21 477
Arbeidsvoorzieningsbeleid

nr. 89
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 1 oktober 2003

Hierbij zend ik u mijn reactie op het namens de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid ingediende verzoek om de commissie te informeren welke stukken met betrekking tot Arbeidsvoorziening (in liquidatie) vertrouwelijk zijn, wat hiervoor de argumentatie is en op welke termijn (onderdelen van) deze stukken openbaar kunnen worden gemaakt.

Bij brief van 19 juni 2003 (Kamerstuk 21 477, nr. 88) is het rapport «Onderzoek naar het functioneren van de externe accountant van Arbeidsvoorziening in de jaren 1991–2001» (hierna: rapport) van de bestuurder Arbeidsvoorziening ter vertrouwelijke inzage aan de leden van de Kamer toegezonden en heb ik de Kamer op hoofdlijnen over de conclusies van het rapport geïnformeerd. Dit rapport is in het dossier van Arbeidsvoorziening in liquidatie het enige stuk dat vertrouwelijk aan de Kamer ter inzage is toegezonden.

De reden waarom dit stuk de Kamer vertrouwelijk ter inzage is toegezonden, is gelegen in de omstandigheid dat het niet is uit te sluiten dat openbaarmaking van het rapport de externe accountant van Arbeidsvoorziening waarover het rapport handelt, in niet onaanzienlijke mate zal benadelen. Nu openbaarmaking aldus met juridische risico's is omgeven geef ik de voorkeur aan vertrouwelijke inzage. Het vorenstaande is mede gebaseerd op eerder ingewonnen advies van de Landsadvocaat.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven