E
NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD
1. Inleiding
De regering zegt de leden van de fracties van PvdA en SP dank voor hun
nadere vragen en beantwoordt deze hierbij graag.
2. Meldingsregister
De leden van de fractie van de PvdA bedanken de regering
voor de antwoorden op de door hen gestelde vragen. Zij geven aan te begrijpen
dat de melding aan de Informatie Beheer Groep (IB-Groep) niet in de plaats
zal komen van het rechtstreekse overleg tussen school en leerplichtambtenaar.
De zorgen dat dit wel zou kunnen gebeuren (en dat met een digitale melding
de persoonlijke betrokkenheid van bij de gemeente en school betrokken professionals
zou kunnen verminderen) zijn bij deze leden evenwel niet helemaal weggenomen.
Te meer omdat de persoonlijke betrokkenheid die met de vorming van de zogeheten
zorg(advies)teams wordt beoogd, nog niet rond alle scholen gerealiseerd is.
Deze leden vragen de regering daarom de effecten van dit wetsvoorstel op dit
punt na een jaar grondig te evalueren. Zij zijn daarbij met name geïnteresseerd
in de ervaringen van leerplichtambtenaren en de contactpersonen op de scholen.
Zoals is toegezegd tijdens de behandeling van het wetsvoorstel door de
Tweede Kamer op 19 mei 2009, zal het wetsvoorstel een jaar na inwerkingtreding
worden geëvalueerd. Het gaat om een evaluatie op alle relevante punten.
Daaronder valt ook het punt van de persoonlijke betrokkenheid van de desbetreffende
professionals, waarbij uiteraard de ervaringen van de leerplichtambtenaren
en de contactpersonen op de scholen zullen worden betrokken.
De leden van de fractie van de SP laten weten met interesse
te hebben kennis genomen van het correctierecht op basis van de Wet bescherming
persoonsgegevens (Wpb) dat leerlingen toekomt, indien blijkt dat er onjuiste
gegevens in het meldingsregister staan. Na de plenaire behandeling in de Tweede
Kamer hadden deze leden nog de indruk dat er geen correctierecht bestond ten
aanzien van de vermoedelijke reden voor verzuim. Zij begrijpen dat indien
de leerling van mening is dat dit gegeven niet correct is, en de gemeente
deze mening deelt, dat dan ook dit gegeven gecorrigeerd kan worden. Deze leden
vragen de regering hoe zij bekendheid zal geven aan het correctierecht, zodat
leerlingen in de praktijk ook van het recht gebruik kunnen maken.
Het correctierecht dat leerlingen en deelnemers hebben op grond van de
Wbp betreft feitelijke onjuistheden. Het gaat dan bijvoorbeeld om een melding
van verzuim, terwijl een leerling of deelnemer wel degelijk de lessen volgde.
In beginsel is een vermoedelijke reden voor verzuim niet een feit, maar een
beoordeling of inschatting, die – wanneer deze niet correct blijkt te
zijn – niet als onjuist feit kan worden gecorrigeerd. Mocht echter,
tijdens de behandeling van het verzuim door de gemeente, de leerling of deelnemer
van mening zijn dat gegevens in de verzuimmelding niet correct zijn en de
gemeente deze mening deelt, dan kan de verzuimmelding worden gewijzigd. Dit
geldt ook voor de vermoedelijke reden voor verzuim. Op de website van de IB-Groep
zal informatie worden verstrekt over de mogelijkheden tot inzage en correctie
ter zake van de melding die leerlingen en deelnemers hebben op grond van de
Wbp, alsmede over de mogelijkheid tot aanpassing van de melding, tijdens de
behandeling van het verzuim door de gemeente.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart