Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 23490 nr. EZ |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 23490 nr. EZ |
Vastgesteld 29 september 2009
In hun vergaderingen van 30 juni en 7 juli 2009 hebben de commissies voor de JBZ-Raad1, voor Justitie2 en voor Buitenlandse Zaken, Defensie
en Ontwikkelingssamenwerking3 gesproken over de problematiek van de piraterij voor de Oost-Afrikaanse kust en de in verband daarmee afgesloten de overeenkomst tussen de Europese Unie (EU) en Kenia over de overdracht van personen die verdacht worden van piraterij4.
Naar aanleiding daarvan hebben zij de minister van Buitenlandse Zaken op 7 juli 2009 een brief met opmerkingen en vragen gestuurd.
De minister heeft op 29 september 2009 gereageerd.
De commissies brengen bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
BRIEF AAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Den Haag, 7 juli 2009
In hun vergaderingen van 30 juni en 7 juli 2009 hebben de commissies voor de JBZ-Raad, voor Justitie en voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking gesproken over de problematiek van de piraterij voor de Oost-Afrikaanse kust. Directe aanleiding voor de besprekingen vormde de brief van 22 mei jl. die de Eerste Kamer van de commissie-Meijers ontving inzake de overeenkomst die recentelijk gesloten is tussen de Europese Unie (EU) en Kenia over de overdracht van personen die verdacht worden van piraterij1.
De leden van de commissies stellen vast dat de commissie-Meijers in haar brief en het bijbehorende commentaar diverse bezwaren signaleert, onder meer aangaande de omstandigheden van de detentie van gevangenen in Kenia en het gebrekkig functionerende strafrechtsysteem. Graag vernemen de leden het oordeel van de regering hierover, meer in het bijzonder een antwoord op de volgende vragen: zijn deze bezwaren ook door de regering gesignaleerd in aanloop naar de vaststelling van de overeenkomst tussen de Europese Unie en Kenia en in hoeverre hebben deze een rol gespeeld bij de besluitvorming in de Raad?
Tijdens de beraadslagingen in de commissie, is ook de mogelijke oprichting van een ad hoc straftribunaal voor de berechting van piraten ter sprake gekomen. Zoals u bekend, heeft de Eerste Kamer bij herhaling aandacht besteed aan de internationale rechtsbescherming, zowel in de discussie rondom de vestiging van ad hoc straftribunalen onder auspiciën van de Verenigde Naties (VN), als rondom de positie van geplaatsten op een EU- of VN-terrorismelijst.
Graag ontvangen de leden van de commissies meer informatie van de Nederlandse regering over (de voortgang van) de plannen voor een piraterij-tribunaal en de inzet die de Nederlandse regering daarvoor pleegt2. Zij verzoeken u om in uw beantwoording in elk geval in te gaan op de mogelijke vestiging van een tribunaal in oostelijk Afrika en de vlag waaronder dit eventuele tribunaal zou fungeren. Tevens zijn zij benieuwd naar de mogelijke regelingen ten aanzien van de detentie van veroordeelde piraten en naar wat na afloop van de detentieperiode met deze personen zou moeten gebeuren.
De leden van de commissies zien de beantwoording van hun vragen en de reactie van de regering op hun opmerkingen met belangstelling tegemoet.
Voorzitter van de commissie voor de JBZ-Raad,
M. J. M. Kox
Voorzitter van de commissie voor Justitie,
R. H. van de Beeten
Voorzitter van de commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking,
G. J. de Graaf
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 september 2009
Naar aanleiding van de verzoeken van de vaste commissies voor de JBZ-Raad, voor Justitie en voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking betreffende de overeenkomst tussen de EU en Kenia inzake piraterij informeer ik u als volgt. Deze verzoeken werden toegezonden op 7 juli 2009 met kenmerk 144086.01u.
De genoemde vaste commissies verzochten mij om uw Kamer nader te informeren over het oordeel van de regering over de aanbevelingen en commentaar van de Commissie Meijers, die uw Kamer bereikte op 22 mei jl. Voor dat oordeel verwijs ik graag naar mijn antwoord aan de Commissie Meijers, met referentie DJZ/IR-2009/1771, waarvan een kopie is bijgevoegd.
De regering is op de hoogte van problemen die zich voordoen bij de berechting van piraten door Kenia na overdracht door EU-lidstaten. De EU ondersteunt daarom de opbouw van Keniase capaciteiten in samenwerking met het United Nations Office on Drugs and Crime («UNODC»). In dat kader moeten ook de inspanningen ten aanzien van een regionaal tribunaal gezien worden. De regering ziet geen belemmering om personen over te dragen aan Kenia, de praktijk van de overdracht wijst uit dat zich geen grote problemen hebben voorgedaan die een andere positie zou rechtvaardigen.
Ook verzochten de leden van de vaste commissies om informatie over (de voortgang van) de plannen voor een piraterij-tribunaal en de inzet die de Nederlandse regering daarvoor pleegt. Graag verwijs ik in dit verband naar mijn brief terzake aan de Tweede Kamer d.d. 11 augustus 2009 (Kamerstuknummer 29 521, nr. 116), waarvan een kopie is bijgevoegd. In deze brief informeren de minister van Justitie en ik de Tweede Kamer over recente ontwikkelingen op het gebied van berechting van personen die verdacht worden van piraterij voor de kust van Somalië en de Golf van Aden. Centraal daarin staat de informele expertbijeenkomst die op initiatief van Nederland is georganiseerd op 7 juli jl. Tijdens deze bijeenkomst kwamen juridische experts uit 17 landen en 4 internationale organisaties bijeen om te spreken over de juridische details van een mogelijk piraterijtribunaal.
Daarnaast wordt in de brief de berechting van piraterij geplaatst in de context van de Nederlandse inspanningen op het gebied van de internationale strafrechtspleging in het algemeen.
Samenstelling:
JBZ-Raad
Holdijk (SGP), Dölle (CDA), Van de Beeten (CDA), Broekers-Knol (VVD), De Graaf (VVD), Kox (SP) voorzitter, Essers (CDA), Meurs (PvdA), Eigeman (PvdA), Engels (D66), Franken (CDA) vice-voorzitter, Van Kappen (VVD), Peters (SP), K.G. de Vries (PvdA), Haubrich-Gooskens (PvdA), Reuten (SP), Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Van Bijsterveld (CDA), Strik (GL), Lagerwerf-Vergunst (CU), Duthler (VVD), Vliegenthart (SP), Kuiper (CU) en Yildirim (Fractie-Yildirim).
Samenstelling:
Justitie:
Holdijk (SGP), Dölle (CDA), Tan (PvdA), Van de Beeten (CDA) voorzitter, Broekers-Knol (VVD), De Graaf (VVD), Kneppers-Heynert (VVD), Kox (SP), Westerveld (PvdA) vice-voorzitter, Doek (CDA), Engels (D66), Franken (CDA), Peters (SP), Quik-Schuijt (SP), Haubrich-Gooskens (PvdA), Ten Horn (SP), Janse de Jonge (CDA), Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Van Bijsterveld (CDA), Strik (GL), Lagerwerf-Vergunst (CU), Vac. (PvdA), Duthler (VVD) en Yildirim (Fractie-Yildirim).
Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking
Van den Berg (SGP), Van der Linden (CDA), Dupuis (VVD), Rosenthal (VVD), Ten Hoeve (OSF), De Graaf (VVD) voorzitter, Vedder-Wubben (CDA), Kox (SP), Schouw (D66), Van Driel (PvdA), Eigeman (PvdA), Franken (CDA) 1e vice-voorzitter, Thissen (GL), Van Kappen (VVD), De Boer (CU), K.G. de Vries (PvdA), Willems (CDA), Haubrich-Gooskens (PvdA), Hillen (CDA), Smaling (SP) 2e vice-voorzitter, Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Kuiper (CU), Elzinga (SP), Vliegenthart (SP), Yildirim (Fractie-Yildirim) en Flierman (CDA).
Zie onder meer: «Nederland en Rusland willen piraterij-tribunaal», persbericht www.regering.nl van 22 juni 2009.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-20092010-23490-EZ.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.