Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 31050 nr. B |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 31050 nr. B |
Vastgesteld 20 november 2007
Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven voor het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben met instemming kennis genomen van het wetsvoorstel en de nota naar aanleiding van het verslag en hebben nog slechts een vraag.
De leden van de PvdA-fractie hebben met gemengde gevoelens kennis genomen van het wetsvoorstel dat de juridische basis verschaft aan de afschaffing van de pemba-boete voor de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA). Hun scepsis betreft de uitvoerbaarheid van een indeling a priori van werknemers die na twee jaar ziekte nog altijd volledig arbeidsongeschikt worden bevonden in enerzijds de onherstelbare gevallen en anderzijds degenen die op termijn misschien zullen verbeteren. Zij achten dit temeer ernstig nu aan deze tweedeling steeds verder gaande financiële consequenties verbonden worden, zowel voor degene die het aangaat als voor diens (voormalige) werkgever. Het onderhavige wetsvoorstel is van dit laatste een voorbeeld en is om die reden voor deze leden aanleiding enkele vragen aan de minister te stellen.
De leden van de SP-fractie hebben te kennen gegeven zich aan te sluiten bij de vragen van de PvdA-fractie.
De vraag van de leden van de CDA-fractie luidt: waarom draagt de eigenrisicodrager gedurende een periode van vier jaar nadat de arbeidsongeschiktheidsuitkering is ingegaan het risico van de betaling van de uitkering (ARTIKEL II B artikel 75a, eerste lid) en komt de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering gedurende een periode van vijf jaar ten laste van de Arbeidsongeschiktheidskas (N artikel 117 lid1)?
De leden van de PvdA-fractie vragen hoe uitvoerbaar de artsen van het Uitvoeringsinstituut werknemers verzekeringen (UWV) hun taak thans, bijna twee jaar na de invoering van de Wet werk en inkomen (WIA), achten om volledige arbeidsongeschiktheid toekomstgericht te duiden als potentieel herstelbaar dan wel onomkeerbaar en hopeloos? Hoe verloopt de keuringsprocedure in dit type gevallen? Bij de start van de wet WIA is gesproken over een medische beslisautoriteit die het bevrijdende woord zou moeten spreken. Is die autoriteit er inderdaad gekomen? Zo ja, in hoeveel gevallen is sprake geweest van een intern verschil van mening over het criterium «duurzaam»? Hoe luiden de instructies aan de keurende artsen voor deze gevallen: uitgaan van het meest optimistische scenario, dat wil zeggen naar de WGA (werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten) verwijzen als er nog een sprankje hoop op verbetering is? Of mag het oordeel ook «duurzaam» luiden als de kans op verbetering op minder dan, bijvoorbeeld, 50% wordt ingeschat? Hoeveel van de 80–100 gevallen zijn in 2006 en in 2007 aangemerkt als WGA-gerechtigd en hoeveel als rechthebbend op een IVA-uitkering?
Hoeveel van de 80–100 WGA-gerechtigden zijn ook drie maanden na de schatting nog altijd 80–100%, vragen de leden van de PvdA-fractie. Is er beleid ontwikkeld over de vraag na hoeveel tijd bij de duurzame 80–100 status het predikaat «tijdelijk» wordt vervangen door «duurzaam»? Zo ja, hoe luidt dit beleid? Geschiedt de gewijzigde indeling ambtshalve of moet de betrokkene hierom vragen? En wat is in zo’n situatie rechtens naar de eigenrisicodragende werkgever toe die over de periode dat de betrokkene WGA-gerechtigd was de rekening moest betalen? Dient het UWV er naar het oordeel van de minister in zo’n situatie als uitgangspunt vanuit te gaan dat de WGA-indeling achteraf bezien te optimistisch was en dat de uitkering over de periode vanaf de toekenning van WGA toch voor rekening van de IVA-kas behoort te komen? Is er voor die situatie beleid ontwikkeld en zo ja hoe luidt dit?
De leden van de fractie van de PvdA willen weten of er al procedures over dit onderwerp worden gevoerd en zo ja, hoeveel? Hoeveel van de initiatiefnemers zijn
a) werknemers die af willen van bemoeizorg van re-integratiecoaches en de 5%-kop, die bij IVA hoort, willen hebben? of
b) werknemers die zich juist wensen te verweren tegen het oordeel van de keuringsarts dat het men hen nooit meer goed komt? of
c) werkgevers die ofwel eerder dan na 24 maanden van de loonplicht afwillen, ofwel na die 24 maanden vastgesteld willen zien dat de werknemer niet langer tot hun verantwoordelijkheid behoort?
De leden van de PvdA-fractie zijn enigszins geschokt door het antwoord van de regering op de vraag in de schriftelijke voorbereiding van de VVD-fractie naar, vrij vertaald, de grondslag om af te stappen van het eigenrisicodragen binnen de IVA. In haar antwoord verwijst de regering naar de stelling in de memorie van toelichting bij de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (IWIA) dat als er geen premiedifferentiatie WAO meer zou zijn, er ook geen premiedifferentiatie IVA komt. Deze verwijzing is een herhaling van de mededeling in de memorie van toelichting op het onderhavige wetsvoorstel dat deze financieringsvormen «in de beleidsvorming aan elkaar gekoppeld zijn». Acht de minister die vaststelling een antwoord op de vraag naar de grondslag van dit onderdeel van de regeling, zo vragen de aan het woord zijnde leden zich af. Zo nee, hoe luidt het inhoudelijke antwoord op de vraag waarom in een regeling waarin voor het overgrote deel van de populatie wordt ingezet op premiedifferentiatie en eigen risico dragen, dit uitgangspunt is verlaten voor de verzekering van arbeidsongeschiktheid die medisch wordt gelabeld als «duurzaam volledig»? Waarom wordt voor dát onderdeel van de verzekering premiesolidariteit tussen bedrijven en bedrijfstakken wel opportuun geacht en niet voor alle andere onderdelen?
Ten slotte roept de vraag van de SP-fractie in de schriftelijke voorbereiding over gevolgen van de schadebeperking door verzekeraars ingeval van terroristische aanslagen bij de leden van de PvdA-fractie de vraag op bij wie in dat geval de rekening terecht komt. De regering geeft aan dat de uitkering in zo’n geval wel volledig wordt betaald, maar dat deze dan – eventueel – niet volledig voor rekening van de verzekeraar komt. Wil dat zeggen dat het eigen risico dragende bedrijf in zo’n geval aansprakelijk is, zo vragen deze leden zich af. Of ziet de regering voor dat soort situatie een rol voor de overheid weggelegd?
De leden van commissie zien de antwoorden van de regering met belangstelling tegemoet.
Samenstelling:
Van den Berg (SGP), Swenker (VVD), Terpstra (CDA), Meulenbelt (SP), Ten Hoeve (OSF), Vedder-Wubben (CDA), Kneppers-Heijnert (VVD), Westerveld (PvdA), Biermans (VVD), Schouw (D66), Van Driel (PvdA) (voorzitter), Leijnse (PvdA), Franken (CDA) (vice-voorzitter), Goyert (CDA), Quik-Schuijt (SP), Klein Breteler (CDA), Huijbregts-Schiedon (VVD), Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Strik (GL), Kuiper (CU), Lagerwerf-Vergunst (CU), Rehwinkel (PvdA), Elzinga (SP), Vac. (SP) en Yildirim (Fractie-Yildirim).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-20072008-31050-B.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.