30 860
Wijziging van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen en de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van de vijfde richtlijn motorrijtuigenverzekering

A
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE1

Vastgesteld 15 mei 2007

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel. Over het wetsvoorstel hebben deze leden geen specifieke vragen. Wél hebben zij een enkele vraag over de aanpassingen van het Besluit bedragen aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen. Die aanpassingen betreffen de door de Richtlijn voorgeschreven verhoging van de minimumdekkingsbedragen.

Voor een motorrijtuig dat is ingericht voor het vervoer van meer dan 8 personen zal een minimumdekkingsbedrag van € 10 000 000,– per gebeurtenis worden gehanteerd in geval van lichamelijk letsel. Voor vervoer van 8 personen of minder wordt gekozen voor het door de Richtlijn voorgeschreven minimumdekkingsbedrag van € 5 000 000,– per gebeurtenis in plaats van de optie die de Richtlijn biedt van € 1 000 000,– per slachtoffer ongeacht het aantal vervoerde personen. € 10 000 000,– lijkt weliswaar een hoog bedrag, maar wanneer er een ongeval (een gebeurtenis) plaats vindt met een bus met bijvoorbeeld 60 advocaten of doktoren die allemaal zwaar tot zeer zwaar lichamelijk letsel oplopen ten gevolge van het ongeval met de bus, is de dekking nogal mager. Maar, zo zegt de Memorie van Toelichting, het moet wel verzekerbaar blijven en voor vooral grote bussen zou de mogelijke schadelast zeer hoog kunnen zijn. Dat kan leiden tot 1) verzekeringsproblemen en heeft 2) mogelijk nadelige gevolgen voor de concurrentiepositie van Nederlandse touroperators.

Een en ander betekent dat wanneer iemand een busreis maakt met een grote bus en er gebeurt een ernstig ongeluk, de slachtoffers aanmerkelijk minder uitgekeerd krijgen ter dekking van lichamelijk letsel dan wanneer iemand met een busje voor 8 personen of minder reist. Advies dus: reis alleen nog maar met maximaal 8 personen! In geval van een ongeval met lichamelijk letsel kan iedereen (8 personen) dan maximaal ongeveer € 625 000,– per persoon ontvangen, in het geval de zwaarte van het lichamelijk letsel bij alle personen ongeveer gelijk is. In geval van een ongeval met lichamelijk letsel met de bus van 60 personen kan iedereen maximaal ongeveer € 170 000,– ontvangen, eveneens weer wanneer de zwaarte van het lichamelijk letsel bij alle personen ongeveer gelijk is. Dit is een aanmerkelijk verschil dat naar het oordeel van de leden van de VVD-fractie moeilijk te rechtvaardigen valt.

Zijn die consequenties wel overzien? En ook, welke bedragen zijn c.q. worden vastgesteld in andere EU-landen? Als meerdere lidstaten kiezen voor hogere bedragen dan de € 10 000 000,– in geval van lichamelijk letsel als gevolg van een ongeval met een grote bus (meer dan 8 personen), kan Nederland die bedragen volgen. De Nederlandse touroperators hoeven dan minder te vrezen voor hun concurrentiepositie en de consument is beter af. De leden van de VVD-fractie vernemen hierover graag de visie van de minister.

De voorzitter van de commissie,

Van de Beeten

De wnd. griffier van de commissie,

Van Dooren


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Holdijk (SGP), Wagemakers (CDA), Witteveen (PvdA), De Wolff (GL), Van de Beeten (CDA) (voorzitter), Broekers-Knol (VVD), G. J. de Graaf (VVD), Ruers (SP), Westerveld (PvdA), Engels (D66) en Franken (CDA).

Plv. leden: Schuurman (CU), Pruiksma (CDA), Jurgens (PvdA), Minderman (GL), Dölle (CDA), Rosenthal (VVD), Biermans (VVD), Kox (SP), Tan (PvdA), Schuyer (D66) en Russell (CDA).

Naar boven