A
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de gemeenten
de mogelijkheid te geven ter zake van enkele overtredingen van de Huisvestingswet
een bestuurlijke boete op te leggen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Huisvestingswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 84 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. «artikel 45, 49, vierde lid, of 59» wordt vervangen
door: artikel 7, tweede lid, 30, eerste lid, 45, 49, vierde lid, of 59.
b. Met ingang van de dag die een jaar ligt na de datum van inwerkingtreding
van deze wet vervalt: 7, tweede lid, 30, eerste lid,.
2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. «artikel 7, 8, 17, 18, 30, eerste lid, 33 of 83»
wordt vervangen door: artikel 7, eerste lid, 8, 17, 18, 33 of 83.
b. Met ingang van de dag die een jaar ligt na de datum van inwerkingtreding
van deze wet vervalt: 7, eerste lid,.
B
Na artikel 85 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 85a
1. De gemeenteraad kan bij verordening bepalen dat een bestuurlijke
boete kan worden opgelegd ter zake van de overtreding van de artikelen 7,
eerste en tweede lid, en 30, eerste lid. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd
tot het opleggen van een bestuurlijke boete.
2. De bestuurlijke boete kan niet hoger zijn dan:
a. € 18 500 voor overtreding van de artikelen 7, tweede
lid, en 30, eerste lid, en
b. € 340 voor overtreding van artikel 7, eerste lid.
3. De gemeenteraad stelt bij verordening het bedrag vast van de bestuurlijke
boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd.
4. In afwijking van het eerste en derde lid treedt het algemeen bestuur
van een plusregio als bedoeld in artikel 104 van de Wet gemeenschappelijke
regelingen voor de toepassing van die leden in de plaats van de gemeenteraad.
ARTIKEL II
1. Indien het bij koninklijke boodschap van 22 juli 2004 ingediende
voorstel van wet tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht (Vierde
tranche Algemene wet bestuursrecht) (29 702) tot wet is verheven en die
wet in werking treedt, treedt deze wet op hetzelfde tijdstip in werking.
2. Indien het voorstel van wet, bedoeld in het eerste lid, na tot
wet te zijn verheven, in werking is getreden voor de datum van uitgifte van
het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, treedt deze wet in werking
met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,