B
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 17 januari 2007
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 heeft op 15 december 2006 de minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport een brief gestuurd naar aanleiding van de voorhang – op verzoek
van de Tweede Kamer – over de inhoud van het nader besluit Burgerservicenummer
in de zorg.
De minister heeft daarop bij brief van 16 januari 2007 geantwoord.
De commissie brengt hierbij verslag uit van het aldus gevoerde schriftelijke
overleg.
De griffier van de commissie,
Janssen
BRIEF AAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN
SPORT
Den Haag, 15 december 2006
Naar aanleiding van uw brief d.d. 27 november 2006, met betrekking
tot een voorhang – op verzoek van de Tweede Kamer – over de inhoud
van het nader besluit Burgerservicenummer in de zorg, brengt de vaste commissie
voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het volgende onder uw aandacht.
Op 31 oktober jl. heeft de commissie besloten de behandeling van
wetsvoorstel 30 380 (Burgerservicenummer in de zorg) aan te houden tot
dat de Kamer de memorie van antwoord bij wetsvoorstel 30 312 (Wet algemene
bepalingen burgerservicenummer) heeft ontvangen. Het voorlopig verslag over
dat wetsvoorstel heeft de commissie voor Binnenlandse Zaken op 21 november
uitgebracht. De vaste commissie voor VWS verzoekt u tot die tijd geen onomkeerbare
stappen te zetten.
De griffier van de vaste commissie,
E. C. Janssen
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN
SPORT
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 januari 2007
Naar aanleiding van uw brief van 15 december 2006 wil ik u nader
informeren over de gang van zaken rond het Ontwerp-Besluit gebruik burgerservicenummer
in de zorg.
Op 27 november 2006 heb ik het Ontwerp-Besluit, in verband met het
bij amendement aan het voorstel van Wet gebruik burgerservicenummer in de
zorg toegevoegde artikel 17b (voorhangbepaling), aan de beide kamers der Staten-Generaal
gezonden. Het Ontwerp-Besluit kan uiteraard niet eerder worden vastgesteld
en zal dus ook niet eerder in werking kunnen treden, dan nadat de Eerste Kamer
het voorstel Wet gebruik BSN in de zorg heeft aanvaard en deze wet is vastgesteld
en in werking is getreden. Voor die tijd worden dan ook geen onomkeerbare
stappen gezet.
Mijns inziens is het van belang dat naast zorgvuldigheid waar mogelijk
ook voortvarendheid wordt betracht. Het Besluit gebruik BSN in de zorg zal
tegelijk met de Wet in werking moeten treden. Om de inwerkingtreding van de
Wet gebruik BSN in de zorg na aanvaarding door de EK niet meer dan nodig te
vertragen heb ik, kort nadat de Tweede Kamer het wetsvoorstel had aanvaard,
de procedure rond het Ontwerp-Besluit in gang gezet. Na de voorhangperiode
en met inachtneming van artikel 17b Wet gebruik BSN in de zorg en uw brief
van 15 december is het Ontwerp-Besluit aan de Koningin aangeboden om
het voor advies aan de Raad van State te zenden.
Mocht het voorstel Wet gebruik BSN in de zorg onverhoopt niet door de
Eerste Kamer worden aanvaard of mochten er van de kant van de Eerste Kamer
alsnog zodanige bezwaren met betrekking tot het Ontwerp-Besluit bestaan dat
dit niet ongewijzigd kan worden vastgesteld, dan zal de invoering van de Wet
gebruik BSN in de zorg niet kunnen doorgaan, onderscheidenlijk moeten worden
uitgesteld. Ik kan hierover alleen zeggen dat ik hoop dat u spoedig in staat
bent het wetsvoorstel in behandeling te nemen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
J. F. Hoogervorst.
XNoot
1Samenstelling:
Leden: Werner (CDA), Van Leeuwen (CDA) (voorzitter), Van den Berg (SGP),
Dupuis (VVD), Swenker (VVD) (plv.voorzitter), Hamel (PvdA), Nap-Borger (CDA),
Slagter-Roukema (SP), Schouw (D66), Putters (PvdA) en Thissen (GL).
Plv. leden: Pastoor (CDA), Klink (CDA), Schuurman (CU), Kalsbeek-Schimmelpenninck
van der Oije (VVD), Van den Broek-Laman Trip (VVD), Doesburg (PvdA), Van de
Beeten (CDA), Meulenbelt (SP), Schuyer (D66), Linthorst (PvdA) en Van der
Lans (GL).