31 127
Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland

B
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID1

Vastgesteld 18 maart 2008

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de VVD-fractie hebben met gemengde gevoelens kennis genomen van het onderhavige wetsvoorstel. Op zich erkennen de leden van de VVD-fractie dat de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep terzake noodzaakt tot een wijziging van de Wet werk en bijstand (Wwb), maar zij zijn van mening dat de hiertoe gekozen oplossing niet de juiste is.

In feite wordt het recht op langdurig verblijf in het buitenland, zoals dat in beginsel gold voor 57,5 en oudere bijstandsgerechtigden, nu verruimd en gaat dit gelden voor iedereen, mits men een ontheffing van de gemeente heeft gekregen omdat men vrijgesteld is van de sollicitatieplicht en de verplichting om een reïntegratietraject te volgen.

Blijkens de behandeling in de Tweede Kamer gaat het om ongeveer 25% van alle bijstandsgerechtigden die deze vrijstelling hebben.

Gezien de grote groep die het betreft, rijst de vraag of gemeenten nog wel steeds een individuele afweging zullen maken ten aanzien van de persoon die het betreft en daarop bijvoorbeeld beleid zullen gaan voeren, hetgeen weer tot precedentwerking kan leiden.

De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat juist bij de huidige economische situatie met talloze vacatures steeds opnieuw zou moeten worden bezien in hoeverre bijstandsgerechtigden toch niet kunnen worden gereïntegreerd en naar voor hen passend werk kunnen worden geleid. Waarom heeft de staatssecretaris niet gekozen voor handhaving van de termijn van 4 weken voor iedereen? Op welke wijze is de «handhaving» gegarandeerd? Met andere woorden naarmate de termijn dat bijstandsgerechtigden in het buitenland verblijven langduriger is, wordt het belang groter voor Nederland om te controleren of betrokkenen soms aldaar aan het werk zijn c.q. op andere wijze inkomsten genieten.

De leden van de fractie van de VVD zien de antwoorden van de regering met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de commissie,

Van Driel

De griffier van de commissie,

Van Dooren


XNoot
1

Samenstelling:

Van den Berg (SGP), Swenker (VVD), Terpstra (CDA), Meulenbelt (SP), Ten Hoeve (OSF), Vedder-Wubben (CDA), Kneppers-Heijnert (VVD), Westerveld (PvdA), Biermans (VVD), Schouw (D66), Van Driel (PvdA), voorzitter, Leijnse (PvdA), Franken (CDA), vice-voorzitter, Goyert (CDA), Quik-Schuijt (SP), Klein Breteler (CDA), Huijbregts-Schiedon (VVD), Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Strik (GL), Kuiper (CU), Lagerwerf-Vergunst (CU), Rehwinkel (PvdA), Elzinga (SP), Vacature (SP) en Yildirim (Fractie-Yildirim).

Naar boven