30 959
Rijksbrede aanpassing van regels omtrent de reductie en vereenvoudiging van vergunningen teneinde de regeldruk te verminderen (Verzamelwet vereenvoudiging vergunningen)

C
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 20 november 2007

Met belangstelling heb ik kennis genomen van het verslag van de vaste commissie van Economische Zaken van 8 oktober 2007 over het wetsvoorstel vereenvoudiging vergunningen (EK, 2007/08, 30 959, B). Onderstaand ga ik in op de in het verslag gestelde vragen. Ik hoop dat de beantwoording bijdraagt aan een voortvarende afhandeling van het wetsvoorstel.

Naar de mening van de leden van de VVD-fractie verloopt het project van vermindering van stelsels en vergunningen te traag. De leden vroegen op welke wijze de Staatssecretaris van Economische Zaken bevordert dat gemeenten die nog geen werk maken van de vermindering van de regeldruk, dit wel gaan doen. Verder vroegen zij of het afsluiten van een convenant met die gemeenten wel het meest doelmatig is om te komen tot vermindering van regeldruk.

In de Meibrief Vereenvoudiging Vergunningen (Kamerstukken II 2005/06, 29 515, nr. 140) van vorig jaar is aangegeven dat 22% van de stelsels (248) en 42% van de vergunningen (1,17 mln.) geschrapt kan worden.

In 2006 is circa 10% van de totale reductie van vergunningen bereikt. Voor 2007 staat ongeveer 71% gepland, voor 2008 ongeveer 12% en voor 2009 en verder circa 7%. De bulk van de vermindering van het aantal vergunningen zal dus dit jaar gerealiseerd zijn.

Voor het afschaffen van 22% van de stelsels is het plaatje iets anders. Voor 2007 is reeds 19% gerealiseerd. In 2007 wordt ongeveer 43% gerealiseerd, in 2008 circa 10% en in 2009 of later 28%. Het beeld dat het project traag verloopt en weinig oplevert wordt niet onderschreven.

Het kabinet kan de aanpak van regeldruk door gemeenten niet afdwingen. Maar het kabinet zit niet bij de pakken neer. De inzet is de aanpak van regeldruk door gemeenten stevig te stimuleren. Op 4 juni is een bestuursakkoord met de VNG gesloten waarbij onder andere afspraken zijn gemaakt gericht op de aanpak van regeldruk door gemeenten. De hoofdpunten van het bestuursakkoord «Samen aan de slag» zijn:

• de VNG licht alle modelverordeningen door;

• gemeenten werken aan 25% reductie van de administratieve lasten;

• gemeenten lichten lokale vergunningen door en stellen verbeterplannen op;

• verbetering dienstverlening.

Daarnaast is in het bestuursakkoord ook afgesproken hoe het Rijk gemeenten gaat ondersteunen. Het Rijk spant zich bijvoorbeeld in blokkades weg te nemen in rijksregelgeving, die gemeenten belemmert hun regeldruk te verminderen.

Dit jaar is de Interbestuurlijke Taskforce Regeldruk Gemeenten onder leiding van de heer Wallage ingesteld. In de Taskforce werken de heer Wallage, de VNG en de ministeries van Financiën, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Economische Zaken en Justitie samen aan het stimuleren van gemeenten hun regeldruk aan te pakken. De VNG en het Rijk hebben in het kader van de Taskforce Wallage circa 100 pioniergemeenten aangewezen. Deze gemeenten vormen een voorhoede bij de aanpak van regeldruk en enthousiasmeren andere gemeenten om hun regeldruk aan te pakken.

Ten slotte wordt in het kader van het Programma Regeldruk Bedrijven 2007–2011 een aantal instrumenten ingezet om gemeenten te stimuleren. Dit zijn de voucherregeling en procesondersteuning om gemeenten te ondersteunen bij het doorlichten van hun regelgeving en het verbeteren van hun dienstverlening. Ook worden workshops georganiseerd om kennisuitwisseling tussen gemeenten over bijvoorbeeld accountmanagement te stimuleren.

Het aangaan door veel gemeenten van het convenant «Stroomlijning dienstverlening aan ondernemers» heeft zeker een aanjagende en agendazettende functie gehad. Gemeenten zijn individueel en/of in groepsverband aan de slag gegaan met de vermindering van de regeldruk en het verminderen dan wel bundelen van vergunningen in het bijzonder. In het kader van de convenanten is bijvoorbeeld een werkgroep gestart om te komen tot een eenvormige horecavergunning. Tevens is er een werkgroep om te komen tot een gebundelde evenementenvergunning.

Zoals eerder gemeld heeft het kabinet op 4 juni 2007 met de VNG een bestuursakkoord gesloten dat de gemeenten committeert de regeldruk voor ondernemers en burgers te verminderen. Hierdoor lijkt het niet nodig de komende periode nieuwe convenanten met gemeenten te sluiten ten behoeve van het Programma Regeldruk Bedrijven.

De VVD-fractie geeft aan dat met gemeenten is afgesproken dat gemeenten ernaar streven hun lastendruk met 25% te verminderen. Dit is volgens deze leden veel te weinig. Deze leden vragen op welke manier gemeenten worden beïnvloed om medewerking te geven aan het project Vereenvoudiging Vergunningen, hoeveel gemeenten hebben aangegeven te werken aan vermindering van regeldruk, hoeveel gemeenten de Ondernemersgerichte Algemene Plaatselijke Verordening hanteren en op welke wijze een resultaatsverplichting voor gemeenten kan worden bereikt.

Het kabinet is van mening dat het ambitieniveau zoals opgenomen in het bestuursakkoord voor de komende vier jaar stevig is. Deze sluit ook aan op de doelstelling voor regeldruk die in het coalitieakkoord is opgenomen. Zoals ook beschreven in het antwoord op de vraag hoe het kabinet gemeenten stimuleert hun regeldruk aan te pakken kiest het kabinet om de vermindering van regeldruk bij gemeenten flink te stimuleren. Een groot aantal gemeenten is bezig met het verminderen van de regeldruk.

Ongeveer 250 gemeenten zijn bezig met de doorlichting van de autonome vergunningstelsels of hebben die afgerond. Veel gemeenten hebben ambities gericht op het verminderen van administratieve lasten geformuleerd. Circa 125 gemeenten werken gestructureerd aan de vermindering van de administratieve lasten. Vele gemeenten zijn daarnaast bezig hun dienstverlening te verbeteren.

De Ondernemersgerichte Algemene Plaatselijke Verordening heeft navolging. Bij de doorlichting van de modelverordening zijn de voorstellen uit de Ondernemersgerichte Algemene Plaatselijke Verordening in belangrijke mate verwerkt. Dit zal ook doorwerking krijgen naar de meeste gemeenten omdat in de praktijk de meeste gemeenten de modelverordening volgen.

De leden van de VVD-fractie vroegen wat de Staatssecretaris doet ter verdere uitvoering van de motie-Van Aartsen.

In reactie op de motie-Van Aartsen heeft het kabinet aangegeven dat de kwantitatieve reductie van het aantal vergunningen uit de doorlichting van de vergunningen volgt.

Hierover is gerapporteerd in de Meibrief Vereenvoudiging Vergunningen uit 2006. Bij de behandeling hiervan heeft het kabinet aangegeven tevreden te zijn met het resultaat van de doorlichting.

In het kader van het Programma Regeldruk Bedrijven wordt gewerkt aan verdergaande vermindering van de vergunninglast. Het programma betreft een integrale aanpak waarbij niet per onderdeel verminderingspercentages worden vastgesteld.

Uitgangspunt is het nemen van merkbare maatregelen: gericht op de regeldruk waar het bedrijfsleven echt last van heeft. De te nemen maatregelen worden samen met het bedrijfsleven vastgesteld. De aanpak van vergunningen is onderdeel van deze aanpak.

De leden van de VVD-fractie vroegen of de Staatssecretaris bereid is het takenpakket van de Commissie Regeldruk te verbreden met nalevingkosten en toezichtlasten.

Om het bedrijfsleven de mogelijkheid te geven de voortgang van het kabinetsprogramma Regeldruk kritisch te volgen en te voeden met concrete suggesties voor het aanpakken van knelpunten stelt het kabinet de Commissie Regeldruk in. De Commissie Regeldruk Bedrijven heeft als taak het bedrijfsleven de mogelijkheid te geven suggesties en ideeën direct mee te geven aan de coördinerende bewindspersonen van Economische Zaken en Financiën en om de merkbaarheid van de verbetervoorstellen voor het bedrijfsleven kritisch te bewaken. Het terugdringen van nalevingskosten en toezichtslasten maken nadrukkelijk deel uit van het kabinetsprogramma Regeldruk Bedrijven en vallen daarmee onder het werkterrein van de commissie. Nalevingskosten zijn daarnaast ook punt van aandacht in de bedrijfseffectentoets.

De VVD-fractie vroeg of de Staatssecretaris bereid is de subsidieregeling aan gemeenten voor doorlichting van gemeentelijke subsidiestelsels te verlengen na 30 november 2007.

De tijdelijke regeling stimulering aanpak vermindering gemeentelijke administratieve lasten is in het leven geroepen om gemeenten die tot een structurele aanpak van lokale administratieve lasten willen komen te ondersteunen. Op grond hiervan kunnen gemeenten tot 30 november 2007 een voucher aanvragen om externe deskundigheid in te huren bij het inventariseren en aanpakken van de administratieve lastenknelpunten voor burgers en bedrijven vanuit gemeentelijke regels en vergunningenstelsels. Aangezien de regeling nog ruim een maand open staat, zie ik geen directe aanleiding nu al tot verlenging van de openstelling te besluiten.

Indien de duur van de lokale besluitvorming en het aantal aanmeldingen daar aanleiding toe geven, zal ik in overweging nemen de openstelling van deze regeling te verlengen. Gelet op de aard van de regeling zal een dergelijke verlenging beperkt zijn.

De staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk

Naar boven