A
MOTIE VAN HET LID VAN DER LINDEN C.S.
Voorgesteld 17 maart 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat in 2009 de Raad van Europa haar zestigjarig bestaan viert
en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zijn vijftigjarig bestaan,
overwegende, dat deze pan-Europese instellingen grote betekenis hebben
voor de waarborging en bevordering van democratie, mensenrechten en de rechtstaat
op het Europese continent,
overwegende, dat de Kamer grote waarde hecht aan een spoedige toetreding
van de Europese Unie tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens,
overwegende, dat de Kamer een structurele oplossing voor het budgettaire
probleem van een bij de ontwikkeling van de Raad van Europa achterblijvende
financiering noodzakelijk acht,
overwegende, dat de Nederlandse regering het mensenrechtenbeleid als een
van de uitgangspunten heeft genomen voor haar buitenlands beleid,
constaterende, dat Nederland achterblijft bij het ratificeren van belangrijke
conventies en bijbehorende protocollen van de Raad van Europa,
verzoekt de regering om dit ratificatieproces van de Raad van Europa prioriteit
te geven en de Kamer daarover nader te informeren,
verzoekt de regering op Europees niveau aan de orde te stellen dat de
Europese Unie ook financieel dient bij te dragen aan het functioneren van
de Raad van Europa en het Hof voor de Rechten van de Mens,
verzoekt de regering voorts in het kader van de viering van het 60-jarig
bestaan van de Raad van Europa en het 50-jarig bestaan van het Hof van de
Rechten van de Mens, het bewustzijn van het belang van mensenrechten,
democratie en rechtstaat, met name ook bij jongere generaties, zowel qua intensiteit
als omvang, te versterken, door bijvoorbeeld activiteiten te ontplooien (mede)
in samenwerking met bijvoorbeeld scholen, universiteiten, non-gouvernementele
organisaties, de Europese Unie en de Raad van Europa,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Linden
Broekers-Knol
Eigeman
Peters
Strik
Engels
Kuiper
Ten Hoeve
Koffeman
Yildirim