30 390
Wijziging van de Wet rampen en zware ongevallen teneinde de toegankelijkheid van de provinciale risicokaart te kunnen beperken

A
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT1

Vastgesteld 16 juni 2006

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel gaf de commissie aanleiding tot het maken van de navolgende opmerkingen en het stellen van de navolgende vragen.

Met enige verbazing hebben de leden van de fractie van de PvdA kennis genomen van voorliggend wetsvoorstel. Het komt deze leden voor dat de balans tussen openbaarheid en toegankelijkheid van belangrijke gegevens betreffende de directe leefomgeving voor de burgers en het, ook door deze leden niet miskende, belang van veiligheid zonder al te veel argumentatie kan gaan omslaan in het tegendeel van wat met de oorspronkelijke wet beoogd was.

Het is toch onmiskenbaar dat de vuurwerkramp zowel in de TK als bij de regering leidde tot de constatering dat burgers beter geïnformeerd zouden moeten worden over de veiligheidsrisico’s die zich in hun directe leefomgeving voordoen?

Dat was toch de reden dat aan de provincies gevraagd werd om risicokaarten te maken en die kaarten openbaar te maken om zo tot een optimale informatie van de inwoners van de provincies te komen?

Wanneer vervolgens provincies aan die eis voldoen en op hun website de risicokaart vermelden en daarbij aangeven welk effect het risico-element heeft, dan wordt plotsklaps verondersteld dat die actieve openbaarmaking niet alleen voor burgers maar ook voor mensen met verkeerde bedoelingen, c.q. met terroristisch oogmerk, van belang kan zijn en daarom actieve openbaarmaking bij wetswijziging uitgesloten moet gaan worden.

Is er enige aanleiding te denken dat terroristische activiteiten niet gepleegd gaan worden wanneer de effectmeting van de risicogebieden/activiteiten niet actief openbaar gemaakt gaan worden? Is het niet naïef te veronderstellen dat mensen met terroristische bedoelingen zich zouden laten hinderen door passieve i.p.v. actieve openbaarheid van gegevens?

Zowel de Raad van State als de Provinciebesturen twijfelen zeer aan de effectiviteit van de maatregel zoals in deze wetswijziging voorgesteld. Wat is de argumentatie van de regering om ondanks de steekhoudende argumenten van deze organen toch bij wet de beperking van de actieve openbaarheid te willen regelen?

En waar eindigt deze redenering? De laatste jaren wordt in toenemende mate zowel door de regering, maar ook door gemeentebesturen (overigens om geheel andere redenen) gebruik gemaakt van beslotenheid in plaats van openbaarheid van verschillende gegevens. Is een vitale democratie niet gebaat bij openbaarheid, ook al kan dat in sommige gevallen tot misbruik leiden?

De voorzitter van de commissie,

Witteveen

De griffier van de commissie,

Nieuwenhuizen


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Holdijk (SGP), Van Heukelum (VVD), Luijten (VVD), Pastoor (CDA), Meindertsma (PvdA), Bemelmans-Videc (CDA), (plv. voorzitter), Dölle (CDA), Platvoet (GL), Witteveen (PvdA), (voorzitter), Hessing (LPF), Ten Hoeve (OSF), Van Raak (SP), Engels (D66).

Plv. leden: Van Middelkoop (CU) Hoekzema (VVD), V.d. Broek-Laman Trip (VVD), Pruiksma (CDA), Van Thijn (PvdA), Lemstra (CDA), Vedder-Wubben (CDA), Thissen (GL), Tan (PvdA), Kox (SP), Schuyer (D66).

Naar boven