DH
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor de JBZ-Raad1 van de
Eerste Kamer heeft zich op 6 mei 2008 over drie verzoeken tot instemming
beraden. Vooraleer kon worden ingestemd met het ontwerpkaderbesluit betreffende
de bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat
door middel van het strafrecht, wenste de commissie eerst een bevestiging
van de minister van Justitie te ontvangen van haar interpretatie van artikel
1 van dit ontwerpkaderbesluit.
Naar aanleiding daarvan heeft de commissie de minister van Justitie op
7 mei 2008 een brief gestuurd met het verzoek om nadere informatie over
artikel 1 van dit ontwerp-kaderbesluit.
De minister heeft hierop bij brief van 22 mei 2008 gereageerd.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk
overleg.
De griffier van de commissie,
Van Dooren
BRIEF AAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Den Haag, 7 mei 2008
De commissie voor de JBZ-Raad van de Eerste Kamer heeft zich op 6 mei
over de drie verzoeken beraden en adviseert de Kamer instemming te verlenen
aan de besluiten genoemd onder 1 en 3.
Vooraleer kan worden ingestemd met het onder 2 genoemde ontwerpkaderbesluit,
wenst de commissie eerst een bevestiging van de minister van Justitie te ontvangen
van haar interpretatie van artikel 1 van het ontwerpkaderbesluit. Naar het
oordeel van de commissie biedt lid 2 van genoemd artikel de mogelijkheid om
de delicten genoemd in artikel 1 lid 1 enkel dan strafbaar te stellen wanneer
deze daadwerkelijk haatzaaiend zijn. Hierdoor kunnen zogenoemde «dreigingsdelicten»
(artikel 1 lid 1 sub c en d, beiden laatste zinsnede) worden uitgesloten van
strafbaarheid. Voorts zou de commissie graag (nogmaals) door de minister van
Justitie bevestigd zien, dat voor de delicten genoemd in artikel 1 geen nadere
implementatie in Nederlandse wetgeving nodig is, specifiek waar het gaat om
het ontkennen of bagatelliseren van de Holocaust. Zodra op beide punten een
bevestiging is ontvangen, zal de commissie voor de JBZ-Raad de Eerste Kamer
alsnog adviseren in te stemmen met het ontwerpkaderbesluit.
De leden van de commissie zien uw reactie met belangstelling tegemoet.
De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal,
Y. E. M. A. Timmerman-Buck
Een eensluidende brief is verzonden naar de minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris van Justitie.
JBZ-instemmingsbesluit 6 mei 2008
1. Op 23 april 2008 ontving de Eerste Kamer een brief1 van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met
het verzoek om in te stemmen met het volgende koninkrijkbindende besluit:
Ontwerpbesluit ter verbetering van samenwerking in
crisissituaties tussen de speciale interventie-eenheden van de lidstaten van
de Europese Unie (ATLAS)
2. Op 25 april 2008 ontving de Eerste Kamer een brief2 van de minister van Justitie met het verzoek om in te stemmen met
het volgende koninkrijkbindende besluit:
Ontwerpkaderbesluit betreffende de bestrijding van
bepaalde vormen en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat door middel van
het strafrecht
3. Op 28 april 2008 ontving de Eerste Kamer een brief3 van de minister van Justitie met het verzoek om in te stemmen met
het volgende koninkrijkbindende besluit:
Ontwerpbegroting Europol 2009
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 mei 2008
Naar aanleiding van het verzoek van de commissie voor de JBZ-Raad van
Uw Kamer om nadere informatie over artikel 1 van het ontwerp-kaderbesluit
betreffende de bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme en
vreemdelingenhaat door middel van het strafrecht en de gevolgen voor de Nederlandse
strafwetgeving, kan ik u het volgende berichten.
Artikel 1, tweede lid, van het ontwerp-kaderbesluit geeft lidstaten de
mogelijkheid om de in artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdelen a tot en
met d, neergelegde verplichting om de aldaar omschreven gedragingen strafbaar
te stellen, te beperken tot gedragingen die de openbare orde dreigen te verstoren
of die bedreigend, kwetsend of beledigend zijn. De zogenoemde «dreigingsdelicten»
(artikel 1, eerste lid, onderdelen c en d, beide laatste zinsnede) kunnen
derhalve worden uitgesloten van strafbaarheid, indien deze niet bedreigend,
kwetsend of beledigend zijn.
Nederland voldoet reeds aan de uit de artikelen 1 en 2 van het kader-besluit
voortvloeiende verplichtingen tot strafbaarstelling.
De artikelen 137c tot en met 137e van het Wetboek van Strafrecht bieden
een brede strafbaarstelling van het aanzetten tot haat of geweld, belediging
en discriminatie wegens onder meer ras of godsdienst. Onder ras vallen ook
de kenmerken huidskleur, afstamming en nationale of etnische afkomst.
Onder de reikwijdte van de bestaande bepalingen valt ook het vergoelijken,
ontkennen of verregaand bagatelliseren van de in artikel 1, onderdelen c en
d, genoemde internationale misdrijven, voor zover zo’n gedraging aanzet
tot haat of geweld, beledigt of discrimineert wegens ras of godsdienst.
Nederland is voornemens om bij de vaststelling van het kaderbesluit in
de Raad een verklaring van deze strekking af te leggen.
Ik hoop dat Uw Kamer na deze nadere informatie instemming kan verlenen
aan het ontwerp-kaderbesluit.
De minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin
XNoot
1Samenstelling:
Holdijk (SGP), Dölle (CDA), Van de Beeten (CDA), Broekers-Knol (VVD),
De Graaf (VVD), Kox (SP), voorzitter, Essers (CDA), Meurs (PvdA), Eigeman
(PvdA), Engels (D66), Franken (CDA), vice-voorzitter, Van Kappen (VVD), Peters
(SP), K.G. de Vries (PvdA), Haubrich-Gooskens (PvdA), Reuten (SP), Koffeman
(PvdD), Böhler (GL), Van Bijsterveld (CDA), Strik (GL), Lagerwerf-Vergunst
(CU), Duthler (VVD), Vliegenthart (SP), Kuiper (CU), Yildirim (Fractie-Yildirim).
XNoot
1Kamerstuk 23 490, DB; zie ook dossier 4.2.163 op www.europapoort.nl
XNoot
2Kamerstuk 23 490, DC; zie ook dossier 4.3.25 op www.europapoort.nl
XNoot
3Kamerstuk 23 490,DD; zie ook dossier 4.2.178 op www.europapoort.nl