nr. 102
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 5 december 1997
Hierbij zend ik U de antwoorden op de vragen gesteld door mevrouw Voûte
en de heer Woltjer tijdens het algemeen overleg d.d. 20 november over de agenda
van de Interne Markt Raad.
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
M. Patijn
Richtlijnvoorstel wettelijke bescherming van biotechnologische
uitvindingen
Vraag
De heer Woltjer (PvdA) stelde de vraag waarom het element van vrijwilligheid,
in het geval gebruik wordt gemaakt van biologisch materiaal van menselijke
oorsprong, wel in de considerans van de richtlijn is opgenomen maar niet in
de tekst van de richtlijn zelf.
Antwoord
De vrijwilligheid waarop dhr. Woltjer doelt wordt als volgt in de overwegingen
van de richtlijn verwoord «overwegende dat, als een uitvinding betrekking
heeft op biologisch materiaal van menselijke oorspong of gebruik maakt van
dergelijk materiaal in het kader van het indienen van een octrooiaanvraag,
de persoon die als donor optreedt de gelegenheid moet hebben gehad, overeenkomstig
het nationale recht, zijn geïnformeerde en vrije instemming daarmee te
betuigen» (overweging 16 septies). De lidstaten en de Commissie zijn
het erover eens dat de betrokken personen hun toestemming moeten geven. Zij
meenden evenwel, met uitzondering van Denemarken, dat de wijze waarop dit
wordt geregeld aan de lidstaten kan worden overgelaten en het derhalve niet
op communautair niveau hoeft te worden vastgesteld. Daarom is ervoor gekozen
de kwestie van de instemming expliciet in de tekst van de overwegingen op
te nemen met de vermelding dat de instemming «overeenkomstig het nationale
recht» wordt geregeld.
SLIM: Simpler Legislation Internal Market
Vraag
Welke lastenverlichting voor het MKB zal ontstaan bij aanneming van de
Commissie-voorstellen inzake de vereenvoudiging van statistische registratie?
Antwoord
Naar aanleiding van het SLIM-onderzoek naar de regels voor de Europese
statistische registratie, is inmiddels de verplichting van vermelding van
het netto gewicht en de statistische waarde geschrapt. De Commissie heeft
hiertoe op grond van een zelfstandige bevoegdheid besloten.
De Commissie heeft verder aan de Raad en het Europees Parlement voorgesteld
om de verordening inzake statistische registratie te wijzigen. Bij aanneming
van dit voorstel zullen de leveringsvoorwaarden, de wijze van transport, de
haven of luchthaven van lading en de haven of luchthaven van overslag van
de goederen niet meer worden gevraagd. Hoewel slechts vier categorieën
uit de registratieformulieren worden geschrapt, is dit een concrete lastenverlichting
voor het bedrijfsleven.