30 350
Wijziging van de Wet op het notarisambt en enige andere wetten in verband met de invoering van de mogelijkheid het ambt van notaris in dienstbetrekking uit te oefenen en het aanbrengen van enkele wijzigingen van technische aard (Wet notaris in dienstbetrekking)

31 040
Wijziging van de Wet op het notarisambt in verband met het laten vervallen van het nationaliteitsvereiste voor benoeming tot notaris

L
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 27 november 2008

De vaste commissie voor Justitie1 heeft op 15 april 2008 twee brieven aan de staatssecretaris van Justitie gestuurd met het verzoek om informatie inzake de onderhavige wetsvoorstellen.

Omdat een reactie uitbleef heeft de commissie in haar vergadering van 21 oktober 2008 gesproken over de voortgang met betrekking tot deze wetsvoorstellen. Naar aanleiding daarvan heeft de commissie de staatssecretaris op 22 oktober 2008 een brief gestuurd met een uitnodiging voor een mondeling overleg.

De staatssecretaris heeft daarop bij brief van 26 november 2008 gereageerd.

De commissie brengt hierbij verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de commissie,

Kim van Dooren

BRIEF AAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Den Haag, 15 april 2008

In de vergadering van de vaste commissie voor Justitie van de Eerste Kamer is op 8 april jl. gesproken over de memorie van antwoord1 bij wetsvoorstel 31 040 (Wijziging van de Wet op het notarisambt in verband met het laten vervallen van het nationaliteitsvereiste voor benoeming tot notaris).

In de memorie zegt u de Kamer onder meer toe haar te zullen informeren of de EU-lidstaten «die zijn geconfronteerd (...) met een inbreukprocedure voornemens zijn het nationaliteitsvereiste af te schaffen» en zo nee, wat hiervoor de redenen zijn. De commissie verzoekt u deze informatie zo spoedig mogelijk ter beschikking van de Kamer te stellen. Eerst na ontvangst hiervan zal de commissie een besluit nemen over de nadere procedure met betrekking tot dit wetsvoorstel.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Voorzitter van de vaste commissie voor Justitie,

R. H. van de Beeten

BRIEF AAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Den Haag, 15 april 2008

In de vergadering van de vaste commissie voor Justitie van de Eerste Kamer is op 8 april jl. gesproken over uw brief d.d. 3 april 20081 inzake wetsvoorstel 30 350 (Wet notaris in dienstbetrekking).

In deze brief verzoekt u de Eerste Kamer de behandeling van genoemd wetsvoorstel tot nader order aan te houden, in afwachting van een nieuwe wijziging van de Wet op het notarisambt naar aanleiding van de evaluatie door de commissie-Hammerstein.

Voorts schrijft u dat in dat wetsvoorstel enkele wetstechnische aanpassingen van wetsvoorstel 30 350 zullen worden voorgesteld. Vooraleer een besluit te nemen over uw verzoek zouden de leden van de commissie Justitie graag beschikken over meer informatie over die aanpassingen. Ik moge u dan ook verzoeken om de Kamer zo spoedig mogelijk te voorzien van een overzicht daarvan.

Voorzitter van de commissie voor Justitie van de Eerste Kamer der Staten-Generaal,

R. H. van de Beeten

BRIEF AAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Den Haag, 22 oktober 2008

In haar vergadering van 21 oktober 2008 heeft de commissie Justitie gesproken over de voortgang met betrekking tot een tweetal in deze Kamer aanhangige wijzigingen van de Wet op het notarisambt, te weten de Wet notaris in dienstbetrekking (30 350) en het wetsvoorstel in verband met het laten vervallen van het nationaliteitsvereiste voor benoeming tot notaris (31 040).

Het heeft de commissie in de eerste plaats verbaasd dat zij tot dusver geen antwoord heeft gehad op de brieven van 15 april j.l. over deze wetsvoorstellen (kenmerk 140966u respectievelijk 140967u). Met name het feit dat niet is gereageerd op het verzoek van de leden van de commissie om meer inzicht te geven in de reden van het schorsingsverzoek ten aanzien van het wetsvoorstel notaris in dienstbetrekking wekt enige wrevel op. Ook betreuren de leden het dat tot op heden de aangekondigde nadere informatie met betrekking tot het nationaliteitsvereiste voor notarissen niet is ontvangen.

Voorts bevreemdt het de commissie dat zij via het in consultatie gegeven wetsvoorstel mag vernemen dat de regering aan door de Kamer aangevoerde bezwaren tegemoet wil komen. Dat lijkt niet de meest aangewezen weg, zeker gelet op het feit dat de behandeling van de aanhangige wijzigingen nog niet is afgerond.

De commissie Justitie hecht er aan het hierboven genoemde nader met u te bespreken. Zij nodigt u hierbij daarom uit voor een mondeling overleg op dinsdag 9 december 2008 van 15.30–17.00 uur. Eventuele aanvullende informatie die u voor die tijd beschikbaar zou kunnen stellen zien de leden graag uiterlijk 28 november a.s. tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie,

R. H. van de Beeten

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 november 2008

Met deze brief ga ik in op de brief van 22 oktober jl. van de commissie Justitie van uw Kamer en informeer ik u over de stand van zaken van het wetsvoorstel in verband met het laten vervallen van het nationaliteitsvereiste voor de benoeming tot notaris (31 040), alsmede over het wetsvoorstel notaris in dienstbetrekking (30 350).

Allereerst wil ik u verzekeren dat ik het bijzonder betreur dat de beantwoording van eerdere brieven van uw Kamer over deze wetsvoorstellen lange tijd op zich heeft laten wachten. Ik bied u hiervoor dan ook mijn verontschuldigingen aan. Met betrekking tot het wetsvoorstel tot afschaffing van het nationaliteitsvereiste kan ik u hierbij de gevraagde informatie verschaffen over de situatie in andere landen van de Europese Unie. Met betrekking tot het wetsvoorstel notaris in dienstbetrekking zal ik u ten spoedigste nader informeren. Dit punt zal ik hieronder nader toelichten.

Wetsvoorstel tot afschaffing van nationaliteitsvereiste (31 040)

Zoals was toegezegd bij memorie van antwoord1 bij de behandeling van het wetsvoorstel tot afschaffing van nationaliteitsvereiste, heb ik alle landen die met een inbreukprocedure van de kant van de Europese Commissie geconfronteerd zijn, bevraagd of zij voornemens zijn het nationaliteitsvereiste voor notarissen al dan niet af te schaffen en de redenen daartoe. Het ging om de volgende landen: België, Bulgarije, Duitsland, Estland, Frankrijk, Griekenland, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië.

Van deze landen is Estland onder druk van de inbreukprocedure voornemens het nationaliteitsvereiste af te schaffen voor EU-burgers. Als gevolg van een te stellen strenge taaleis wordt verwacht dat de instroom van notarissen met een andere nationaliteit zeer beperkt zal zijn. Van Griekenland, Malta, Luxemburg en Frankrijk heb ik geen reactie ontvangen. De overige landen zijn niet voornemens het nationaliteitsvereiste af te schaffen. Daarbij beroepen deze landen zich op het publieke karakter van het ambt van notaris met het oog op de uitzondering op het beginsel van vrij verkeer voor de uitoefening van openbaar gezag, op grond van artikel 45 van het EG-verdrag.

In de Portugese notariswetgeving is geen specifiek nationaliteitsvereiste opgenomen, maar in de Portugese grondwet is het uitoefenen van publieke taken exclusief voorbehouden aan Portugezen. Omdat de Portugese notaris publieke taken uitoefent is de Portugese nationaliteit vereist. Slovenië stelt een nationaliteitseis op basis reciprociteit – het laat alleen onderdanen van derde landen toe tot het notariaat, indien in die landen hetzelfde is toegestaan aan Slovenen.

Spanje en Italië hebben op een eerder moment het nationaliteitsvereiste afgeschaft. De reden voor de afschaffing in deze landen is mij niet exact bekend, maar het lijkt erop dat dit gedaan is om aan communautaire verplichtingen te voldoen – vandaar ook de beperking van de toegang tot het notariaat in die landen tot EU-burgers. Italië geeft nog aan dat de beperking van afschaffing tot EU-burgers een politieke keuze is geweest.

Voor de volledigheid vermeld ik dat Zweden, Denemarken, Finland, het Verenigd Koninkrijk en Ierland geen notaris kennen die vergelijkbare taken heeft zoals in Nederland of andere landen met een Latijns notariaat. In de genoemde landen worden de taken die in Nederland door de notaris worden verricht, gedeeltelijk verricht door andere beroepsgroepen, zoals rechters, advocaten, makelaars en kadasterambtenaren. Hierbij worden niet alle notariële taken door één van deze beroepsgroepen verricht, maar zijn deze taken verdeeld over verschillende beroepsgroepen. Doordat genoemde landen geen Latijns notariaat kennen, speelt de kwestie van de nationaliteit van de notaris feitelijk geen rol.

Wetsvoorstel notaris in dienstbetrekking (30 350)

Bij mijn brief van 3 april 20081 heb ik uw kamer verzocht de behandeling van het wetsvoorstel notaris in dienstbetrekking op te schorten, in afwachting van enkele aanpassingen in de regeling bij gelegenheid van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op het notarisambt naar aanleiding van de evaluatie van die wet door de Commissie Hammerstein (wetsvoorstel Hammerstein). In reactie op deze brief heeft de commissie Justitie van uw kamer mij verzocht om nadere informatie over de voorgenomen aanpassingen.

Het ontwerp van het wetsvoorstel Hammerstein is op 17 september jl. verzonden ter consultatie en bevat mogelijke aanpassingen in de regeling zoals deze nu zijn neergelegd in het wetsvoorstel notaris in dienstbetrekking. In de toelichting van het ontwerp wordt aangegeven dat deze aanpassingen mede ten doel hebben om tegemoet te komen aan enkele van de bezwaren die zijn gerezen tijdens de behandeling in uw Kamer tot nu toe van het wetsvoorstel notaris in dienstbetrekking. Met deze mededeling is uitsluitend beoogd inzicht te verschaffen in de aanleiding en achtergronden van de voorgestelde wijzigingen. Ik heb geenszins bedoeld daarmee vooruit te lopen op de nadere oordeelsvorming over dit onderwerp door uw Kamer. Voorzover deze indruk wel is gewekt, wil ik deze hierbij graag wegnemen.

Vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid heb ik gemeend dat ik uw Kamer het beste nader over dit onderwerp kan informeren wanneer ik het advies van in elk geval de KNB over het ontwerp van het wetsvoorstel Hammerstein heb ontvangen en zonodig daarover met de KNB heb overlegd. Ik sluit niet uit dat de inbrengen in het kader van de consultatie aanleiding geven tot een gedeeltelijke of gehele herziening van dit onderdeel van het ontwerpwetsvoorstel, waaronder de mogelijkheid van een alternatieve oplossing op dit punt.

Het advies van de KNB op het wetsvoorstel Hammerstein ontvang ik naar verwachting aan het eind van deze maand. Ik zal u ten spoedigste na afronding van de consultatie en zonodig nader overleg met de KNB op de hoogte brengen van mijn voornemens met betrekking tot het wetsvoorstel notaris in dienstbetrekking.

De staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak


XNoot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Dölle (CDA), Tan (PvdA), Van de Beeten (CDA), (voorzitter), Broekers-Knol (VVD), De Graaf (VVD), Kneppers-Heynert (VVD), Kox (SP), Westerveld (PvdA), (vice-voorzitter), Russell (CDA), Engels (D66), Franken (CDA), Peters (SP), Quik-Schuijt (SP), Haubrich-Gooskens (PvdA), Ten Horn (SP), Janse de Jonge (CDA), Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Van Bijsterveld (CDA), Strik (GL), Lagerwerf-Vergunst (CU), Rehwinkel (PvdA), Duthler (VVD) en Yildirim (Fractie-Yildirim).

XNoot
1

Kamerstukken I 2007–2008, 31 040, letter B.

XNoot
1

Kamerstukken I 2007–2008, 30 350, letter K.

XNoot
1

Kamerstukken I, 2007/08, 31 040, B.

XNoot
1

Brief van de staatssecretaris van Justitie van 3 april 2008, Kamerstukken I 2007/2008, 30 350, K.

Naar boven