31 542
Subsidiariteitstoets van het richtlijnvoorstel betreffende verlaagde BTW-tarieven (COM(2008) 428)

C
BRIEF AAN DE VOORZITTER VAN DE TIJDELIJKE GEMENGDE COMMISSIE SUBSIDIARITEITSTOETS

Den Haag, 9 september 2008

In uw brief d.d. 24 juli 2008 verzoekt u de vaste Eerste Kamercommissie voor Financiën aan de Tijdelijke Gemengde Commissie Subsidiariteitstoets een gemotiveerd advies te geven inzake het voorstel van de Europese Commissie voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van richtlijn 2006/112/EG wat verlaagde BTW-tarieven betreft (COM(2008)428)1 over de vragen of voor dit richtlijnvoorstel voldoende rechtsgrondslag in het EG-Verdrag bestaat en of met het richtlijnvoorstel is voldaan aan de vereisten van subsidiariteit en proportionaliteit.

De commissie voor Financiën heeft in haar vergadering van dinsdag 9 september 2008 positief geoordeeld over de rechtsgrondslag, de subsidiariteit en de proportionaliteit. Hierbij breng ik u op de hoogte van haar motivatie.

De commissie voor Financiën oordeelt positief over de gebruikte rechtsgrondslag. Het richtlijnvoorstel wordt gebaseerd op artikel 93 EG-Verdrag. Artikel 93 ziet op de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake de omzetbelasting, de accijnzen en de andere indirecte belastingen, voorzover deze harmonisatie noodzakelijk is om de werking van de interne markt te verzekeren.

Ook ten aanzien van de subsidiariteit en de proportionaliteit stemt de commissie voor Financiën positief in. Met de BTW-richtlijn heeft de Gemeenschap een set geharmoniseerde bepalingen over de toepassing van verlaagde BTW-tarieven. Deze kunnen alleen door een andere richtlijn gewijzigd dan wel verlengd worden en nationale wetgeving mag daar niet vanaf wijken. De doelstellingen van het onderhavige richtlijnvoorstel kunnen derhalve niet door de lidstaten afzonderlijk worden verwezenlijkt.

Het richtlijnvoorstel draagt enkele nieuwe categorieën aan waarop de verlaagde BTW-tarieven van toepassing worden. Daarbij blijft de bestaande keuzevrijheid voor de lidstaten om verlaagde BTW-tarieven toe te passen, behouden: er is geen sprake van een verplichting. De commissie voor Financiën oordeelt dat de maatregel in verhouding staat tot het beoogde doel, gezien de beperkende werkingssfeer.

Aan de richtlijn zijn geen financiële kosten voor de Gemeenschap verbonden. Wel kunnen verlaagde BTW-tarieven leiden tot lagere inkomsten voor overheden. Deze tarieven zijn echter geen financiële last voor marktdeelnemers. Consumenten zouden in beginsel profijt moeten trekken van de blijvende verlaging van de tarieven, voor zover deze in de eindprijs wordt doorberekend.

Ik vertrouw erop dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd.

De voorzitter van de vaste Eerste Kamercommissie voor Financiën,

Prof. dr. P. Essers


XNoot
1

Gedrukt onder kamerstuknummer 31 542, A/1.

Naar boven