B
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel heeft de commissie aanleiding
gegeven tot het stellen van de volgende vragen en het maken van de volgende
opmerkingen. Vertrouwend dat deze tijdig vóór de openbare behandeling
van een reactie zijn voorzien, acht de commissie de openbare behandeling voldoende
voorbereid.
De leden van de CDA-fractie merken op dat
het doel van het voorliggende wetsvoorstel hun instemming heeft. Het is van
groot belang dat de bescherming van het sociaal minimum voor uitkeringsgerechtigden
correct wordt toegepast. De CDA-fractie heeft echter nog een paar vragen.
Waarom, zo vragen de leden van de CDA-fractie, wordt voor personen met
een kopje een uitloopperiode van twee maanden genomen, terwijl bij de wijziging
van het overgangsrecht (wetsvoorstel 30 664) een periode van drie jaar
wordt gehanteerd? De kopjesregeling bestaat al sinds 1987, een periode van
twee maanden om de uitkering af te schaffen is in de ogen van de CDA-fractie
bijna onmiddellijke werking. Een daling van het inkomen van deze groep van € 866,02
naar € 802,40 is fors. Hoe is naar de mening van de minister in
dit wetsvoorstel het vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel vorm gegeven?
Personen jonger dan 18 jaar komen niet meer voor de toeslag in aanmerking,
omdat ouders een onderhoudsplicht hebben. De leden van de CDA-fractie zijn
het met deze opvatting eens. Echter, er zijn (volgend de memorie van toelichting)
nog drie personen van 17 jaar die een toeslag ontvangen. Moeten deze personen
nu hun hand op gaan houden bij hun ouders of geldt voor hen nog eerbiedigende
werking?
Het UWV acht de regeling uitvoerbaar per 1 januari 2008 blijkens
de memorie van toelichting bij het voorstel van wet gedateerd 22 januari
2007. Acht het UWV de regeling nog steeds uitvoerbaar? Acht het UWV de regeling
ook uitvoerbaar als dit wetsvoorstel pas na het zomerreces in de Eerste Kamer
wordt aanvaard?
De leden van de PvdA-fractie sluiten zich
bij bovenstaande vragen aan.
Beide fracties zien de antwoorden met belangstelling tegemoet.
De voorzitter van de commissie,
Van Driel
De griffier van de commissie,
Nieuwenhuizen