23 490
Ontwerpbesluiten Unie-Verdrag

30 881
Goedkeuring van het op 27 mei 2005 te Prüm totstandgekomen Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oostenrijk inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van het terrorisme, de grensoverschrijdende criminaliteit en de illegale migratie (Trb. 2005, 197)

CA
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 25 augustus 2007

De Voorzitter van de Eerste Kamer heeft op 8 juni 2007 een brief gestuurd naar de minister en staatssecretaris van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met de instemmingsbesluiten van de Kamer ten aanzien van een aantal ontwerpbesluiten van de JBZ-Raad van 12 en 13 juni 2007.

De Kamer heeft hierop op 24 augustus 2007 een reactie ontvangen van de minister van Justitie, waarbij hij tevens verzoekt de behandeling van het ontwerpbesluit voor de integratie van het Verdrag van Prüm in het EU-rechtskader gezamenlijk te laten plaatsvinden met de behandeling van de goedkeuringswet Verdrag van Prüm (wetsvoorstel 30 881). De vaste commissie voor de JBZ-Raad1 brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De voorzitter van de commissie,

Kox

De griffier van de commissie,

Van Dooren

BRIEF AAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

m

Den Haag, 8 juni 2007

Bijgevoegd treft u het besluit aan dat de Eerste Kamer op 5 juni 2007 heeft genomen ten aanzien van de negen koninkrijkbindende besluiten die met het oog op de JBZ-Raad van 12 en 13 juni a.s. ter instemming aan de Eerste Kamer zijn aangeboden1. Daaraan is voorts toegevoegd een besluit dat bij brief van 23 mei 2007 aan de Kamer was voorgelegd2.

De Kamer heeft besloten conform het voorstel van de bijzondere commissie voor de JBZ-Raad. Hierbij zij opgemerkt dat de bijzondere commissie zich op een nader moment zal buigen over de inhoud van de voorgestelde omzetting van het Verdrag van Prüm in EU-wetgeving (agendapunt B5)3.

Het bevreemdt de bijzondere commissie voor de JBZ-Raad dat zo kort voor de Raadsvergadering bij diverse agendapunten nog geen documenten beschikbaar zijn waaruit de inhoud van de voorgenomen besluiten blijkt. Zeker bij de A-punten, waarvoor immers besluitvorming wordt verwacht, zouden inhoudelijke documenten voorhanden moeten zijn. Specifiek ten aanzien van agendapunt A2q merkt de bijzondere commissie op dat door de afwezigheid van documenten niet kon worden nagegaan of de betreffende ontwerpverordening (oprichting snelle grensinterventieteams)4 geen elementen bevat die raken aan de derde pijler en derhalve aan het instemmingsrecht van de Kamer onderworpen zijn.

Daarnaast heeft de commissie opgemerkt het te betreuren dat de aanvullende geannoteerde agenda wederom dusdanig laat aan de Kamer is aangeboden, dat zij onvoldoende gelegenheid heeft gekregen een oordeel te kunnen vormen over de aangeboden documenten.

Een gelijkluidende brief is aangeboden aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris van Justitie.

De Voorzitter Eerste Kamer der Staten-Generaal,

Mr. Yvonne E.M.A. Timmerman-Buck

BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 augustus 2007

In antwoord op uw brief van 8 juni jl., kenmerk 132638.5.5u, betreffende het JBZ-instemmingsbesluit in relatie tot de bijeenkomst van de JBZ-Raad van 12 en 13 juni jl., wensen wij gaarne het volgende op te merken.

De Bijzondere Commissie voor de JBZ-Raad van uw Kamer heeft aangegeven dat zij zich op een nader moment zal buigen over de inhoud van het voorstel tot omzetting van het Verdrag van Prüm in EU-regelgeving.

Over dit voorstel voor een besluit (huidige titel: besluit inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit) is tijdens de bijeenkomst van de JBZ Raad van 12 en 13 juni jl., politieke overeenstemming bereikt.

De instemming van uw Kamer met betrekking tot het onderhavige ontwerp-besluit loopt parallel met de procedure voor de goedkeuringswet betreffende het Verdrag van Prüm. Wij zouden uw Kamer zeer erkentelijk zijn indien u de behandeling van de goedkeuringswet zou kunnen bespoedigen en dit tegelijkertijd zou willen combineren met het voorstel voor een besluit tot omzetting van het verdrag van Prüm in EU-regelgeving. Nederland is een van de initiatiefnemers van het voorstel tot omzetting van het verdrag van Prüm in EU-regelgeving en er is de Regering veel aan gelegen dat de instemming met betrekking tot dit besluit op korte termijn kan worden gegeven.

Voorts betreuren wij het evenzeer dat het niet mogelijk is gebleken om met de geannoteerde agenda1 en de aanvullende geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad2 de betreffende (laatste) documenten mee te sturen, doordat deze op dat moment nog niet beschikbaar waren.

De oorzaak daarvan is gelegen in het feit dat een aantal agendapunten (waaronder A-punten) nog tot op het laatste moment, in de week van 4 juni, in het Comité van Permanente Vertegenwoordigers werd behandeld. Dit geldt ook voor het in uw brief genoemde agendapunt A2q (voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een mechanisme voor de vorming van snelle interventieteams aan de grenzen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad van 26 oktober 2004 tot oprichting van een Europees agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie voor wat betreft dit mechanisme). De bij dit agendapunt behorende documenten, die zijn afgehandeld in het Comité van Permanente Vertegenwoordigers op 6 juni jl., kwamen pas beschikbaar op het moment dat de aanvullende geannoteerde agenda naar uw Kamer werd gezonden. Overigens is het bovengenoemde voorstel voor een verordening, dat is gebaseerd op artikel 62, punt 2), onder a), en artikel 66 van het EG-verdrag, eerder aan de orde geweest tijdens de bijeenkomsten van de JBZ-Raad van 15 februari en 19 en 20 april jl.3

Inzake de opmerking van de Bijzondere Commissie in dit verband, dat door afwezigheid van de documenten niet kon worden nagegaan of de betreffende ontwerpverordening geen elementen bevat die de derde pijler raken, onderkennen wij het belang van deze vraag, maar merken wij op dat deze niet betekent dat het instemmingsrecht van toepassing is De ontwerpverordening, is immers gebaseerd op artikel 62, punt 2), onder a), en artikel 66 van het EG-verdrag (eerste pijler).

Tenslotte merken wij op dat wij ons bewust zijn van de korte tijdspanne die uw Kamer rest voor de bestudering van de aanvullende geannoteerde agenda met bijbehorende documenten. In de aanvullende geannoteerde agenda, die een week voor aanvang van de JBZ-Raad is verzonden, trachten wij nog de laatste ontwikkelingen uit het overleg in het Comité van Permanente Vertegenwoordigers mee te nemen, teneinde de Kamer zo goed en volledig mogelijk over de laatste stand van zaken te informeren. Aangezien het overleg in het Comité van Permanente Vertegenwoordigers toen nog gaande was, zou eerdere toezending van de aanvullende geannoteerde agenda weinig toegevoegde waarde en actualiteit hebben gehad ten opzichte van de geannoteerde agenda die u op 25 mei jl., had ontvangen.

Bij de voorbereiding van de volgende bijeenkomsten van de JBZ-Raad zullen wij – naar het mogelijke – proberen rekening te houden met de wensen van uw Kamer bij haar werkzaamheden in dit verband.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

De staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak


XNoot
1

Samensteling: Holdijk (SGP), Dölle (CDA), Van de Beeten (CDA), Broekers-Knol (VVD), De Graaf (VVD), Kox (SP), voorzitter, Essers (CDA), Sylvester (PvdA), Eigeman (PvdA), Engels (D66), Franken (CDA), vice-voorzitter, Van Kappen (VVD), Peters (SP), K.G. de Vries (PvdA), Haubrich-Gooskens (PvdA), Reuten (SP), Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Van Bijsterveld (CDA), Strik (GL), Lagerwerf-Vergunst (CU), Duthler (VVD), Vliegenthart (SP) en Kuiper (CU).

XNoot
1

EK Handelingen 2006–2007, nr. 31, p. 998.

XNoot
2

23 490, BZ.

XNoot
3

Zie dossier 2.3.180 op www.europapoort.nl.

XNoot
4

Zie dossier 2.3.172 op www.europapoort.nl.

XNoot
1

23 490, BU/456.

XNoot
2

23 490, BV/457.

XNoot
3

Zie de(aanvullende)geannoteerde agenda en het verslag van deze bijeenkomsten van de Raad: 23 490 nrs. 442, 446, 447 en 449, 450 en 452.

Naar boven