in Manchester een conferentie zal beleggen met als thema «Better Government; more effective regulation». Tijdens deze conferentie kunnen de ervaringen op dit terrein worden uitgewisseld.

De bewindslieden verwelkomden dit initiatief.

Bedrijfseffectentoets

In het Actieprogramma voor de Interne Markt neemt de Commissie op zich in 1998 een toetsingspanel op te richten voor wetgevingsvoorstellen en proefprojecten te starten.

De bewindslieden spraken zich in Cambridge uit voor een decentrale aanpak, waarbij gebruik wordt gemaakt van nationale toetsen en panels. Wel tien lidstaten, waaronder Nederland, meldden zich aan voor de proefprojecten. Deze zullen binnenkort van start gaan. De Commissie zal een voorstel doen voor een procedure waarbij twee of drie wetgevingsvoorstellen aan een beperkt aantal lidstaten worden toegezonden teneinde ze aan de geldende nationale toetsen te laten onderwerpen.

Normen en standaarden

Aanleiding voor de discussie vormde een Deense notitie waarin zorg wordt uitgesproken over de langzame totstandkoming van normen en standaarden onder de zogenaamde nieuwe aanpak. Onder die aanpak bevatten richtlijnen slechts de globale vereisten waaraan produkten moeten voldoen; het uitwerken van de normen en standaarden wordt overgelaten aan normalisatie-instituten als CEN, CENELEC en ETSI.

Talrijke ideeën om het proces te versnellen passeerden de revue: het voorzitterschap opperde het afschaffen van de consensusregels bij het vaststellen de normen door de instituten en het invoeren van concurrentie voor deze instellingen. Staatssecretaris Patijn onderstreepte dat de nieuwe aanpak op zich een goed systeem is; de uitwerking van de normen moet wel worden versneld. Dit kan door de mandaten die CEN, etc. krijgen nauwkeuriger te formuleren en door deze instituten meer over de voortgang bij de uitwerking van de normen te laten rapporteren aan de Interne Markt Raad.

Afgesproken werd dat de Commissie de verschillende suggesties zal meenemen in haar notitie over dit onderwerp, die zal worden besproken tijdens de Interne Markt Raad van mei.

Beginsel van wederzijdse erkenning

Ruim 30% van de handel binnen de Gemeenschap vindt plaats op basis van het beginsel van wederzijdse erkenning, het terrein dat niet door in richtlijnen geharmoniseerde normen en standaarden wordt bestreken. Dat beginsel houdt in dat een lidstaat de verkoop van een product niet mag verbieden dat legaal in een andere lidstaat is gefabriceerd en in de handel gebracht, ook al is het gefabriceerd volgens technische en kwalitatieve specificaties die afwijken van die welke hij aan zijn eigen producten stelt. In de praktijk komt het evenwel nog te vaak voor dat het beginsel niet in acht wordt genomen door bijvoorbeeld nationale keurings- en controle-instanties.

De Commissie deed een aantal suggesties om de toepassing van de wederzijdse erkenning te verbeteren: betere werking van de bestaande mechanismen voor informatieverstrekking aan de Commissie, opneming van wederzijdse-erkenningsclausules in nationale productwetgeving, nader onderzoek van de problemen in specifieke sectoren, betere samenwerking tussen nationale instanties, die meer vertrouwen in elkaar moeten krijgen, en betere informatieverstrekking aan centrale en lagere overheden en aan marktdeelnemers over de toepassing van het beginsel.

Deze ideeën werden door de aanwezige bewindslieden onderschreven. Het onderwerp zal tijdens de Interne Markt Raad van 30 maart a.s. weer op de agenda staan.

Omzetting van richtlijnen

Eén van de onderdelen van het Actieprogramma is het wegwerken van de achterstand in de lidstaten bij de omzetting van interne-marktwetgeving.

Blijkens een overzicht dat de Commissie had opgesteld, is er tussen november vorig jaar en 1 februari 1998 aanzienlijke voortgang geboekt bij het wegwerken van de achterstand; was eind 1997 26,7% van de wetgeving nog niet in alle lidstaten omgezet, nu bedraagt dit percentage 21,1%. De Nederlandse achterstand is volgens het overzicht in de verslagperiode gereduceerd van 3,5% tot 2,6%.

De stand van de omzetting is een vast onderwerp op de agenda van de Interne Markt Raden.

Toepassing en handhaving van het Gemeenschapsrecht

Bij dit onderwerp, dat vele aspecten kent, kwamen vooral de problemen aan de orde die te maken hebben met de formulering van de EU-wetgeving en de omzetting in het nationale recht.

Eén delegatie benadrukte dat de juristen van zowel Commissie, Raad als Europees Parlement de kwaliteit van de wetgeving beter moeten bewaken gedurende het wetgevingsproces. Vele delegaties legden de nadruk op de noodzaak de wetgeving eenvoudig en begrijpelijk te houden.

Commissaris Monti pleitte onder meer voor meer informeel contact tussen nationale ambtenaren en Commissie-ambtenaren tijdens het omzettingsproces; dit om interpretatieproblemen in een later stadium te voorkomen en een meer gelijke interpretatie in alle lidstaten te bewerkstelligen.

Voorts opperde een delegatie het idee om de toepassing en handhaving van de Gemeenschapswetgeving in de verschillende lidstaten te testen door in alle lidstaten anonieme gebruikers een beroep te laten doen op een bepaalde interne-marktwetgeving. Aldus kan op een objectieve manier worden uitgezocht waar de toepassingsproblemen zitten.

Afgesproken werd dat de Commssie de ideeën in een notitie zal opnemen die aan de Interne Markt Raad van maart zal worden voorgelegd.

Interventiemechanisme bij ernstige inbreuken op het vrij verkeer van goederen

De Commissie heeft een voorstel voor een verordening gedaan waarbij zij de bevoegdheid zou krijgen bij ernstige belemmeringen van het vrije verkeer van goederen (bijvoorbeeld stakingen en blokkades in de wegtransportsector) een beschikking tot een lidstaat te richten waarin zij die lidstaat gelast maatregelen te nemen om aan die belemmeringen een einde te maken. Dit voorstel werd tijdens de lunch besproken.

De bewindslieden bevestigden de wens om tot een mechanisme te komen dat leidt tot een snelle beëindiging van ernstige belemmeringen van het vrije goederenverkeer. Met de juridische dienst van de Raad vonden zij dat de voorgestelde bevoegdheid van de Commissie om rechtstreeks in te grijpen in de nationale rechtsorde van lidstaten, erg ver gaat en zich moeilijk laat verenigen met de bevoegdheidsverdeling zoals die nu in het EG-verdrag vastligt. Twee mogelijke andere mechanismen werden besproken, één van juridische aard en een ander van politieke aard. Er zou binnen de mogelijkheden van het huidige Verdrag een versnelde procedure voor het Hof kunnen worden ingevoerd, bijvoorbeeld een voorlopige voorziening die op zeer korte termijn door het Hof wordt uitgevaardigd. Een andere mogelijkheid is een crisisbeheersingsmechanisme waarbij de Commissie op korte termijn de lidstaat waar de belemmeringen zich voordoen in gesprek brengt met lidstaten die getroffen worden door de belemmeringen, met als doel langs politieke weg een einde te maken aan de belemmeringen.

Dit onderwerp zal weer worden besproken in de Interne Markt Raad van 30 maart a.s. Voorzitterschap en Commissie zullen zich ten behoeve van die bijeenkomst beraden over hoe een voor alle lidstaten aanvaardbaar mechanisme er zou moeten uitzien.

Beginselen voor de accountancy

De Franse delegatie vroeg de aandacht van de vergadering voor het feit dat de bestaande EU-regelgeving die is neergelegd in de vierde en zevende richtlijnen verouderd is, onder meer doordat op mondiaal niveau nieuwe normen zijn opgesteld.

Commissaris Monti verklaarde dat de Commissie een herziening voorbereidt van de bestaande richtlijnen en daarbij ook het voornemen heeft een vereenvoudiging door te voeren.

Naar boven