E
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 28 februari
2008
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft op 22 januari 2008 een brief gestuurd aan de minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar aanleiding van het voorgehangen Schattingsbesluit
arbeidsongeschiktheidswetten.
De minister heeft daarop bij brief van 26 februari 2008 een reactie
gestuurd.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijke
overleg.
De griffier van de commissie,
Van Dooren
BRIEF AAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Den Haag, 22 januari 2008
De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
hadden een vraag naar aanleiding van het voorgehangen Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten.
Het was deze leden opgevallen dat de delegatiebepaling in de wet WIA waarop
dit besluit is gestoeld nog altijd de bevoegdheid geeft van de wet afwijkende
regels te stellen bij AMvB of ministeriële regeling.
Zij riepen in herinnering de toezegging aan deze Kamer dat dergelijke
met de Grondwet strijdige delegatiebepalingen, die niet in een wet in formele
zin thuishoren, bij een eerste zich aandienende gelegenheid geschrapt zullen
worden1.
Is de minister voornemens deze toezegging voor wat betreft de wet WIA
gestand te doen en zo ja op welke termijn?
De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. A. J. M. van Dooren
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 februari 2008
In uw bovengenoemde brief vraagt u naar aanleiding van de voorgenomen
wijziging van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten of ik van
plan ben de delegatiebepaling in de Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen
(Wet WIA) aan te passen. De aanleiding voor deze vraag betreft de door uw
Kamer met algemene stemmen aanvaarde motie-Jurgens c.s. (Kamerstukken I, 2005/06,
21 109, A), waarin de Minister van Justitie werd verzocht: «om
te bevorderen dat op korte termijn in de Aanwijzingen een duidelijke formulering
wordt opgenomen dat een delegatie van wetgevende bevoegdheid bij wet aan een
lagere regelgever, welke die lagere regelgever machtigt om af te wijken van
de wet in formele zin, niet is toegelaten». In reactie daarop meld ik
u het volgende.
Naar aanleiding van de motie Jurgens c.a. heeft de minister van Justitie
op 11 mei 2007 een brief naar uw Kamer verzonden met als bijlage een
voorstel tot wijziging van de Aanwijzingen voor de regelgeving (Kamerstukken
I, 2006/07, 26 200 VI, nr. 65 en 21 109, B, blz. 8
e.v.). In deze brief heeft de minister van Justitie aangegeven, dat is onderzocht
welke formeelwettelijke bepalingen het mogelijk maken of ertoe verplichten
om bij lagere regelgeving van wetten in formele zin af te wijken. Dit onderzoek
is uitgevoerd naar de stand van zaken van de wetgeving op 1 oktober 2006.
De conclusie was dat de wetgever een duidelijke behoefte heeft aan flexibiliteit.
Dit wordt wellicht niet steeds ingegeven door de wetenschap dat afwijking
daadwerkelijk nodig zal zijn, maar ook door de wens om op ten tijde van totstandkoming
van de wet nog niet voorziene en op anderszins onverwachte situaties te kunnen
inspelen.
Verder heeft de minister van Justitie in voornoemde brief gemeld dat een
nadere analyse zal plaatsvinden van het bestaande bestand aan delegatiebepalingen
met afwijkingsbevoegdheid. Op grond daarvan kan een beeld worden gevormd over
de mate waarin van de grondslagen gebruik wordt gemaakt, hoe vergaand de afwijkingen
van de wet in formele zin zijn en of bijvoorbeeld wordt voorzien in eindigheid
van de afwijkende bepalingen.
Deze nadere analyse vindt momenteel plaats door alle ministeries, zo ook
door mijn ministerie. Over de verdere procedurele voortgang van deze analyse
wordt u naar verwachting voor 15 maart 2008 door de minister van Justitie
nader geïnformeerd. Ik wil niet nu reeds vooruitlopend op de resultaten
van de analyse beslissen over de vraag of één bepaalde delegatiebepaling,
in één wet, te weten artikel 6, vierde lid, Wet WIA, moet worden
geschrapt of gewijzigd. Het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidwetten
wordt in voornoemde analyse betrokken.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner
XNoot
1Samenstelling:
Van den: Berg (SGP), Swenker (VVD), Terpstra (CDA), Meulenbelt (SP), Ten
Hoeve (OSF), Vedder-Wubben (CDA), Kneppers-Heijnert (VVD), Westerveld (PvdA),
Biermans (VVD), Schouw (D66), Van Driel (PvdA), voorzitter, Leijnse (PvdA),
Franken (CDA), vice-voorzitter, Goyert (CDA), Quik-Schuijt (SP), Klein Breteler
(CDA), Huijbregts-Schiedon (VVD), Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Strik
(GL), Kuiper (CU), Lagerwerf-Vergunst (CU), Rehwinkel (PvdA), Elzinga (SP),
Vac. (SP) en Yildirim (Fractie-Yildirim).
XNoot
1Handelingen EK 2006–2007, nr. 29 pag. 898.