21 369
Wijziging van de Algemene wet inzake de douane en de accijnzen en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van administratieve boeten en van de bevoegdheid tot navorderen in de Algemene wet inzake rijksbelastingen

nr. 8
BRIEF HOUDENDE INTREKKING VAN HET WETSVOORSTEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 1996

Het bovenstaande wetsvoorstel is aangehouden om als invoeringswet bij het (nieuwe) wetsvoorstel tot wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Invorderingswet 1990 in verband met de herziening van het stelsel van bestuurlijke boeten en van het fiscale strafrecht (23 470) te dienen.

De opzet van wetsvoorstel 23 470 is evenwel dusdanig anders dan het oorspronkelijke wetsvoorstel tot herziening van het stelsel van administratieve boeten en van de bevoegdheid tot navorderen (21 058), dat het onderhavige wetsvoorstel 21 369 geheel zou moeten worden herzien. Uit oogpunt van duidelijkheid is een nieuw wetsvoorstel voorbereid, dat heden bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal is ingediend.

Daartoe gemachtigd door de Koningin trek ik het voorstel van wet hierbij in.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Naar boven