E
NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD
De leden van de vaste commissie voor sociale zaken en werkgelegenheid
hebben naar aanleiding van de memorie van antwoord nadere vragen gesteld over
de status van de Richtlijn passende arbeid 20081.
De leden vragen of deze richtlijn louter een vertaling is van de rechterlijke
invulling van het begrip passende arbeid of dat met de richtlijn een inhoudelijk
andere norm wordt gesteld.
De Richtlijn passende arbeid 2008 (verder: de richtlijn) is niet louter
een vertaling van de jurisprudentie, net zo min als de Richtlijn passende
arbeid uit 1996 dat was. De richtlijn biedt een handvat voor toepassing van
de verplichtingen om passende arbeid te zoeken, te verkrijgen, te aanvaarden
en te behouden. Hiertoe zijn geobjectiveerde normen gesteld die zijn gebaseerd
op hoofdlijnen uit de jurisprudentie.
Het wettelijke kader (artikel 24, derde lid, van de WW) en de hierop gebaseerde
jurisprudentie bieden bij de toepassing van genoemde verplichtingen enige
manoeuvreerruimte. De zeer geringe kans van langdurig werklozen om vervangend
werk te vinden, was aanleiding om die ruimte te benutten. De aanpassingen
in de richtlijn beogen langdurige werkloosheid te voorkomen of in duur te
beperken. De richtlijn bevordert dat werklozen zich – eerder dan nu –
ruimer oriënteren op vervangende arbeid. Die ruimere oriëntatie
vergroot – in samenhang met de maatregelen in het wetsvoorstel –
de kans op werkhervatting vanuit de WW. De aanpassingen van de richtlijn passen
binnen het wettelijke kader.
De aanpassing dat voor werklozen die 52 weken of langer onafgebroken werkloos
zijn, arbeid op alle niveaus passend is, past zonder meer binnen de jurisprudentie.
Hieruit blijkt immers dat passende arbeid ruimer moet worden uitgelegd naarmate
de duur van de werkloosheid toeneemt of de kans op werkhervatting kleiner
is.
Uit de jurisprudentie vloeit tevens voort dat arbeid niet passend is indien
de werkloze door aanvaarding van arbeid een financieel nadeel lijdt. De wet
bepaalt in dit kader dat aanvaarding van arbeid niet kan worden gevergd indien
een reden van sociale aard zich daartegen verzet. Een financieel nadeel bij
werkhervatting kan een zodanige reden van sociale aard opleveren. Het onderhavige
wetsvoorstel neemt voor langdurig werklozen het financiële
bezwaar tegen werkhervatting tegen een lager loon echter weg. Door de overstap
op gedeeltelijke inkomstenverrekening levert werkhervatting immers altijd
een financieel voordeel op, ongeacht de hoogte van het loon. In samenhang
met het wetsvoorstel is de aanpassing dat voor langdurig werklozen arbeid,
ongeacht de hoogte van het loon, passend kan zijn, in lijn met de jurisprudentie.
De leden van de commissie vragen voorts naar het verschil met het Besluit
passende arbeid schoolverlaters en academici WW en ZW. Waarom waren voor de
invulling van het begrip passende arbeid voor schoolverlaters en academici
nadere regels bij AMvB nodig en voor de aanpassingen voor langdurig werklozen
niet, vragen deze leden.
Deze nadere regels voor schoolverlaters en academici zijn gesteld met
het Besluit passende arbeid schoolverlaters en academici dat op 1 januari 1996 in werking trad, gelijktijdig met de
Richtlijn passende arbeid. Het toenmalige kabinet was van oordeel dat de beschermende
werking van het begrip passende arbeid, zoals dat in de jurisprudentie was
ingevuld, voor schoolverlaters en academici te groot was. Het kabinet wenste
die beschermende werking te doorbreken. Het besluit bepaalt daarom dat voor
schoolverlaters en voor academici zonder werkervaring arbeid op alle niveaus
bij aanvang van de werkloosheid direct passend is. Gelet op de status van
de richtlijn was het niet mogelijk om de beschermende werking van het begrip
passende arbeid langs die weg te doorbreken. Hiervoor waren nadere regels
bij algemene maatregel van bestuur noodzakelijk. De richtlijn legt voor langdurig
werklozen weliswaar meer accent op werkhervatting dan de Richtlijn passende
arbeid uit 1996, maar dit ligt, zoals gezegd, in lijn met de jurisprudentie.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner