30 300
Nota over de toestand van ’s Rijks financiën

D
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 december 2005

Hierbij ontvangt u enige informatie over de financiering van de AOW die ik heb toegezegd bij de Algemene Financiële Beschouwingen van 14 december jongstleden.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

BIJLAGE

– Sinds 1998 kent de AOW een wettelijk maximum premiepercentage van 18,25%. Indien het benodigde premieniveau boven dit maximum komt te liggen vindt de facto gedeeltelijke fiscalisering plaats (namelijk van het deel van de AOW-uitkeringslasten dat uitgaat boven het niveau dat gefinancierd kan worden met een premiepercentage van 18,25%).

– Het huidige premieniveau van de AOW bedraagt 17,90%. Ook voor 2006 en 2007 wordt in de SZW-begroting 2006 uitgegaan van 17,90%. Naast deze constante premie worden de middelen aangevuld met de Bijdrage in kosten kortingen (Bikk) AOW en de Rijksbijdrage Ouderdomsfonds.

– Het CPB becijfert de premie-inkomsten en de Rijksbijdragen AOW (Bikk + Ouderdomsfonds) in de MEV als volgt:

Tabel 1. Exploitatie AOW (bron: Mosi MEV 2006)

(In € 100 mln)200120022003200420052006
Premies (constant 17,90%)18 58618 13617 94019 00718 92418 921
Inkomensoverdrachten Rijk02 5074 6133 9934 2834 923

– Het CPB heeft in Ageing in the Netherlands (2001) voorzien dat de AOW-uitgaven zullen toenemen van 4,7% BBP in 2001 naar 9,0% BBP in 2040. Dit komt neer op een groei van de AOW-uitgaven van meer dan 3% per jaar in reële termen. Een update van deze sommen in 2003 heeft niet tot wijzigingen in dat pad geleid: van een basis van 5,1% in 2007 stijgen de uitgaven nog steeds naar 9,0% BBP in 2040. Dit betekent grofweg een verdubbeling van de AOW-uitkeringslasten. Deze hogere uitgaven zullen – gegeven het premieplafond – vrijwel volledig gefinancierd moeten worden uit de algemene middelen.

[NB. Nieuwe Ageing-sommen zijn nog niet beschikbaar].

Naar boven