21 137
Nationaal Milieubeleidsplan

nr. 116
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 15 juli 1996

In juni 1990 is de uitvoering van het CFK-aktieprogramma (Kamerstukken II 1989/90, 21 137, nr. 25) als samenwerkingsproject tussen overheden en bedrijfsleven van start gegaan. Voor de uitvoering van dit aktieprogramma is door mijn ambtsvoorganger de CFK-commissie ingesteld die jaarlijks, gedurende de jaren 1990 tot en met 1994, door middel van een CFK-jaarrapportage rapporteerde over de uitvoering van het CFK-aktieprogramma. De CFK-jaarrapportage over 1994 heb ik U op 30 juni 1995 toegezonden. Daaruit bleek dat het CFK-aktieprogramma naar het oordeel van de CFK-commissie volledig is uitgevoerd en dat de doelstellingen voor 1994 zijn gerealiseerd. Deze doelstellingen waren gericht op de volledige beëindiging van het gebruik van CFK's en halonen in 1995. De CFK-jaarrapportage over 1994 was de laatste CFK-jaarrapportage van de CFK-commissie. De Commissie is immers per 1 juni 1995 ontheven van haar taak.

Ik heb KPMG accountants N.V. in 1995 opdracht verleend te onderzoeken hoe groot het gebruik van HCFK's, HFK's, PFK,s Tetrachloorkoolstof, 1,1,1-trichloorethaan en Methylbromide in Nederland is geweest in 1995. Daarbij is tevens een inventarisatie van het resterende gebruik van CFK's en halonen meegenomen. Geconstateerd is dat het gebruik van nieuw geproduceerde CFK's en halonen in 1995 overeenkomstig de afgesproken doelstellingen vrijwel tot nul is gereduceerd en de reductie van het gebruik van 1,1,1-trichloorethaan op schema ligt. Uit de gebruikscijfers van HCFK's en HFK's kan worden afgeleid in welke mate er een verschuiving heeft plaatsgevonden van CFK's naar HCFK's en HFK's als (tijdelijke) alternatieven.

Als bijlage bij deze brief doe ik U de rapportage «gebruik van HCFK's, HFK's en aanverwante stoffen in Nederland in 1995» van KPMG Accountants N.V. toekomen1. KPMG heeft, op basis van dezelfde onderzoeksmethode die zij in voorgaande jaren heeft gehanteerd voor het verzamelen van de gebruiksgegevens ten behoeve van de jaarrapportages van de CFK-commissie, de gebruiksgegevens van HCFK's en HFK's in Nederland in 1995 verzameld.

Uit de rapportage over de verzamelde gegevens kan een aantal conclusies worden afgeleid waarop ik onderstaand kort zal ingaan.

CFK's en halonen

Uit de inventarisatie van het resterende gebruik van CFK's en halonen is naar voren gekomen dat in 1995 vrijwel geen gebruik meer heeft plaatsgevonden van nieuw geproduceerde CFK's en halonen. Overigens heeft KPMG niet geverifieerd of stoffen die als «geregenereerd» zijn opgegeven, daadwerkelijk door regeneratie zijn verkregen.

Voor CFK's en halonen concludeer ik uit het bovenstaande dat het Besluit inzake stoffen die de ozonlaag aantasten, voor wat betreft de bepalingen over produktie, import en handel in CFK's en halonen correct is nageleefd in 1995, hetgeen tevens bevestigd wordt in het evaluatierapport handhaving CFK-besluit dat ik U binnenkort zal doen toekomen.

1,1,1-trichloorethaan

Voor 1,1,1-trichloorethaan blijkt uit de rapportage van KPMG dat het gebruik ervan in 1995, uitgedrukt in tonnen ozonlaag aantastend vermogen, met 80,4% is gedaald van 592 ton in 1989 naar 116 ton in 1995. Voor deze stof geldt met ingang van 1-1-1996 een algeheel verbod.

Tetrachloorkoolstof

In de jaren 1990 tot en met 1994 zijn door de CFK-commissie de gebruikscijfers van tetrachloorkoolstof gerapporteerd in de CFK-jaarrapportages. Deze gebruikscijfers zijn destijds niet gecorrigeerd voor hoeveelheden die zijn vernietigd middels technologieën die zijn goedgekeurd door de partijen bij het Protocol van Montreal. Tevens is destijds geen correctie gemaakt voor hoeveelheden die worden aangemerkt als toepassingen van een chemische grondstof die in het proces volledig wordt omgezet (feedstock). De genoemde correcties hebben in het verleden niet plaatsgevonden omdat de besluitvorming over vernietigingstechnologieën en toepassingen als chemische grondstoffen niet volledig was afgerond.

Inmiddels is deze besluitvorming voltooid en in tegenstelling tot voorgaande jaren kunnen de gebruikscijfers voor tetrachloorkoolstof in beginsel gecorrigeerd worden weergegeven.

Op basis van het geconstateerde gebruik van tetrachloorkoolstof heeft KPMG geconstateerd dat er in Nederland in 1995 zowel sprake is geweest van gebruik waarna vernietiging plaatsvindt middels technologieën die zijn goedgekeurd door de partijen bij het Protocol van Montreal, als van gebruik als chemische grondstof, waarbij de stof in het proces volledig wordt omgezet. Ook is een deel van het totale gebruik van tetrachloorkoolstof toegepast voor zogenaamde essentiële toepassingen, waarvoor de Europese Commissie in beschikking (94/827) van 20 december 1994 toestemming heeft verleend.

Het totale berekende Nederlandse gebruik van tetrachloorkoolstof in Nederland in 1995 bestaat, na uitvoering van de bovenomschreven correcties, uitsluitend nog uit gebruik voor zogenaamde essentiële toepassingen waarvoor de Europese Commissie toestemming heeft verleend. In verband met de vertrouwelijkheid van individuele bedrijfsgegevens wordt dit gebruik echter niet in absolute getallen gerapporteerd. Wel kan worden vermeld dat in 1995 het gebruik van tetrachloorkoolstof in Nederland voor essentiële toepassingen gering is.

Methylbromide

Het gebruik van methylbromide is, uitgedrukt in tonnen ozonlaag aantastend vermogen, met 74,2% gedaald van 62 ton in 1991 naar 16 ton in 1995. In Nederland is grondontsmetting met methylbromide reeds sinds 1992 verboden. Het beëindigen van het gebruik van methylbromide voor voorraadontsmetting kan, technisch gezien, binnen vijf jaar grotendeels worden gerealiseerd. Tijdens de zevende bijeenkomst van de partijen bij het Protocol van Montreal is een verbod op methylbromide voor grondontsmetting afgesproken per 2010. Voorraadontsmetting is van deze verbodsbepaling uitgezonderd.

HCFK's

Het gebruik van HCFK's is uitgesplitst naar de verschillende typen HCFK's. Het totale gebruik van HCFK's is, uitgedrukt in tonnen ozonlaag aantastend vermogen, gestegen van 131 ton in 1989 naar 326 ton in 1995. Deze stijging is voornamelijk toe te schrijven aan de afbouw van het gebruik van CFK's in de koeltechniek en de sectoren oplos- en reinigingsmiddelen en kunststofschuimen.

Europese verordening 3093/94 (PbEG 1994, L 333) betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken, staat toe dat het gebruik van HCFK's in 1995 wordt gestabiliseerd op een maximum niveau dat de som bedraagt van het HCFK-gebruik in het basisjaar 1989 plus een «cap» van 2,6% van het CFK-gebruik in 1989.

Voor de Nederlandse situatie blijkt het «cap-niveau» uit de Europese verordening onnodig ruim te zijn gesteld, immers het gebruik van HCFK's in Nederland bedroeg in 1995 de som van 131 ton (HCFK-gebruik in 1989) plus 2% (195 ton) van het CFK-gebruik in 1989. In de komende onderhandelingen over mogelijke aanscherpingen van de Europese verordening zal ik derhalve streven naar een substantiële verlaging van de «cap», zo mogelijk in combinatie met een vervroeging van de verbodsdatum die thans op 2015 is gesteld.

HFK's

Het gebruik van HFK's en aanverwante stoffen waaronder PFK's en SF6 is, evenals het gebruik van HCFK's, uitgesplitst naar de diverse stoffen. Over voorgaande jaren zijn geen gegevens bekend, doch aangenomen wordt dat het gebruik van HFK's zich pas zeer recent heeft gemanifesteerd in het kader van CFK-vervanging. In 1995 bedroeg het gebruik van HFK's en aanverwante stoffen, uitgedrukt in tonnen opwarmend vermogen (global warming potential), 1 046 830 ton. Opvallend is dat het gebruik van HFK's zich met name manifesteert in de sectoren koeling en spuitbussen. Voor zover HFK-gebruik toegerekend wordt aan de sector kunststofschuimen betreft het uitsluitend spuitbussen met poly-urethaanschuim. In de vervolgnota klimaatverandering is op pagina 69 en 70 aangegeven op welke wijze met deze situatie zal worden omgegaan. Gestreefd zal worden om te consolideren dat sectoren waarin nauwelijks of geen HFK's worden gebruikt ook in de toekomst niet daartoe zullen overgaan (hard-, zacht- en vormschuim, brandbeveiliging en oplos- en reinigingsmiddelen). In sectoren waarin HFK's wel worden gebruikt zal worden gestreefd naar vrijwillige afspraken om de groei zoveel mogelijk te beperken en toepassingen zoveel mogelijk in gesloten systemen te laten plaatsvinden ter voorkoming van emissies.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

M. de Boer


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven