20 389
Bereikbaarheidsplan Randstad

nr. 34
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 2 juli 1998

Bij brief van 5 februari 1998 (zie bijlage II) heeft de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat het project rekeningrijden aangemeld voor de procedureregeling voor «grote projecten». Conform deze regeling verzoekt de commissie mij voorts halfjaarlijks over de voortgang van het project aan de Kamer te rapporteren. Vanzelfsprekend ben ik bereid gehoor te geven aan het verzoek.

Een eerste stap in de regeling is overleg over de inhoud van de rapportages. In dit verband wil ik, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, u de volgende voorstellen voorleggen:

– Op dit moment ligt het wetsvoorstel rekeningrijden bij u voor ter behandeling. Zodra ik van u het verslag hierover ontvang zal ik daarop reageren. Ik verwacht dat het wetsvoorstel vervolgens dit najaar in de Tweede Kamer zal worden behandeld. Ik zie dit als een belangrijk ijkmoment in het voortgangsproces van het project. Dit moment zou naar mijn idee dan ook goed kunnen fungeren als het startmoment op basis waarvan gerapporteerd wordt over de voortgang van het project. Om deze reden stel ik voor te beginnen met rapporteren per 1 januari 1999.

– Wat betreft de frequentie van rapporteren stel ik, conform uw verzoek, voor eens per halfjaar te rapporteren, per 1 januari en 1 juli. In geval van aanzienlijke wijzigingen in de inhoud van het project en/of de projectbeheersing (planning, kosten) zal een tussentijdse rapportage worden uitgebracht.

– Ik stel voor de eerste rapportage vergezeld te laten gaan van een zogenaamde projectbeschrijving met een projectplan voor het uitwerkingstraject, waarmee in feite de basis wordt gelegd voor de respectieve voortgangsrapportages. De projectbeschrijving zal voor een groot deel gebaseerd zijn op het reeds in uw bezit zijnde wetsvoorstel rekeningrijden met bijbehorende memorie van toelichting (kamerstukken II 1997/1998, 25 816, nrs. 2 en 3), aangevuld c.q. geactualiseerd naar aanleiding van de parlementaire behandeling dit najaar. In de eerste rapportage zal ook worden gerapporteerd over het voorbereidingstraject tot aan 1 januari 1999.

– Voor de globale inhoud van de projectbeschrijving en de voortgangsrapportages wil ik verwijzen naar bijlage I bij deze brief.

– Het feit dat rekeningrijden wordt vormgegeven als een belastingmaatregel brengt met zich mee dat het project wordt uitgewerkt in een samenwerkingsverband tussen mijn ministerie en het Ministerie van Financiën; ik stel dan ook voor samen met de Staatssecretaris van Financiën over de voortgang van het project te rapporteren.

– De procedureregeling grote projecten voorziet in een afzonderlijke rapportage van de betrokken accountantsdienst (in dit geval van twee departementen) en wel op een tweetal momenten:

In de eerste plaats zal door de accountantsdiensten een rapport worden opgemaakt in de fase van voorbereiding en besluitvorming van het project. Dit rapport zal ingaan op:

– de toegepaste calculatiemethoden en risico-analyses,

– het realisatiegehalte van de financiering en de budgettaire inpassing,

– de toereikendheid van de organisatie, die bij de voorbereiding functioneert of heeft gefunctioneerd en

– de toereikendheid van de organisatie die voor de uitvoering ingericht is of zal worden.

Deze rapportage zal u zo spoedig mogelijk na de jaarwisseling, tegelijk met het projectplan rekeningrijden, bereiken.

In de tweede plaats zullen de accountantsdiensten van beide ministeries periodiek een oordeel geven over de kwaliteit en volledigheid van de informatie in de voortgangsrapportages van het project en rapporteren over de toereikendheid van de projectorganisatie en over de realisatiecijfers in de fase van de projectuitvoering.

Graag verneem ik van u of u kunt instemmen met bovenstaande voorstellen en of u nog aanvullende informatiebehoeften heeft.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

BIJLAGE I

GLOBALE INHOUD PROJECTBESCHRIJVING EN VOORTGANGSRAPPORTAGES VAN HET PROJECT REKENINGRIJDEN AAN DE TWEEDE KAMER

DEEL 1 : PROJECTBESCHRIJVING (eenmalig per 1 januari 1999)

1. Doelstelling en beleidskader

Hierin zal in algemene termen het doel en het beleidskader (SWAB) van het project worden beschreven; voorts zal in het kort de voorgeschiedenis van het project worden aangegeven.

In het algemeen zal deze paragraaf een samenvatting zijn van hetgeen hierover is vermeld in de memorie van toelichting op het wetsvoorstel (25 816, nr. 3), geactualiseerd naar aanleiding van de parlementaire behandeling dit najaar.

2. Projectresultaat

Hierin zal een beschrijving worden gegeven van het voorgenomen eindresultaat van het project rekeningrijden.

3. Beschrijving van het instrument

Ook hier gaat het in feite om een korte samenvatting van hetgeen hierover is opgenomen in de memorie van toelichting op het wetsvoorstel, aangevuld c.q. geactualiseerd naar aanleiding van de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel, waarbij in ieder geval ingegaan wordt op onderwerpen zoals:

– effectiviteit van de maatregel ten opzichte de situatie bij ongewijzigd beleid (zowel verkeerskundige als economische effecten), inclusief betrouwbaarheid, marges en dergelijke,

– uitgangspunt en stand van zaken ten aanzien van de terugsluis van de opbrengst uit het rekeningrijden,

– relatie rekeningrijden met betaalstroken (paylanes),

– regionale inbedding van rekeningrijden (uitgangspunten ten aanzien van locaties van heffingspunten, sluipverkeer, beschikbaarheid van alternatieven voor autogebruik, samenhang van rekeningrijden met andere bereikbaarheidsmaatregelen in de betreffende regio's),

– eisen aan technisch systeem (betrouwbaarheid, privacy) en handhavingsorganisatie.

4. Projectbeheersing/projectplan

Deze paragraaf legt in feite de basis voor de respectieve voortgangsrapportages:

– planning, fasering, specifieke beslismomenten;

– financiën: budgetramingen (met onderbouwing, onvoorzien, marges en dergelijke) en dekking; hierbij zal onderscheid worden gemaakt tussen investerings- c.q. invoeringskosten en exploitatiekosten;

– kwaliteit en risicobeheersing: opsomming belangrijkste risicofactoren en beheersacties;

– organisatie: hoe ziet globaal de interne projectorganisatie eruit (controlorganisatie, samenwerking tussen V&W en FIN) en hoe is het overleg met regionale overheden en maatschappelijke organisaties geregeld;

– informatie (wanneer zal TK welke informatie ontvangen) en communicatiestrategie.

DEEL 2 : VOORTGANGSRAPPORTAGES

(halfjaarlijks per 1 januari en 1 juli, beginnend per 1 januari 1999)

1. Inhoudelijke voortgang aan de hand van de hoofdsporen van het project:

– wetgeving

– regionale uitwerking, incl. diverse effectonderzoeken

– ontwikkeling technologie

– organisatie & implementatie

– communicatie & maatschappelijke acceptatie

2. Projectbeheersing

– planning: stand van zaken, vertragingen, knelpunten, te verwachten problemen

– financiën: wijzigingen, knelpunten, stand van zaken uitputting

– kwaliteit, risicobeheersing: audits, reviews etc.

– organisatie: eventuele wijzigingen, belangrijke overleggen, te nemen beslissingen

– informatie & communicatie: belangrijke opgeleverde stukken

Per rapportage aan te vullen met antwoorden op aanvullende specifieke vragen van TK.

BIJLAGE II

Aan de minister van Verkeer en Waterstaat

's-Gravenhage, 5 februari 1998

In antwoord op een vraag naar aanleiding van de tweede suppletoire begroting Verkeer en Waterstaat 1997 stelt u dat het project rekeningrijden uit 1988 door de Kamer is afgeblazen (25 782, nr. 3, p. 3). Rekeningrijden is daarna volgens u in een geheel nieuwe vorm en met een nieuw doel opnieuw gestart en dit nieuwe project rekeningrijden is tot op heden nog niet als groot project aangemerkt.

Op 28 april 1988 heeft de Tweede Kamer het Bereikbaarheidsplan voor de Randstad aangewezen als groot project. Onderdelen van dit plan waren de (private financiering van de) tunnel onder de Noord en de Wijkertunnel en rekeningrijden. Rekeningrijden is daarmee een groot project, ondanks het feit dat dit onderdeel van het Bereikbaarheidsplan pas na enige jaren een vervolg heeft gekregen. Volgens de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat zijn de verschillen tussen het voorstel voor rekening rijden uit 1988/1989 en het nu voorliggende wetsvoorstel niet zodanig dat sprake is van een ander of een nieuw project. Het belangrijkste verschil is gelegen in de aanwending van de opbrengst, niet in het rekeningrijden zelf.

Rekeningrijden voldoet bovendien nog steeds aan de criteria voor een groot project:

– niet routinematige en in de tijd begrensde activiteit: aan deze voorwaarde wordt voldaan als het groot project wordt begrensd tot de periode van voorbereiding, invoering en het eerste jaar van de werking van het systeem.

– de Staat alleen of grotendeels verantwoordelijk: wordt aan voldaan.

– substantiële financiële consequenties en/of aanmerkelijke uitvoeringsrisico's: een investering van 250 mln zou substantieel genoemd kunnen worden. De uitvvoeringsrisico's zijn aanzienlijk. Nog nergens is een grootschalig systeem van rekeningrijden zoals in Nederland wordt voorgenomen (met vrije doorstroming en gewaarborgde privacy) operationeel.

De aanvullende elementen die van belang kunnen zijn voor aanwijzing als groot project, zijn eveneens actueel: belangrijke gevolgen voor de samenleving, nieuwe technologieën, organisatorisch complex besturings- en uitvoeringsproces. De onderlinge afstemming van de heffingspunten rondom de grote steden, de afstemming tussen de heffingspunten en het flankerend beleid (alternatieve vervoermogelijkheden) en de realisatie van het rekeningrijden in de tijd, maken de voorbereiding complex. De verschillende soorten afrekeningen, de noodzakelijke herkenning van kentekens, de rekeningen voor en betalingen door buitenlanders en de grote aantallen passages van heffingspunten maken ook de uitvoering niet eenvoudig.

Conform de procedureregeling grote projecten verzoekt de commissie u tot één jaar na de invoering van rekeningrijden halfjaarlijks een voortgangsrapportage aan de Kamer te overleggen en ten tijde van de Invoeringswet de Kamer een accountantsrapport te doen toekomen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,

Biesheuvel

Naar boven