B
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN1
Vastgesteld 3 november 2009
Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel heeft de commissie aanleiding
gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende
vragen.
1. Inleidend
De leden van de VVD-fractie hebben met veel
belangstelling kennis genomen van dit wetsvoorstel. Gelet op het grote belang
van energiezekerheid, het zo lang mogelijk benutten van het Slochterenveld,
en het bevorderen van de rol van Nederland in de gashandel, staan de leden
van de VVD-fractie positief tegenover deze wetswijziging. De VVD-fractie heeft
op dit moment nog een aantal volgende vragen.
De leden van de fracties van ChristenUnie
en SGP hebben met instemming kennis genomen van
het wetsvoorstel. Wel hebben ze nog een aantal vragen.
2. VVD
De leden van de VVD-fractie hebben allereerst
behoefte aan aanvullende informatie. Zij vragen de regering het onderliggende
convenant te overleggen. Voort verzoeken zij de regering het eerder verstrekte
financiële overzicht (Kamerstuk 31 479, nr. 6, pagina 5) nog nader
specificeren: over welke tijdsperiode gaat het? Hoe verlopen de uit te keren
premies aan de betreffende bedrijven over die periode? En welke gevoeligheden
spelen hierbij en welke marges kunnen in de uiteindelijke resultaten optreden?
Deze leden willen verder weten of de extra gasopbrengsten in het FES-fonds
worden gestort. Zo ja, om welke bedragen gaat dit over de genoemde periode?
Is er ook sprake van geoormerkte ontvangsten of uitgaven (SDE) bij deze extra
opbrengsten? Zo ja, om welke bedragen gaat dit en met welke bestemming?1
3. SGP en ChristenUnie
In Noordwest-Europa is een marktvraag naar grootschalige gasopslag, aldus
de leden van de fracties van SGP enChristenUnie. Daarnaast beschikt ons land over een juiste geologische
ondergrond. Gasopslagen zijn cruciaal voor de gasvoorziening, met name vanwege
de mogelijkheid om middels dergelijke opslagen in de flexibiliteitsbehoeften
van afnemers te kunnen voorzien. Als onderdeel van de door de minister uitgesproken
wens om van Nederland de zgn. «gasrotonde» van Noordwest-Europa
te maken, is beschikbaarheid van en toegang tot gasopslagen essentieel. Om
hieraan nog meer te kunnen doen moet snel gehandeld worden. Deze fracties
verzoeken de regering haar visie hierover te geven.
De regering heeft tot dusverre ingezet op een verbetering van het investeringsklimaat
door middel van de voorgestelde wijzigingen in de Mijnbouwwet. Een traject
via de procedures in de Mijnbouwwet is naar onze mening ontoereikend in het
op tijd beschikbaar maken van voor opslag geschikte velden, terwijl investeringsbeslissingen
op korte termijn genomen moeten worden. Graag zouden de aan het woord zijnde
fracties een activistischere rol van de regering zien. Vertraging is nadelig
voor het bedrijfsleven en de consumenten.
Vervolgens vragen zij de regering of er voldoende inzicht is over de plaats
die de ontwikkeling van gasopslagfaciliteiten binnen het Nederlandse gasbeleid
inneemt en hoe dit beleid zich verhoudt tot de voorgestelde wijzigingen van
de Mijnbouwwet.
Is de regering van plan, zo willen zij graag weten, maatregelen te nemen
ter bevordering van de bouw en exploitatie van gasopslagfaciliteiten?
De leden van deze fracties denken hierbij aan fiscale maatregelen en technische
maatregelen en toegang tot het gasnet (bijvoorbeeld de noodzaak voor een specifieke
tariefstructuur voor transport van en naar de opslagfaciliteiten, waar onder
mede begrepen (LNG-installaties).
Tenslotte verzoeken zij de regering haar visie te geven over de implementatie
van de zogeheten derde gasrichtlijn, voor zover deze betrekking heeft op gasopslagfaciliteiten.
De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken,
Kneppers-Heynert
De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken,
Warmolt de Boer
XNoot
1Samenstelling:
Schuurman (CU), Van den Berg (SGP), Meindertsma (PvdA), Broekers-Knol
(VVD), Terpstra (CDA), Kneppers-Heynert (VVD), voorzitter, Kox (SP), Essers
(CDA), Hamel (PvdA), Sylvester (PvdA), Schouw (D66), Van Driel (PvdA), Doek
(CDA), Franken (CDA), Böhler (GL), Willems (CDA), Reuten (SP), vice-voorzitter,
Hofstra (VVD), Asscher (VVD), Laurier (GL), Koffeman (PvdD), Elzinga (SP),
Vliegenthart (SP), Kuiper (CU) en Yildirim (Fractie-Yildirim).