31 726
Wijziging van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en de Kadasterwet (aanvulling, verduidelijking en enige technische verbeteringen van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en aanvulling van de Kadasterwet in verband met de toedeling van taken aan de Dienst voor het kadaster en de openbare registers ten aanzien van de landelijke voorziening voor de basisregistraties adressen en gebouwen)

A
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

22 januari 2009

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet basisregistraties adressen en gebouwen aan te vullen, te verduidelijken en daarin enige technische verbeteringen aan te brengen met het oog op een goede uitvoering van die wet en dat het voorts wenselijk is de Kadasterwet te wijzigen in verband met de toedeling van taken aan de Dienst voor het kadaster en de openbare registers ten aanzien van de landelijke voorziening voor de basisregistraties adressen en gebouwen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet basisregistraties adressen en gebouwen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de onderdelen b en c wordt «en nummeraanduidingen» vervangen door: , nummeraanduidingen en feitelijk gebruik van een benaming of aanduiding als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel b, onder 1°,.

2. In de onderdelen h en i wordt «en ligplaatsen» vervangen door: , ligplaatsen en feitelijk gebruik van een terrein of plaats in het water als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel b, onder 2° respectievelijk 3°,.

3. In onderdeel o wordt na «is verbonden» toegevoegd: en betreedbaar en afsluitbaar is.

4. Onderdeel q komt te luiden:

q. verblijfsobject: kleinste binnen één of meer panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik die ontsloten wordt via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte, onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen en in functioneel opzicht zelfstandig is;.

5. In onderdeel r wordt na «aangewezen» ingevoegd: en van een naam voorzien.

B

Artikel 6, vierde lid, komt te luiden:

4. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gegeven ten aanzien van de indeling, de vaststelling en de toekenning, bedoeld in het eerste en tweede lid, en kunnen regels worden gegeven ten aanzien van de afbakening, bedoeld in het derde lid.

C

Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6a

Burgemeester en wethouders dragen er in het belang van een goede registratie zorg voor dat van elke feitelijke situatie waarvan een krachtens artikel 10 aangewezen brondocument kan worden opgemaakt dat een constatering of verklaring van een daartoe aangewezen ambtenaar behelst, een zodanig brondocument wordt opgemaakt.

D

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gegeven omtrent de administratieve inrichting van het adressenregister en het gebouwenregister.

E

Artikel 10, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. een door een daartoe aangewezen ambtenaar opgemaakt proces-verbaal van constatering van:

1°. een feitelijk gebruik van een benaming of aanduiding van een woonplaats, openbare ruimte of verblijfsobject, niet zijnde een adres of deel van een adres in de zin van deze wet;

2°. een feitelijk gebruik van een terrein of gedeelte daarvan voor het permanent plaatsen van een niet direct en niet duurzaam met de aarde verbonden en voor woon-, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte ruimte, niet zijnde een standplaats in de zin van deze wet;

3°. een feitelijk gebruik van een plaats in het water, al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of gedeelte daarvan, voor het permanent afmeren van een vaartuig, niet zijnde een ligplaats in de zin van deze wet;

4°. een pand, ten aanzien waarvan een krachtens onderdeel a aangewezen brondocument ontbreekt;

5°. een verblijfsobject, of zodanig gebruik van een ruimte dat deze feitelijk met een verblijfsobject kan worden gelijkgesteld, ten aanzien waarvan een krachtens onderdeel a aangewezen brondocument ontbreekt.

F

Artikel 11, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt na «Een» ingevoegd: krachtens artikel 10 aangewezen.

2. In onderdeel b vervalt: eerste lid,.

G

In artikel 13 wordt «Een ingeschreven brondocument» vervangen door: Een krachtens artikel 10 aangewezen brondocument dat is ingeschreven,.

H

Artikel 14, tweede lid, komt te luiden:

2. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gegeven omtrent de technische en administratieve inrichting van de adressenregistratie en de gebouwenregistratie.

I

Na artikel 14 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 14a

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de verwerking van de gegevens opgenomen in een in het adressenregister of het gebouwenregister ingeschreven brondocument in de adressenregistratie respectievelijk de gebouwenregistratie.

Ia

Artikel 17, tweede lid, komt te luiden:

2. Bij ministeriële regeling wordt voor de adressenregistratie en de gebouwenregistratie een systeembeschrijving vastgelegd, die in ieder geval omvat:

a. de gegevensdefinities van de in paragraaf 2 en 3 van dit hoofdstuk genoemde gegevens, en

b. de beschrijving van het koppelvlak met de landelijke voorziening ten behoeve van het elektronisch berichtenverkeer met die voorziening.

J

Artikel 18 vervalt.

K

In de artikelen 19, eerste lid, onderdeel a, en 20, eerste lid, onderdeel b, wordt «zoals deze is toegekend door de beheerder van de landelijke woonplaatsentabel» vervangen door: zoals opgenomen in de landelijke woonplaatsentabel.

L

De artikelen 19, tweede lid, 20, tweede lid, 22, tweede lid, 23, tweede lid, 24, tweede lid, en 25, tweede lid, worden als volgt gewijzigd:

1. In de onderdelen a wordt «artikel 18» vervangen door: een proces-verbaal als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel b.

2. Na de onderdelen a wordt, onder lettering van de onderdelen b en c tot c en d, een onderdeel ingevoegd, luidende:

b. de aantekening «in onderzoek», indien toepassing is gegeven aan artikel 39, tweede lid, of 41, tweede lid;.

M

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt na «de identificatiecode van de woonplaats» ingevoegd: , zoals opgenomen in de landelijke woonplaatsentabel,.

2. In het tweede lid, onderdeel b, wordt «artikel 18» vervangen door: een proces-verbaal als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel b.

3. In het tweede lid wordt na onderdeel b, onder lettering van de onderdelen c en d tot d en e, een onderdeel ingevoegd, luidende:

c. de aantekening «in onderzoek», indien toepassing is gegeven aan artikel 39, tweede lid, of 41, tweede lid;.

N

In artikel 26 wordt na «een» ingevoegd: geautomatiseerde.

O

Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «de wijziging van die gegevens» ingevoegd: langs elektronische weg.

2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.

3. Het tweede lid (nieuw) komt te luiden:

2. Bij het verstrekken van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, nemen burgemeester en wethouders in acht de beschrijving van het koppelvlak met de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 17, tweede lid, onderdeel b.

P

Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Op verzoek:

a. verlenen burgemeester en wethouders eenieder inzage in het adressenregister, het gebouwenregister, de adressenregistratie en de gebouwenregistratie, alsmede verstrekken zij aan eenieder de in de adressenregistratie respectievelijk de gebouwenregistratie opgenomen gegevens;

b. verleent de Dienst eenieder inzage in de landelijke voorziening en verstrekt de Dienst aan eenieder de daarin opgenomen gegevens.

2. Het derde lid komt te luiden:

3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van personen tot wie de gegevens die zijn opgenomen in de basisregistraties, bedoeld in artikel 2, herleidbaar zijn voor daarbij aangewezen gegevens of categorieën van gegevens beperkingen worden vastgesteld ten aanzien van het bepaalde in het eerste lid.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gegeven omtrent de inzage in en het verstrekken van gegevens als bedoeld in het eerste lid.

Q

Artikel 35, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen a tot en met d worden geletterd b tot en met e.

2. Na de aanhef wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

a. bij het desbetreffende authentieke gegeven de aanduiding is geplaatst dat de opneming is gebaseerd op een proces-verbaal als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel b;.

R

Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen a tot en met e worden geletterd b tot en met f.

2. Na de aanhef wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

a. ingeval bij het desbetreffende authentieke gegeven de aanduiding is geplaatst dat de opneming is gebaseerd op een proces-verbaal als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel b;.

S

In artikel 39, derde lid, wordt «besluit» vervangen door: beslissing.

T

In artikel 40, eerste lid, wordt «besloten» vervangen door: beslist.

U

Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt: alsmede de juistheid, volledigheid en actualiteit van de in de registraties opgenomen gegevens.

2. In het derde lid, eerste volzin, vervalt: de bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen onderdelen van.

3. Het derde lid, tweede volzin, komt te luiden: Onze Minister maakt deze controleresultaten openbaar door terinzagelegging daarvan bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

4. Het vierde lid komt te luiden:

4. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gegeven omtrent de elementen van de controle, bedoeld in het eerste lid.

5. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. Bij ministeriële regeling:

a. worden regels gegeven omtrent de wijze van uitvoering van de controle, bedoeld in het eerste lid;

b. wordt bepaald welke kosten van die controle aan de betrokken gemeente worden vergoed;

c. worden criteria gegeven voor de aanwijzing van bedrijven ingevolge het tweede lid, en

d. kunnen eisen worden gesteld omtrent de uitvoering van de verplichting, bedoeld in het derde lid, eerste volzin.

V

Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, eerste volzin, komt te luiden:

Indien uit de controle, bedoeld in artikel 42, eerste lid, blijkt dat niet wordt voldaan aan het bij of krachtens deze wet bepaalde, dragen burgemeester en wethouders er zorg voor om daaraan alsnog te voldoen en laten zij binnen een jaar een hernieuwde controle uitvoeren op die onderdelen die bij de eerste controle niet voldeden.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Bij ministeriële regeling worden regels gegeven omtrent de wijze van uitvoering van de hernieuwde controle, bedoeld in het eerste lid.

W

In artikel 44 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.

X

Het opschrift van hoofdstuk 8 komt te luiden:

HOOFDSTUK 8 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Y

In hoofdstuk 8 worden vóór artikel 46 twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 45a

1. In afwijking van artikel 12 vindt inschrijving in het adressenregister respectievelijk het gebouwenregister van een krachtens artikel 10, eerste lid, aangewezen brondocument, dat dateert van vóór het tijdstip van de inwerkingtreding van de hoofdstukken 2 en 3 en de grondslag vormt voor een op dat tijdstip geldend gegeven als bedoeld in de artikelen 19 tot en met 25, plaats binnen vier werkdagen na dat tijdstip. Artikel 11, eerste lid, blijft buiten toepassing ten aanzien van een brondocument als in de eerste volzin bedoeld.

2. In afwijking van artikel 16 vindt verwerking in de adressenregistratie respectievelijk de gebouwenregistratie van een gegeven als bedoeld in het eerste lid plaats binnen vier werkdagen na het tijdstip van de inwerkingtreding van de hoofdstukken 2 en 3.

Artikel 45b

Indien voor een op het tijdstip van de inwerkingtreding van de hoofdstukken 2 en 3 geldend gegeven als bedoeld in de artikelen 19 tot en met 25 geen krachtens artikel 10, eerste lid, aangewezen brondocument beschikbaar is, dan wel een dergelijk brondocument slechts met een onevenredige inspanning beschikbaar kan worden gesteld, schrijven burgemeester en wethouders in plaats daarvan binnen de in artikel 45a, eerste lid, eerste volzin, gestelde termijn in het adressenregister respectievelijk het gebouwenregister als brondocument in een schriftelijke verklaring van burgemeester en wethouders waarin het desbetreffende gegeven wordt vermeld. Artikel 13 is op dit brondocument van overeenkomstige toepassing.

Z

In artikel 47 wordt na «de verschillende artikelen» ingevoegd: of onderdelen daarvan.

ARTIKEL II

De Kadasterwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel l wordt «, en» vervangen door een puntkomma.

2. In onderdeel m wordt de punt aan het slot van het onderdeel vervangen door: , en.

3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

n. het houden en beheren van de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 26 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, alsmede het verlenen van inzage in die voorziening en het verstrekken van de daarin opgenomen gegevens overeenkomstig artikel 32, eerste lid, onderdeel b, van die wet.

B

In artikel 117 wordt, onder vernummering van het achtste lid tot negende lid, na het zevende lid een lid ingevoegd, luidende:

8. De Dienst is aansprakelijk voor de schade die is veroorzaakt door een vergissing, verzuim, vertraging of andere onregelmatigheid van de Dienst, door hem begaan bij het houden of beheren van de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 26 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, dan wel bij het verlenen van inzage in die voorziening of het verstrekken van de daarin opgenomen gegevens. De Dienst is niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit het door de Dienst verstrekken van gegevens die afkomstig zijn van derden en inhoudelijk onjuist blijken te zijn, of uit het niet tijdig ontvangen of kunnen verstrekken van gegevens die afkomstig zijn van derden door handelen of nalaten van die derden.

ARTIKEL III

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering daarvan de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Naar boven