21 436
Wijziging van de Visserijwet 1963

nr. 14
AMENDEMENTEN VAN HET LID M.B. VOS

Ontvangen 21 februari 1996

De ondergetekende stelt de volgende amendementen voor:

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

I

Na onderdeel B wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Ba

Na artikel 2c wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2d

1. Het is verboden andere dan bij ministeriële regeling aangewezen lok- en vangmiddelen te gebruiken.

2. Bij de aanwijzing bedoeld in het eerste lid wordt rekening gehouden met het welzijn van de te vangen en de bijgevangen dieren.

II

Onderdeel M wordt als volgt gewijzigd:

A. De aanhef wordt vervangen door:

Artikel 56 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «2c, eerste en tweede lid,» ingevoegd: 2d, eerste lid,.

B. De woorden «Het zinsdeel» worden vervangen door: 2. In het tweede lid wordt het zinsdeel.

Tevens vervalt het woord «wordt».

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe dat uitsluitend de door de minister aangewezen lok- en vangmiddelen gebruikt mogen worden. Bij de aanwijzing wordt met het welzijn van de te vangen en bijgevangen dieren rekening gehouden.

M.B. Vos

Naar boven