21 477
Arbeidsvoorzieningsbeleid

nr. 91
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 augustus 2004

Bijgaand bied ik u de jaarstukken 2003 Arbeidsvoorziening i.l. aan¹. In deze brief ga ik nader in op de jaarstukken. Voorts wil ik u informeren over het liquidatiesaldo en de stand van zaken betreffende de voortgang van de afwikkeling van Arbeidsvoorziening.

1. Jaarstukken 2003

De Bestuurder Arbeidsvoorziening heeft mij op 3 juni 2003 het jaarverslag 2003 en onderliggende bescheiden aangeboden. Het jaarverslag bestaat uit het bestuursverslag en de jaarrekening 2003. In de jaarrekening van Arbeidsvoorziening zijn de jaarrekeningen van de Stichting Huisvesting Arbeidsvoorziening Vakcentra, de Stichting Huisvesting Arbeidsvoorziening Middelburg en de Stichting Exploitatie Huisvesting Arbeidsvoorziening Middelburg opgenomen. Alle jaarrekeningen zijn gecontroleerd door de externe accountant van Arbeidsvoorziening, BDO Accountants. Op basis van deze controle heeft BDO Accountants de geconsolideerde jaarrekening van Arbeidsvoorziening 2003 voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring.

De departementale Accountantsdienst heeft – zoals gebruikelijk – vervolgens een review uitgevoerd op de werkzaamheden van BDO Accountants. Het oordeel van de Accountantsdienst is dat de door BDO Accountants afgegeven accountantsverklaring is gebaseerd op een deugdelijke grondslag en dat de strekking in overeenstemming is met de bevindingen van het onderzoek. Op grond hiervan is de Accountantsdienst van oordeel dat de accountantsverklaring en de jaarrekening 2003 een toereikende basis vormen voor de vaststelling van de Rijksbijdrage 2003. De Rijksbijdrage 2003 bedraagt € 69 725 344.

2. Financiële afwikkeling liquidatie

In de jaarrekening 2003 heeft de bestuurder van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie een nieuwe raming opgesteld voor de nog te maken liquidatiekosten. De ontwikkelingen in 2003 gaven aanleiding de raming van de nog te maken liquidatiekosten neerwaarts bij te stellen. De aldus verwachte meevaller van bijna € 10 mln. heeft betrekking op de periode 2004 tot maximaal 2027 en is een meerjarig saldo van diverse posten. De belangrijkste elementen daarin zijn de meevallende huurbaten door latere levering van onroerend goed en de personeel gerelateerde kosten. In deze laatste post bleken vooral de te betalen kosten voor WW en bovenwettelijke regelingen lager uit te vallen. Er vindt minder instroom in de WW plaats dan eerder was verondersteld. De rapportages van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie over de eerste helft van 2004 ondersteunen dit beeld.

Inmiddels heeft CWI de kosten van het beheer en de (latere) vernietiging van het aan CWI over te dragen archief geraamd op ruim € 1,2 mln. De kosten betreffen niet eerder opgenomen liquidatiekosten, zodat de in de jaarrekening 2003 gemelde meevaller van bijna € 10 mln. feitelijk uitkomt op ca. € 8,7 mln.

Ik acht het thans verantwoord een bedrag van € 8,7 mln., dat eerder ten laste van mijn begroting voor de liquidatie beschikbaar is gekomen, nu terug te laten vloeien. In verband daarmee heb ik in mijn begroting voor 2004 onder artikel 17 voor een zelfde bedrag een ontvangstenmutatie voorgesteld.

3. Vervolg afwikkeling Arbeidsvoorziening

Onderstaand wordt u geïnformeerd over het vervolg van de afwikkeling Arbeidsvoorzieningsorganisatie in liquidatie.

In mijn brieven van 4 december 2002 (Kamerstukken II, 2002–2003, 21 477, nr. 87), 19 juni 2003 (Kamerstukken II, 2002–2003, 21 477, nr. 88) en 1 december 2003 (Kamerstukken II, 2003–2004, 21 477, nr. 90) heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken van de vereffening van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie en de door de Bestuurder Arbeidsvoorziening uitgevoerde vereffeningswerkzaamheden.

In mijn brief van 1 december 2003 geef ik aan dat de Bestuurder Arbeidsvoorziening ervan uitgaat dat de Arbeidsvoorzieningsorganisatie in de loop van het vierde kwartaal 2004 kan worden opgeheven. De vereffening van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie verloopt volgens planning. Naar de huidige inzichten zal op 1 november 2004 de opheffing van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie een feit zijn. De Arbeidsvoorzieningsorganisatie sluit op 31 oktober 2004 de boeken. Vervolgens wordt de jaarrekening 2004 door de bestuurder opgesteld en vindt de eindcontrole op de jaarrekening 2004 plaats.

Ik verwacht dat op 1 november 2004 een Koninklijk besluit en een ministeriële regeling in werking kunnen treden, waarin respectievelijk de intrekking van de Arbeidsvoorzieningswet 1996 (en daarmee de opheffing van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie) en de gevolgen hiervan geregeld worden.

De bestuurder Arbeidsvoorziening zal voor het einde van het jaar 2004 een eindrapportage over de afwikkeling Arbeidsvoorziening en de jaarrekening Arbeidsvoorziening 2004 aan mij aanbieden. Na ontvangst hiervan zal ik de Kamer deze stukken toezenden, evenals de eerder toegezegde informatie over de stand van de rechtspositionele regelingen en mijn (eind-)oordeel inzake de déchargeverlening van het voormalige CBA-bestuur.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

---

1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.