De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene
Zaken en Huis der Koningin1 heeft in haar vergadering
van 6 mei 2008 gesproken over de brief van de minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 april 2008 inzake het gebruik van
de Friese taal.
Naar aanleiding daarvan heeft de commissie de minister op 7 mei 2008
een brief gestuurd.
De minister heeft hierop bij brief van 24 juni 2008 gereageerd.
De commissie brengt hiermee verslag uit van het aldus gevoerde schriftelijke
overleg.
De griffier van de commissie,
Hester Menninga
BRIEF AAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Den Haag, 7 mei 2008
In haar vergadering van dinsdag 6 mei jl. heeft de commissie voor
Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der
Koningin van de Eerste Kamer gesproken over uw brief d.d. 7 april 2008
inzake het gebruik van de Friese taal. De leden hebben besloten uw brief op
een later moment te willen betrekken bij een bredere discussie in commissieverband
over het Fries.
In dit verband is in de vergadering tevens gewezen op het Europees Handvest
voor streektalen of talen van minderheden (Trb. 1993, 1 en 199). Naar het
zich laat aanzien, zou op korte termijn een nieuwe editie van het monitoringsrapport
van de toepassing van dit Handvest in Nederland moeten verschijnen. De leden
van de commissie verzoeken u hierbij direct na verschijning een afschrift
van dit rapport aan de Eerste Kamer aan te bieden. Na ontvangst van het rapport
zal de discussie over de Friese taal worden voortgezet.
De voorzitter van de vaste commissie Binnenlandse Zaken en de Hoge
Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin,
L. M. L. H. A. Hermans
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juni 2008
In zijn brief van 7 mei kondigt de voorzitter van de vaste commissie
Binnenlandse Zaken en Hoge Colleges van Staat aan dat genoemde commissie heeft
besloten mijn brief van 7 april inzake het gebruik van de Friese taal1 op een later moment te willen betrekken bij een bredere
discussie in commissieverband over het Fries.
Verder wordt opgemerkt dat, naar het zich laat aanzien, op korte termijn
een nieuwe editie van het monitoringsrapport over de toepassing in Nederland
van het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden zal
verschijnen. De commissie vraagt direct na publicatie om toezending van een
afschrift van genoemd rapport aan de Eerste Kamer. Het stuk is evenwel nog
niet beschikbaar. Zodra het er is, zal ik het u doen toekomen.
Wel doet het mij genoegen u hierbij de rapportage van Nederland inzake
het overheidsbeleid op het terrein van de Friese taal2 aan u te doen toekomen. Dit is opgesteld in het kader van onze Handvestverplichtingen.
De rapportage is ook bedoeld als periodieke verslaglegging rond de implementatie
van de Bestuursafspraak Friese taal en cultuur, welke Rijk en Provincie Fryslân
zijn aangegaan voor de periode 2001–2010 (Stcrt. 2001, 125).