21 436
Wijziging van de Visserijwet 1963

nr. 18
AMENDEMENT VAN HET LID VAN WANING

Ontvangen 12 maart 1996

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I wordt na onderdeel A een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

Het opschrift van paragraaf 3 van hoofdstuk I wordt vervangen door:

Paragraaf 3. Minimummaten, gesloten tijden, welzijnsregels en andere maatregelen in het belang van de visserij

Toelichting

In dit amendement wordt de huidige tekst van het opschrift van deze paragraaf aangevuld met «welzijnsregels», terwijl het laatste woord «visstand» wordt gewijzigd in «visserij». Het wetsvoorstel voorziet in het opschrift van paragraaf 3 van hoofdstuk V, afdeling 1, ook al in de vervanging van het woord «visstand» door «visserij».

Het onder paragraaf 3 van hoofdstuk 1 van het onderhavige wetsvoorstel vallende artikel 2c beperkt zich niet meer tot maatregelen in het belang van enkel de visstand. Middels de derde nota van wijziging (stuk nr. 11) is in het voorgestelde nieuwe tweede lid van artikel 2c, de zorg voor het welzijn van de dieren die als aas bij het vissen worden gebruikt, geïntroduceerd.

Dit vormt een uitbreiding van de dierenwelzijnsregels in het huidige artikel 2c, waar, in het eerste lid, al het bedwelmen, verwonden of doden met bij ministeriële regeling aan te wijzen middelen, wordt verboden.

Het amendement doet het opschrift van de paragraaf beter aansluiten bij de inhoud van de artikelen die tot deze paragraaf behoren.

Van Waning

Naar boven