30 516
Wijziging van de Wet bevordering eigenwoningbezit (afschaffing van de correctie verzamelinkomen)

C
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 juni 2006

Bij koninklijke boodschap van 5 april jl. is bij de Tweede Kamer ingediend het wetsvoorstel inzake het afschaffen van de correctie op het verzamelinkomen in de Wet bevordering eigenwoningbezit (BEW) (Kamerstukken II 2005/06, 30 516). De Tweede Kamer heeft, na het uitbrengen van een blanco verslag door de vaste commissie VROM, het wetsvoorstel op 30 mei 2006 als hamerstuk aanvaard.

Uw commissie heeft in principe besloten dit wetsvoorstel te behandelen gezamenlijk met het voorstel van wet van de leden Duivesteijn, Hofstra en Van Bochove tot wijziging van de BEW (verruiming en vereenvoudiging van de werking van de BEW, 29 917). Blijkens de korte aantekening van de vergadering d.d. 20 juni 2006 heeft uw commissie wel aangegeven bereid te zijn via een schriftelijke procedure op vrijdag 23 juni a.s. een eindverslag aangaande eerstgenoemd voorstel van wet uit te brengen teneinde het als hamerstuk op 27 juni 2006 af te doen. Daartoe dien ik op zo kort mogelijke termijn te beargumenteren waarom de commissie af zou moeten zien van een voorbereidend onderzoek op 4 juli 2006, gezamenlijk met het wetsvoorstel 29 917.

De door uw commissie geboden mogelijkheid om het onderhavige voorstel van wet op 27 juni 2006 als hamerstuk af te doen stel ik zeer op prijs. Een gezamenlijke behandeling van het onderhavige voorstel van wet en voormeld initiatiefvoorstel is mijns inziens namelijk geenzins noodzakelijk. Immers, het onderhavige wetsvoorstel strekt er slechts toe om een aantal technische wijzigingen door te voeren, daar waar het initiatiefvoorstel een grondige wijziging op inhoud van de BEW behelst. Beide wetsvoorstellen hebben geen directe samenhang met elkaar. Ook als het wetsvoorstel 29 917 wordt aangenomen, dienen de in het wetsvoorstel 30 516 voorgestelde wijzigingen onverkort van toepassing te blijven voor aanvragen die voor de inwerkingtreding van het initiatiefwetsvoorstel zijn ingediend.

Ik doel hierbij met name op het meest essentieel onderdeel van het onderhavige wetsvoorstel, namelijk de afschaffing van de correctie op het verzamelinkomen. Deze correctie is indertijd geïntroduceerd in verband met de belastingherziening 2001. De afschaffing van de correctie op het verzamelinkomen in de BEW vindt op grond van de aanbevelingen in het vervolgonderzoek van de Werkgroep Harmonisatie Inkomensafhankelijke Regelingen in één keer plaats. Om te voorkomen dat koopsubsidieontvangers daarvan nadeel ondervinden, vindt gelijktijdige compensatie plaats.

Daar waar in eerste instantie werd uitgegaan van een gecorrigeerd verzamelinkomen en een gecorrigeerd belastbaar loon, dient per 1 juli 2006 in verband met de afschaffing van de correctie te worden uitgegaan van het verzamelinkomen en het belastbare loon. Voor de BEW, waarbij de verschillende parameters elk jaar per 1 juli worden aangepast, betekent dit dat vanaf 1 juli 2006 deze geharmoniseerde inkomensbegrippen van toepassing (moeten) zijn. Voorts dient per die datum voormelde compensatie plaats te vinden. Ik kan u terzake nog verwijzen naar de memorie van toelichting bij het onderhavige voorstel van wet (Kamerstukken II 2005/06, 30 516, nr. 3).

Ik hoop u met deze brief voldoende argumenten te hebben gegeven om ten aanzien van het onderhavige voorstel van wet tot wijziging van de BEW (afschaffing van de correctie verzamelinkomen) (30 516) op 23 juni 2006 een eindverslag uit te brengen teneinde het op 27 juni 2006 als hamerstuk te kunnen afdoen. Zodoende kunnen publicatie in het Staatsblad voor 1 juli 2006 en inwerkingtreding per die datum plaatsvinden.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

S. M. Dekker

Naar boven