31 546
Wijziging van de Tracéwet, Spoedwet wegverbreding en de Wet ruimtelijke ordening met het oog op de verbetering van de beroepsprocedure

31 352
Voorstel van wet van de leden Vermeij, Koopmans en Neppérus tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling voor herstel van gebreken in een besluit hangende beroep bij de bestuursrechter (Wet bestuurlijke lus Awb)

C1
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 8 december 2009

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat2 heeft de minister van Verkeer en Waterstaat op 12 juni 2009 per brief3 op de hoogte gesteld van haar voornemen de behandeling van wetsvoorstel 31 546 Wijziging van de Tracéwet, Spoedwet wegverbreding en de Wet ruimtelijke ordening met het oog op de verbetering van de beroepsprocedure aan te houden in verband met de behandeling van 31 352 Voorstel van wet van de leden Vermeij, Koopmans en Neppérus tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling voor herstel van gebreken in een besluit hangende beroep bij de bestuursrechter (Wet bestuurlijke lus Awb).

Op 3 november 2009 heeft de Eerste Kamer de Wet bestuurlijke lus Awb aangenomen.

Naar aanleiding daarvan heeft de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat de minister op 11 november 2009 een brief gestuurd met de vraag of wetsvoorstel 31 546 nog van toegevoegde waarde is na aanname van wetsvoorstel 31 352.

De minister heeft op 3 december 2009 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,

Hester Menninga

BRIEF AAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Den Haag, 11 november 2009

In juni 2009 heeft de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat u per brief (kenmerk: 144 285u) op de hoogte gesteld van haar voornemen de behandeling van wetsvoorstel 31 546 Wijziging van de Tracéwet, Spoedwet wegverbreding en de Wet ruimtelijke ordening met het oog op de verbetering van de beroepsprocedure aan te houden in verband met de behandeling van 31 352 Voorstel van wet van de leden Vermeij, Koopmans en Neppérus tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling voor herstel van gebreken in een besluit hangende beroep bij de bestuursrechter (Wet bestuurlijke lus Awb). Op dinsdag 3 november jl. heeft de Eerste Kamer de Wet bestuurlijke lus Awb aangenomen.

De commissie Verkeer en Waterstaat verzoekt de minister, gelet op bovenstaande, aan te geven of en zo ja op welke wijze, wetsvoorstel 31 546 nog van toegevoegde waarde is na aanname van de wet 31 352. De commissie ziet uw antwoord met belangstelling tegemoet.

Dr. A.G. Schouw

Voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 december 2009

Van de voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat ontving ik het verzoek om aan te geven of en zo ja op welke wijze wetsvoorstel 31 546 nog van toegevoegde waarde is na aanname van het wetsvoorstel 31 352.

Ik voldoe graag aan dat verzoek.

Het wetsvoorstel tot wijziging van de Tracéwet, Spoedwet wegverbreding en de Wet ruimtelijke ordening (Kamerstukken I 2008/09, 31 546, A) bevat een tweetal onderwerpen:

a) de regeling inzake de bestuurlijke lus en

b) een regeling dat hangende de beroepsprocedure een besluit op grond van de genoemde wetten – onder voorwaarden – gewijzigd kan worden zonder toepassing van afdeling 3.4 van de Awb.

Ad a) Naar het zich laat aanzien zal de Wet bestuurlijke lus Awb eerder in werking treden dan het wetsvoorstel 31 546, zodat op grond van de artikelen VB, tweede lid, VC, tweede lid, en VIIA, tweede lid, van de Wet bestuurlijke lus Awb de bestuurlijke lusbepalingen uit het wetsvoorstel 31 546 komen te vervallen.

Het is een goede zaak dat de bestuurlijke lus in de Algemene wet bestuursrecht wordt geregeld en daarmee ook van toepassing is op infrastructurele en ruimtelijke besluiten. Het is in dat licht ook volstrekt logisch dat het wetsvoorstel 31 546 «ontlust» wordt.

Ad b) De overgebleven regeling heeft echter (ook) een belangrijke toegevoegde waarde voor de besluitvorming over infrastructurele en ruimtelijke projecten en levert (ook) een bijdrage aan efficiënte geschilbeslechting en voorkoming van vertraging.

Tracébesluiten zijn complexe besluiten. Vooral op het punt van de vele hogere waarden komt het wel eens voor dat een onjuiste tabel uit het akoestisch onderzoek is gebruikt of dat een straatnaam is gewijzigd. Hoe klein een dergelijke verschrijving ook is, een onjuiste hogere waarde kan reden voor vernietiging van het tracébesluit zijn. Een besluit tot wijziging van een in het tracébesluit opgenomen hogere waarde dient echter – onder wettelijke regeling als voorgesteld – ook voorbereid te worden met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Juist bij deze wijzigingen van ondergeschikte aard – dat is ook de terminologie van het wetsvoorstel – is het gewenst dat dat op eenvoudige wijze hangende het beroep kan worden gerealiseerd en meegenomen kan worden ter finale geschilbeslechting.

Ik hoop dat mijn reactie aanleiding voor u is het wetsvoorstel spoedig te agenderen voor verdere behandeling.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings


XNoot
1

De letter C heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 31 546.

XNoot
2

Samenstelling:

Schuurman (CU), Van den Berg (SGP), Meindertsma (PvdA), Dupuis (VVD), Slagter-Roukema (SP), Linthorst (PvdA), Schouw (D66), (voorzitter), Thissen (GL), Slager (SP), Hendrikx (CDA), Haubrich-Gooskens (PvdA), Hofstra (VVD), Asscher (VVD), Benedictus (CDA), Huijbregts-Schiedon (VVD), Laurier (GL), De Vries-Leggedoor (CDA), Janse de Jonge (CDA), Smaling (SP), Koffeman (PvdD), Eigeman (PvdA), Vliegenthart (SP), (vice-voorzitter), Yildirim (Fractie-Yildirim) en Tiesinga (CDA).

XNoot
3

Eerste Kamerstukken vergaderjaar 2008–2009, 31 546, letter B.

Naar boven