30 358
Gemeentelijke herindeling van een aantal gemeenten in het westelijk deel van Midden-Limburg

30 359
Samenvoeging van de gemeenten Ambt Montfort en Roerdalen

30 360
Samenvoeging van de gemeenten Roermond en Swalmen

C
MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 1 september 2006

1. Inleiding

Hierbij bied ik u de memorie van antwoord aan met betrekking tot het wetsvoorstel tot gemeentelijke herindeling van een aantal gemeenten in het westelijk deel van Midden-Limburg, het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Ambt Montfort en Roerdalen en het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Roermond en Swalmen. Deze wetsvoorstellen gaven de leden van de fracties van het CDA, de PvdA, GroenLinks, SP, D66 en de OSF aanleiding tot het stellen van vragen.

De leden van de fractie van het CDA hadden met belangstelling kennis genomen van de voorliggende wetsvoorstellen en hadden met genoegen geconstateerd dat de herindelingsvoorstellen voor het westelijk deel van Midden-Limburg en de samenvoeging van Ambt Montfort met Roerdalen op brede aanvaarding in de regio stoelen. De leden van de fractie van de PvdA hadden met enige bezorgdheid kennis genomen van de herindelingsvoorstellen in het westelijk deel van Midden-Limburg. Vooral de positie van Roermond en de zorgen van de gemeente Swalmen verdienden naar hun mening aandacht. De leden van de fractie van D66 hadden met belangstelling, maar op onderdelen ook met enige gemengde gevoelens kennis genomen van de wetsvoorstellen. Het fractielid van de OSF had kennis genomen van het voorstel om te komen tot samenvoeging van de gemeenten Roermond en Swalmen. Bij dit onderdeel hadden deze leden ernstige bedenkingen.

Alle inbrengen overziend, constateer ik dat de vragen zich met name richten op de samenvoeging van Roermond en Swalmen. In mijn beantwoording heb ik daarom de nadruk gelegd op het beargumenteren van deze samenvoeging. Uit praktisch oogpunt heb ik vragen van gelijke strekking in samenhang beantwoord en ben om die reden een enkele keer afgeweken van de volgorde waarin de vragen gesteld zijn.

2. Beleidskader

De leden van de fracties van het CDA, de PvdA, de SP en D66 vroegen om een nadere toelichting bij de beoordeling van de beleidskadercriteria draagvlak, bestuurskracht, duurzaamheid, interne samenhang van de gemeenten, regionale samenhang en evenwicht en de planologische ruimtebehoefte bij de samenvoeging van Roermond met Swalmen. De leden van de fractie van de SP vroegen voorts of het de minister bekend was dat uit de Bestuurskrachtmonitor van de provincie Limburg blijkt dat Swalmen het bestuurlijk niet slecht doet. Het lid van de OSF-fractie vroeg met name om een toelichting op de toepassing van het draagvlakcriterium bij deze samenvoeging en naar de extra mogelijkheden die de toevoeging van het grondgebied van Swalmen zouden bieden voor de gemeente Roermond. De leden van de fractie van GroenLinks waren in paragraaf I van het voorlopig verslag tot de conclusie gekomen dat het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Roermond en Swalmen niet tot doel heeft om de centrumfunctie van Roermond te versterken. Zij zouden hier graag een reactie op ontvangen. Tot slot vroegen deze leden in paragraaf V van het voorlopig verslag om een reactie op hun waarneming dat door vast te houden aan het initiatief van onderop, de handelwijze van de kleine dorpen tegen de belangen van de centrumstad en daarmee uiteindelijk tegen de belangen van de hele regio gelegitimeerd wordt.

Ik beantwoord deze vragen graag in samenhang. Allereerst ga ik in op het bestuurskrachtcriterium en de vraag naar het leidende motief van deze samenvoeging.

De samenvoeging van Swalmen met Roermond is met name een antwoord op de bestuurskrachtproblematiek van de gemeente Swalmen. Door de samenvoeging ontstaat een bestuurskrachtiger gemeente, die, gelet op de andere samenvoegingen in de regio Midden-Limburg, een gelijkwaardiger partner vormt in regionaal verband. Ook het gemeentebestuur van Swalmen heeft aangegeven dat, gelet op de andere fusietrajecten in de regio, er sprake zou zijn van een ongelijkwaardige positie wanneer Swalmen niet bij een fusie betrokken is. Provinciale staten van Limburg hebben middels een motie, die is aangenomen bij de behandeling van het herindelingsontwerp in provinciale staten op 19 november 2004, uitgesproken dat stedelijke vraagstukken van en rondom Roermond door niet-vrijblijvende samenwerking met andere gemeenten moet worden beantwoord. Hieruit blijkt dat de versterking van de centrumfunctie van Roermond niet het leidende motief is geweest bij het provinciale voorstel voor deze samenvoeging.

Met betrekking tot het draagvlakcriterium merk ik het volgende op. Uit de herindelingsprocedure en uit nader overleg met het provinciebestuur van Limburg en de gemeentebesturen van Roermond en Swalmen is mij gebleken dat zowel Roermond als Swalmen overtuigd waren van de noodzaak tot een fusie. Alleen over de vorm van die fusie was geen overeenstemming tussen beide gemeenten. Provinciale staten van Limburg hebben ingestemd met deze samenvoeging. De gemeente Swalmen wilde graag fuseren met Beesel. De gemeente Roermond wilde naast Swalmen, de kernen Beesel (Beesel), Melick (Roerdalen) en Linne (Maasbracht) erbij. Voor de varianten die Swalmen en Roermond aandroegen, ontbrak echter draagvlak bij provinciale staten van Limburg en bij de gemeenten Beesel, Maasbracht en Roerdalen. In termen van draagvlak zijn dit dus geen betere varianten. Het ongenoegen bij de bevolking kan groot zijn bij een gemeentelijke herindeling wanneer het belang voor de betrokkenen niet wordt onderkend of ingezien. Bij vrijwillige herindelingsvoorstellen is het draagvlak bij de betrokken bevolking voor een samenvoeging veelal groter. Dit kabinet hecht groot belang aan een breed draagvlak bij zowel betrokken bewoners, gemeenten en de provincie. Vrijwilligheid is echter niet het enige en absolute criterium voor gemeentelijke herindelingen. Bij iedere herindeling wordt een afweging gemaakt tussen de criteria draagvlak, versterking van de bestuurskracht, duurzaamheid, interne samenhang van de nieuwe gemeente, regionale samenhang en evenwicht en planologische ruimtebehoefte. Voorliggende herindelingswetsvoorstellen zijn dan ook aan de hand van deze criteria afgewogen. Het provinciebestuur van Limburg heeft gestreefd naar een bestuurlijke reorganisatie waar de hele regio Midden-Limburg mee gediend is. Het standpunt van de gemeente Roermond betekent overigens niet dat – bij het niet honoreren van de wens tot een verdergaande gebiedsuitbreiding van Roermond – men zich verzet tegen de samenvoeging met de gemeente Swalmen.

Met betrekking tot de duurzaamheid van dit wetsvoorstel merk ik op dat, zeker wanneer onderhavig wetsvoorstel wordt geflankeerd met een goede, niet-vrijblijvende regionale samenwerking, dit een duurzaam wetsvoorstel kan worden genoemd. Het flankerende beleid in de vorm van regionale samenwerking komt tevens de regionale samenhang en evenwicht ten goede. Hoewel de huidige gemeente Roermond met 45 000 inwoners als centrumstad een ander karakter heeft dan de gemeente Swalmen met ruim 8 000 inwoners, is er sprake van een interne samenhang tussen deze gemeenten. Swalmen is bestuurlijk en maatschappelijk georiënteerd op Roermond. Het Roermondse achterland sluit aan op het Swalmense buitengebied. Beide gemeenten liggen aan de Maas en de Maasplassen en hebben tevens hun ligging aan de noord-zuidverbinding tussen Sittard en Venlo gemeen.

Tot slot de planologische ruimtebehoefte. De woningraming van de provincie Limburg reikt tot 2014. Voor ruimtelijke ontwikkelingen na 2014, wordt gedacht aan het gebied van de stadsregio Roermond en de mogelijkheden op het grondgebied van Swalmen. Binnen deze mogelijkheden is op basis van de huidige kennis en inzichten, ruimte tot 2030.

Alles afwegende, kom ik tot de conclusie dat deze samenvoeging aan de hand van de criteria van het beleidskader herindeling goed te verantwoorden is.

De leden van de fractie van het CDA vroegen zich voorts af of de samenvoeging van Roermond met Swalmen het sluitstuk van de bestuurlijke herinrichting van de regio Midden-Limburg is en of de opstelling van de betrokken gemeentebesturen hier een rol bij heeft gespeeld. Tevens vernamen zij graag een oordeel over de wenselijkheid van de uitkomst voor met name Roermond, gelet op de wens van provinciale staten van Limburg om te komen tot nieuw te vormen gemeenten, zo groot als nodig en zo klein als mogelijk.

De samenvoeging van Roermond met Swalmen leidt, samen met de andere herindelingswetsvoorstellen in Midden-Limburg, tot een nieuwe bestuurlijke inrichting in de regio waarmee betere voorwaarden worden geschapen voor versterking van Midden-Limburg. Deze samenvoeging is tot stand gekomen in samenhang met de andere herindelingsvoorstellen en is geenszins het sluitstuk van de bestuurlijke inrichting van Midden-Limburg. De opstelling van de beide gemeentebesturen heeft hier dan ook geen specifieke rol bij gespeeld. Het criterium van provinciale staten om gemeenten te vormen die qua omvang zo groot als nodig en zo klein als mogelijk zijn, doorkruist de toetsingscriteria uit het beleidskader herindeling, zoals deze hierboven zijn toegelicht, niet.

De leden van de fractie van de PvdA informeerden naar de meerwaarde van de samenvoeging in financieel opzicht en voor de burger. Ook vroegen zij hoe de grotere afstand tussen bestuur en burger kan worden gecompenseerd.

De algemene uitkering van de nieuw te vormen gemeenten is vergelijkbaar met de optelsom van de algemene uitkeringen van de twee bestaande gemeenten. Het inkomstenniveau uit lokale belastingen is aan de nieuw te vormen gemeenteraad, waarbij een vergelijkbaar inkomstenniveau een van de mogelijkheden is. De meerwaarde in financieel opzicht is dat de nieuw te vormen gemeente een grotere financiële omvang heeft waardoor eventuele risico’s beter gedragen kunnen worden. Deze meerwaarde is het grootst voor de kleinere van de huidige twee gemeenten. Hiernaast zal door de grotere schaal van de nieuw te vormen gemeenten op een aantal punten efficiënter gewerkt kunnen worden. De afstand tussen de burgers en het bestuur wordt door deze samenvoeging inderdaad vergroot. Daar staat tegenover dat door deze samenvoeging een bestuurskrachtiger gemeente ontstaat, die door een verruiming van het bestuurlijke en ambtelijke apparaat beter in staat zal zijn om lokale opgaven aan te pakken. Er is dus sprake van efficiency winst waarvan de burgers zullen profiteren.

Daarnaast is het zo dat juist in een situatie van herindeling nieuwgevormde gemeenten veelal blijk geven van extra aandacht voor vormen van bestuurlijke vernieuwing (zie bijv. het onderzoek van Toonen c.s. «Gemeenten in Ontwikkeling», 1998). Binnengemeentelijke decentralisatie kan hieraan een belangrijke bijdrage leveren. De uiteindelijke keuze voor en implementatie van (vormen van) binnengemeentelijke decentralisatie in gemeenten is en blijft evenwel een verantwoordelijkheid van de gemeentebesturen zelf.

3. Alternatieven

De leden van de fractie van GroenLinks vroegen of de minister bereid was om pas op de plaats te maken ten aanzien van de op handen zijnde samenvoegingen van de gemeenten Ambt Montfort en Roerdalen enerzijds en van de gemeenten Heel, Maasbracht en Thorn anderzijds, en het provinciale bestuur van Limburg aan te sporen om met een nieuw voorstel te komen ten aanzien oostelijk Midden-Limburg.

Zoals bekend zijn de herindelingswetsvoorstellen in de regio Midden-Limburg gebaseerd op het provinciale herindelingsadvies van 19 november 2004. In dit herindelingsadvies zijn de inhoudelijke herindelingscriteria van het kabinet in acht genomen. Het kabinet is deze voorstellen derhalve positief tegemoet getreden. Voor de herindelingsvoorstellen van de gemeenten Ambt Montfort met Roerdalen en van de gemeenten Heel, Maasbracht en Thorn is bovendien draagvlak bij de gemeenten zelf aanwezig. Ik zie dan ook geen aanleiding om deze wetsvoorstellen alsnog aan te houden.

De leden van de fracties van D66 en de OSF vroegen beide om een reactie op de mogelijkheid om de gemeente Swalmen met de gemeente Beesel samen te voegen. Het lid van de fractie van de OSF vroeg tevens in dit verband of het niet beter zou zijn om in te zetten op enerzijds een loyale deelname van Roermond aan de niet-vrijblijvende samenwerking en anderzijds op de samenvoeging van Swalmen met Beesel. De leden van de fractie van de PvdA vroegen in paragraaf V van het voorlopig verslag om commentaar op de door de gemeente Swalmen veronderstelde beklemde positie van de gemeente Beesel met betrekking tot de regionale samenhang.

Deze vragen beantwoord ik graag in samenhang met elkaar. In het voorjaar van 2005 heb ik een gesprek gevoerd met het gemeentebestuur van Beesel. Het gemeentebestuur heeft mij toen duidelijk gemaakt geen heil te zien in een samenvoeging met Swalmen. Het inhoudelijke argument dat hiervoor aangevoerd werd, is dat Beesel zowel bestuurlijk als maatschappelijk primair georiënteerd is op Venlo, beide gelegen in de regio Noord-Limburg. Swalmen is georiënteerd op Roermond, beide gelegen in de regio Midden-Limburg. De provincie Limburg heeft de gemeente Beesel om deze inhoudelijke reden dan ook niet in de Arhi-procedure betrokken. Ik kan deze redenering van de provincie Limburg goed volgen.

De vragen over de bestuurlijke samenwerking komen aan de orde in de volgende paragraaf.

4. Centrumfunctie

De vorming van de gemeente Maasgouw, bestaande uit de huidige gemeenten Maasbracht, Heel en Thorn, is in de ogen van de leden van de fractie van GroenLinks in strijd met de uitgangspunten van herindeling, omdat volgens deze leden Maasgouw enkel wordt gevormd om te voorkomen dat de nieuwe gemeente Leudal te groot en te sterk zou worden. Zij vroegen derhalve een reactie op dit herindelingsvoorstel.

De opvatting van de leden van de fractie van GroenLinks over de redenen voor de vorming van Maasgouw, deel ik niet. In de aanloop naar dit herindelingsvoorstel zijn drie varianten onderzocht in westelijk Midden-Limburg. De eerste variant was de vorming van één grote Maaslandgemeente, bestaande uit Haelen, Heel, Heythuysen, Hunsel, Roggel en Neer en Thorn. De tweede variant bestond enerzijds uit de samenvoeging van Haelen, Heythuysen en Roggel en Neer en anderzijds de samenvoeging Thorn, Heel, Hunsel, Maasbracht. De derde variant bevatte de samenvoegingen van Leudal en Maasgouw, zoals deze in het wetsvoorstel tot gemeentelijke herindeling van een aantal gemeenten in het westelijk deel van Midden-Limburg aan u zijn aangeboden. Middels deze variant wordt een bestuurlijke vertaling gegeven aan twee gebieden met een sterk uiteenlopend karakter. Maasgouw is een Maasoevergemeente, die staat voor opgaven die voortvloeien uit ruimtelijke beperkingen van de fysieke barrière van de Maas en de provinciale beleidslijn Ruimte voor de rivier. Mede door deze gezamenlijke opgaven, is er sprake van een logische en goede interne samenhang tussen de huidige gemeenten Thorn, Heel en Maasbracht. Leudal is een agrarische gemeente met opgaven op het terrein van de reconstructie van het landelijk gebied en herstructurering van de landbouw. Deze variant biedt de beste garanties voor versterking van de bestuurskracht in de regio, ten dienste van haar inwoners. Derhalve is voor deze variant gekozen. Op de gemeente Roggel en Neer na, die voor een samenvoeging van Roggel en Neer, Heythuysen en Haelen (dus zonder Hunsel) was, is er sprake van draagvlak bij alle betrokken gemeenten en bij het provinciebestuur van Limburg voor deze variant.

De leden van de fractie van GroenLinks gingen verder in deze paragraaf en in paragraaf V van het voorlopig verslag uitvoerig in op de centrumpositie van de gemeente Roermond. Zo stelden zij dat de gemeenteraad van Roermond, als gevolg van de centrumfunctie van deze gemeente, zonder regionale legitimatie over het voorzieningenpakket op een aantal essentiële terreinen voor de burgers in de hele regio beslist. De centrumstad Roermond zou alleen staan voor het oplossen van complexe opgaven, terwijl de gemeenten in de regio wel profiteren van de getroffen voorzieningen. Functionele samenwerking op inhoudelijke taakvelden zou leiden tot vormen van bestuur die op afstand staan van de lokale gemeenteraad. Omdat dit, naar mening van de leden van de GroenLinks-fractie, de burger op afstand zet, zou het beter zijn om grotere gemeenten te maken die de complexe verantwoordelijkheden en de dienstverlening aan de burger nabij en adequaat kunnen organiseren. Zij vroegen de visie van de minister hierop, in relatie tot onderhavige wetsvoorstellen. Tevens stelden deze leden dat de provincie Limburg de huidige gemeente Roermond in de steek heeft gelaten, en daarmee de regio oostelijk Midden-Limburg. Hierbij verwezen deze leden naar de motie Castricum van 12 juni 1990 en de uitkomsten van de Bestuurskrachtmonitor van de provincie Limburg. Graag vernamen zij welke stappen ik zal ondernemen om deze ernstige nalatigheid aan te kaarten. De leden van de fracties van de SP en de OSF informeerden in paragraaf III van het voorlopig verslag naar de niet-vrijblijvende samenwerking in Midden-Limburg. De fractieleden van de SP vroegen zich hierbij tevens af of de voorgestelde herindeling in het licht van die niet-vrijblijvende samenwerking nog een meerwaarde heeft, of dat de samenwerking de herindeling overbodig maakt. Het lid van de fractie van de OSF vroeg of een loyale deelname van de gemeente Roermond een betere bijdrage zou leveren aan haar positionering als centrumgemeente in de regio. De leden van de fractie van de PvdA veronderstelden voorts in paragraaf V van het voorlopig verslag dat interge- meentelijke samenwerking, naast de op handen zijnde samenvoeging van Roermond met Swalmen, noodzakelijk blijft en dat de voortgang op dit terrein in de regio Midden-Limburg zeer teleurstellend is. In dit kader vroegen zij om commentaar en informeerden naar de inschatting hoeveel bestuurlijke drukte dit zou opleveren en hoe dit financieel als verliespost is te kapitaliseren. Zij stelden tot slot de kernvraag voor welk probleem deze samenvoeging welke oplossing biedt.

Ik beantwoord deze vragen naar de centrumpositie van Roermond, de niet-vrijblijvende samenwerking en bestuurlijke drukte graag in samenhang.

De voorzieningen van een centrumstad hebben dikwijls een zuigende werking op de omliggende regio. Dit is bij de centrumstad Roermond niet anders dan bij andere centrumsteden in Nederland. Ik constateer dat vanaf 1990 regelmatig aandacht is geschonken aan de problematiek van Roermond. Ook in de aanloop van de herindelingswetsvoorstellen in de regio Midden-Limburg, heeft de positie van Roermond veel aandacht gekregen. De conclusies die uiteindelijk getrokken zijn gaan echter minder ver dan de gemeente Roermond wenselijk acht. Om Roermond te ondersteunen, hebben provinciale staten van Limburg een motie aangenomen bij de behandeling van het herindelingsontwerp om stedelijke vraagstukken van en rondom Roermond door niet-vrijblijvende samenwerking te beantwoorden, samen met de omliggende gemeenten in Midden-Limburg. Inmiddels hebben de provincie Limburg en de (nieuwe) gemeenten Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Roerdalen en Swalmen een bestuursovereenkomst gesloten om deze regionale samenwerking te bevorderen. Roermond neemt vooralsnog niet deel aan deze samenwerking, omdat men van mening is dat de samenwerking te vrijblijvend is en onvoldoende bijdraagt aan de stedelijke herstructureringsopgaven van Roermond. Mijns inziens kan een actieve deelname van Roermond aan de samenwerking zeker bijdragen aan haar positie in de regio. Want zowel de samenvoeging van Roermond met Swalmen, als de niet-vrijblijvende regionale samenwerking dragen bij aan de gewenste stedelijke herstructurering van Roermond. Ik beschouw de regionale samenwerking dan ook als essentieel flankerend beleid. Ik ben voornemens om het proces over de totstandkoming van de niet-vrijblijvende samenwerking te blijven volgen, maar de regie over dit proces ligt bij de provincie Limburg. Voorzover er discussie plaats zou moeten vinden over de vraag of de motie in voldoende mate wordt uitgevoerd, dan zal dat door provinciale staten moeten worden gedaan.

De samenvoeging van Roermond met Swalmen blijft daarnaast noodzakelijk, gezien de huidige positie van de gemeente Swalmen met 8 600 inwoners. Door de drie voorliggende herindelingswetsvoorstellen vermindert het aantal betrokken samenwerkingspartners in Midden-Limburg met zeven gemeenten. Naar verwachting vermindert het aantal samenwerkingsrelaties hiermee ook. Als gevolg van deze herindelingen en de vermindering van het aantal samenwerkingsrelaties kan verwacht worden dat de financiële lasten die hiermee samenhangen ook verminderen. Naar verwachting zal hier eerder een financieel voordeel ontstaan dan dat er sprake zal zijn van een verliespost. Er is onvoldoende inzicht om over dit financiële effect een kwantitatieve uitspraak te doen.

5. Overige vragen en opmerkingen

De leden van de fractie van de PvdA vroegen een reactie op de benoemde houdbaarheid tot 2014 van de samenvoeging van Roermond met Swalmen.

De veronderstelde houdbaarheid van de samenvoeging van Roermond met Swalmen tot 2014 heeft betrekking op de woningraming van de provincie Limburg. Deze raming loopt tot 2014, omdat prognoses na deze periode vanwege het grote aantal onzekere factoren weinig betrouwbaar zijn. Voor ruimtelijke ontwikkelingen na 2014 is in het herindelingsadvies van de provincie Limburg aangegeven dat wordt gedacht aan het gebied van de stadsregio Roermond en de mogelijkheden op het grondgebied van Swalmen. Binnen deze mogelijkheden is op basis van huidige kennis en inzichten ruimte om woningen te bouwen tot 2030. Nadere afwegingen hieromtrent kunnen pas later gegeven worden omdat een en ander mede afhangt van demografische ontwikkelingen en ontwikkelingen in de samenstelling van huishoudens.

De leden van de GroenLinks-fractie betwistten dat de wetsvoorstellen tot vorming van de nieuwe gemeenten Maasgouw, Roerdalen en Roermond zouden leiden tot gemeenten die in staat zijn om de lokale taken en verantwoordelijkheden met de nodige bestuurskracht en ambtelijke excellente professie ter hand te nemen. Hierop vroegen zij een reactie.

Door de vorming van de nieuwe gemeenten Maasgouw, Roerdalen en Roermond ontstaan gemeenten van respectievelijk 25 000, 22 000 en 54 000 inwoners. De kwetsbaarheid van de huidige gemeenten Maasbracht, Thorn, Heel, Ambt Montfort, Roerdalen, Swalmen en in beperktere mate ook van Roermond neemt door de samenvoegingen af doordat de bestuurlijke en ambtelijke kwaliteiten gebundeld worden. Er ontstaan drie bestuurskrachtige gemeenten die, door hun vergrote schaal, meer betekenis in de regio zullen hebben.

Op de vragen met betrekking tot het draagvlak-criterium is reeds ingegaan in paragraaf 2. De vragen over de centrumfunctie van Roermond en de bestuurlijke samenwerking zijn beantwoord in paragraaf 4 van deze memorie.

Tot slot moet ik het antwoord op de vraag van de leden van de fractie van de SP welke voorstellen voor gemeentelijke herindeling de komende vijf jaar nog tegemoet kunnen worden gezien, schuldig blijven. Dit kabinet entameert in beginsel alleen voorstellen tot gemeentelijke herindeling op verzoek van betrokken gemeenten of van de provincie, derhalve is niet aan te geven welke voorstellen de uw Kamer de komende vijf jaren nog zullen bereiken.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

Naar boven