nr. 16
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 17 november 1997
Mede namens de bewindslieden van Verkeer en Waterstaat, van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Onderwijs,
Cultuur en Wetenschappen en voor Ontwikkelingssamenwerking zend ik u hierbij –
in vervolg op mijn brief van 30 januari 1996 (Tk 20 487, nr. 15) –
de samenvatting van het rapport «Evaluatie Extra Impuls Natuur- en Milieu-educatie;
eerste jaarrapport (1996–1997)»1.
Op grond van de ervaringen in 1996 en in de eerste helft van 1997 meent
het onderzoeksbureau dat de aanpak van de Extra Impuls als een breed, interdepartementaal
initiatief op het gebied van NME als een grote verdienste kan worden gezien.
Door de onderzoekers wordt aangegeven dat het programmamanagement een belangrijke
aanjagende functie heeft. Verder verloopt de aansturing van onderwijsgerichte
NME-projecten adequaat. De uitvoering van zeven nader onderzochte deelprojecten
verloopt in het algemeen goed.
Daarnaast zijn op verschillende punten verbeteringen mogelijk. Zo heeft
met de uitvoering van de Extra Impuls belaste Interdepartementale Stuurgroep
begin 1997 de sturing aangescherpt. Deze versterkte sturing leidt naar verwachting
ook tot betere onderlinge afstemming tussen onderwijsgerichte en buitenschoolse
activiteiten.
In hoofdlijnen stem ik in met de conclusies en aanbevelingen uit genoemd
evaluatierapport. Daarom zal ik op korte termijn de volgende stappen ondernemen:
– De drie beleidsaccenten inhoudelijke vernieuwing, kwaliteitsverbetering
en doorwerking worden verhelderd;
– De doelgerichtheid van integrale programma's wordt aangescherpt;
– De adviesrol van het NME-Platform wordt versterkt;
– Projectuitvoerders zullen worden geholpen met het opzetten van
adequate evaluaties;
– Bij nieuwe deelprojecten wordt meer aandacht gevraagd voor probleemanalyses;
– Er zal een discussie – via het NME-Platform met organisaties
uit het natuur- en milieu-educatieve werkveld – plaatsvinden over de
invulling van beleidsaccenten in het kader van de Extra Impuls;
– Via de programmering wordt de afstemming en samenhang tussen binnen-
en buitenschoolse NME versterkt.
In de uit te brengen evaluaties over de vervolgjaren 1997 t/m 1999 zal
ik ingaan op de met deze maatregelen bereikte resultaten.
Voorts heb ik in het Wetgevingsoverleg in uw Kamer over het onderdeel
Natuurbeheer van mijn begroting op 3 november 1997 een notitie toegezegd over
natuur- en milieu-educatie na het jaar 1999. Ik stel mij voor deze notitie
in samenwerking met de overige betrokken bewindspersonen op te stellen en
daarbij de uitkomsten van de evaluatie, zowel de reeds afgesloten eerste jaarevaluatie
als de thans lopende evaluatie over de periode 1997/1998, te gebruiken. Dat
betekent dat genoemd plan in het vierde kwartaal van 1998 aan uw Kamer kan
worden aangeboden.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd over de voortgang
van de Extra Impuls inzake Natuur- en Milieu-educatie.
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
J. J. van Aartsen